Openingsweekend autosalon lokt 80.000 kijk- en kooplustigen naar Brussels Expo: tevreden gevoel bij bezoekers en exposanten
Het openingsweekend van de Brussels Motor Show 2025 heeft de stoutste verwachtingen overtroffen én alle twijfels weggenomen over de bevoorrechte plaats die het fenomeen auto inneemt in de harten van de Belgen. Wat goed nieuws is voor een sector in transitie met moeilijke jaren voor de boeg.
Een terugkeer door de grote poort. Dat is een beknopte samenvatting van de reacties van zowel de bezoekers als de exposanten na afloop van het openingsweekend van de 101ste editie van het Autosalon van Brussel. Terwijl zowat alle grote internationale autosalons van de kalender zijn verdwenen, heeft het Autosalon van Brussel – intussen omgedoopt tot Brussels Motor Show – dit weekend een opmerkelijke comeback gemaakt. Na het uitstel van de editie 2024 leek het er even op dat het over and out was voor het oudste en grootste autosalon.
Massale belangstelling voor Koning Auto
Een onterechte vrees, zo blijkt. Ondanks het gure winterweer was het zaterdag- en zondagmorgen aanschuiven aan de ingang van Brussels Expo. In totaal brachten 80.000 autofans het voorbije weekend een bezoek aan de Brussels Motor Show 2025. Met nog bijna een week te gaan hoopt Febiac-topman en organisator Frank Van Gool zo’n 300.000 bezoekers te mogen verwelkomen. De talrijke opkomst herinnert aan de stormloop tijdens de hoogdagen van de auto in de jaren zeventig en tachtig. Die kreeg toen nog het predicaat ‘koninklijk’ toegedicht.
Intussen weten wij beter. De schadelijke uitstoot van auto’s draagt bij aan de klimaatverandering; hoe meer auto’s op de weg, hoe langer de files en hoe groter de frustratie en stress. Terzelfdertijd kunnen wij niet zonder auto. Die is immers niet meer weg te denken uit ons dagelijkse leven en doet menig hart nog altijd sneller slaan.
Bovendien genereert geen enkel ander dagelijks gebruiksvoorwerp meer aanzien. Een dure auto op de inrit symboliseert succes en rijkdom. Of hij staat voor maatschappelijk engagement. Een elektrische auto stoot tijdens het rijden geen schadelijke CO2 uit en wekt het vermoeden dat de man of vrouw achter het stuur effectief wilt bijdragen aan een betere luchtkwaliteit.
In de praktijk blijkt echter dat hij of zij dat meestal niet doet uit ecologische overwegingen maar omwille van de fiscale incentives waarmee de overheid elektrische autorijden promoot. In landen waar die financiële voordelen worden afgebouwd of afgeschaft, zakt de verkoop van e-auto’s als een pudding in elkaar.
Renault steelt de show
In de aanloop naar de Brussels Motor Show had vrijdag 10 januari de zogenaamde persdag plaats met ruim 900 geaccrediteerde autojournalisten uit 33 landen. Zij volgden live de proclamatie van de verkiezing Auto van het Jaar 2025. Die leverde voor één keer geen verrassende uitslag op: de Renault R5 E-Tech won met lengten voorsprong, voor de Kia EV3, Citroën C3, Alfa Romeo Junior, Cupra Terramar, Dacia Duster en Hyundai Inster.
Voor het eerst in de geschiedenis gaat een merk twee jaar na elkaar met de hoofdprijs lopen. In 2024 koos een internationale jury van autojournalisten al voor de Scénic E-Tech. Een late maar daarom niet minder terechte beloning voor het pionierswerk van Renault inzake elektrificatie. De eerste elektrisch aangedreven modellen, Clio en Express, dateren van begin van de jaren negentig en maakten nog gebruik van loodaccu’s. Zij werden door de Franse posterijen ingezet voor de postbedeling in grote agglomeraties. De eerste modellen met moderne batterijtechnologie, ZOË en TWIZY E-Tech, zijn van een latere datum en rijden nog altijd rond.
Op de stand van Renault, zonder twijfel de meest uitnodigende en kleurrijke van allemaal, zijn ook de R4 E-Tech te bewonderen die in de loop van 2025 op de markt komt alsook de Twingo E-Tech. Die laatste zal in 2026 in de showroom staan met een instapprijs van minder dan 20.000 euro.
Oorspronkelijk zou deze elektrisch aangedreven stadsauto worden ontwikkeld in samenwerking met Volkswagen maar de Duitse constructeur haakte onderweg af en moet nu lijdzaam toezien hoe Renault in Brussel de show steelt.
Sterker nog, Renault is zowat het enige lichtpunt onder de Europese automerken dankzij een ruim aanbod aan betaalbare deels of volledig elektrisch aangedreven modellen. Sommige herinneren aan iconische modellen uit het verleden, andere etaleren een nieuwe vormtaal die het roemrijke merk een nieuwe dynamiek bezorgt. Zij dragen de signatuur van designdirecteur Gilles Vidal, ex-Peugeot, die hiermee in de voetsporen treedt van illustere voorgangers zoals Laurens van den Acker en Patrick Le Quément.
Duitse automerken op achtervolgen aangewezen
Volkswagen en zijn satellietmerken Audi, Cupra, Porsche, Seat, Skoda en VW stellen in paleis 11 hun volledige gamma ten toon, indrukwekkend dat wel en voor elk wat wils maar zonder een grote wereldpremière of eyecatcher zoals je die normaliter mag verwachten van de grootste autogroep in Europa op het eerste internationale autosalon van het nieuwe kalenderjaar.
Enkel Skoda trekt de aandacht met de Belgische première van de elektrisch aangedreven Elroq en de geslaagde facelift van de Enyaq. Volkswagen Group beleeft allicht de moeilijkste periode uit de naoorlogse geschiedenis en slaagt er voorlopig niet in nieuwe maatstaven te zetten op het vlak van elektrische aandrijving, digitalisering, design of autonoom rijden.
Ook BMW en Mercedes delen in de malaise. Wie had gehoopt dat voornoemde premiummerken in Brussel het doek zouden halen van de Neue Klasse en CLA is een teleurstelling rijker. BMW richt de spots op enkele sportieve, peperdure modellen die haaks staan op de aanbevelingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Mercedes toont enkel een gecamoufleerde versie van het model dat de nieuwe richting symboliseert die het merk met de ster uitgaat en die erin bestaat met minder modellen meer geld te verdienen. Een strategische keuze die risico’s inhoudt. De tijd zal uitwijzen of het een goede beslissing is.
Bij de Frans-Italiaanse fusiegroep Stellantis is het hek van de dam na het plotse ontslag van topman Carlos Tavares. Het is wachten op de komst van een nieuwe CEO en een nieuw strijdplan voor de zwaar aangeslagen autogroep. Het marktaandeel van de dochtermerken Alfa Romeo, Abarth, Citroën, DS, Fiat, Jeep, Lancia, Maserati, Opel en Peugeot is in vrije val, de omschakeling naar het agentschapsmodel loopt vertraging op en nieuwe modellen zitten er voorlopig niet aan te komen.
Aziatische constructeurs in opmars
Voor het goede nieuws zorgen de Aziatische constructeurs. Toyota, de nummer één in de wereld, presenteert met de Urban Cruiser een tweede elektrisch aangedreven model dat de positie van Toyota op de Europese markt moet versterken. Toyota is al enkele jaren de grootste werkgever in de automotive sector in ons land en onderstreept de betrouwbaarheid van zijn modellen met een 10 jaar fabriekswaarborg.
De Zuid-Koreaanse autogroep Hyundai/Kia heeft de voorbije jaren de grootste sprong voorwaarts gemaakt. Het ruime en gevarieerde aanbod aan modellen biedt voor elk wat wils zowel op het vlak van aandrijving als digitalisering. Getuige hiervan de aanwezigheid van twee modellen (Kia EV3 en Hyundai Inster) bij de finalisten voor de verkiezing Auto van het Jaar 2025.
Met name de Kia EV3 belooft een bestseller te worden. Compact van buiten en ruim van binnen is hij de ideale compagnon de route voor jonge gezinnen, wegens betaalbaar en uitgerust met de modernste technologie. De EV3 beschikt bovendien over een rijbereik van 605 kilometer en laadt beduidend sneller op dan zijn concurrenten.
De Brussels Motor Show 2025 verwelkomt een recordaantal Chinese merken. Alle proberen voet aan de grond te krijgen op de Europese markt maar niet alle zullen daarin slagen omdat zij de complexiteit van Europa onderschatten. De grote verschillen in mentaliteit en regelgeving tussen de Europese lidstaten stoten bij de Chinese bazen op onbegrip.
Op uitzondering van MG en BYD kunnen de Chinese merken ook niet kunnen terugvallen op een performant en goed uitgebouwd dealernetwerk. Ontbreekt die basis is het quasi onmogelijk om in Europa succes te boeken ook al zijn de modellen made in China veel goedkoper in aankoop. Bij BYD en MG ben je wel aan het goede adres en is de kans klein dat een goedkope koop uitmondt in een dure eed.
Koopje doen
Op de vraag of je tijdens de salonperiode een koopje kunt doen, volgt een volmondig ja. In ons land boeken de merken tot 40 procent van hun jaaromzet in januari en februari, een goed salon is meestal de voorbode van een goed jaar. Dat verklaart de uitzonderlijk gunstige saloncondities die de klant vele duizenden euro’s profijt kunnen opleveren.
Op voorwaarde dat je geen kat in een zak koopt door enkel oog te hebben voor de factuurprijs en niet voor de kleine lettertjes in het contract. Die zijn vooral belangrijk in het geval je kiest voor een of andere vorm van financiering, wees op je hoede voor de addertjes onder het gras.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier