Sluiting Audi Vorst is voorbode

De sluiting van Audi Vorst lijkt vanuit Duits perspectief bijna een detail voor wat in dat land te gebeuren staat.
Gert Verhoeven

De hoop op een Chinese overnemer voor de Audi-site in Vorst is getemperd. De CEO van het Chinese Nio zegt dat de constructeur niet naar de Europese hoofdstad verkast. Het lot van Vorst staat symbool voor een diepe malaise in de Europese autosector.

Het is cynisch dat de hoop voor de Audi-fabriek gericht is op een van de Chinese spelers die op de Europese markt de spreekwoordelijke kaas van het brood komt halen van lokale autoconstructeurs. Die hebben de afgelopen tien jaar op vraag van Europa hun beleid danig aangepast. De CO2-emissie moest heel fel maar vooral heel snel omlaag. Om Europese sancties te vermijden moesten de producenten hier gigantisch investeren in elektromobiliteit. Dit om tegen 2035 een volledige transitie naar elektrisch rijden te realiseren. 

Die transitie kwam langzaam op gang gekomen onder invloed van premies en fiscale stimuli. Het wegvallen van de (Europese) overheidssteun is een ware reality check want in Duitsland kelderde na het weghalen van dit infuus de EV-verkoop met 69 %. Wanneer de elektrische wagen aan zijn werkelijke kost wordt aangeboden, stokt de interesse bij de consument. Dit vormt de basis van de malaise van de volledige Europese auto-industrie met inbegrip van toeleveranciers goed voor 13 miljoen banen De fabrieken omgebouwd om elektrische producten te maken, halen niet de nodige volumes om rendabel te zijn. Zo moet een groep als Volkswagen wellicht fabrieken sluiten in Duitsland. Dat is nooit gezien. In dat ganse pikzwarte scenario lijkt de sluiting van Audi Vorst voor sommigen bijna een fait divers. 

Europese verwijten

Uitgerekend een site die op een quasi energieneutrale manier emissievrije voertuigen bouwt zoals Vorst, wordt het slachtoffer van de besparingsronde bij VW. Nog schrijnender is dat Europese merken nu aankondigen dat ze weer gaan investeren in voertuigen met fossiele brandstoffen om het hoofd boven water te houden. De Europese aanpak om een hele industrie op korte termijn te decarboniseren, dreigt dus het tegenovergestelde te bereiken.

Wanneer Europese spelers sites sluiten die EV’s bouwen, zetten we de deur verder open voor de import van goedkope Chinese alternatieven. De Europese Commissie viseert die omwille van de staatssteun die constructeurs in China krijgen. Daarom komen er hoge importheffingen op Chinese producten. Gevolg: de overblijvende betaalbare (lees: Chinese) EV’s worden ook duurder wat de omslag naar elektrisch rijden verder afremt.

Om die heffingen te omzeilen gaan Chinese merken – ten nadele van hun Europese concurrenten – hun producten in Europa assembleren. Maar ook dat maakt die wagens duurder al was het maar door de hogere loonkost. Als Europa zijn Green Deal echt wil realiseren, is het niet ondenkbaar dat Europa straks premies moet invoeren voor de aankoop van semi-Chinese wagens. Anders uitgedrukt: de Chinese industrie heeft de strijd voor de elektrische auto nu al gewonnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content