Hyundai en Kia evolueren in sneltempo in de richting van de Duitse premiummerken (video)

De Europese en Japanse constructeurs hebben hun Zuid-Koreaanse concurrenten lange tijd onderschat. Dat komt hen nu duur te staan want in sommige marktsegmenten zijn Hyundai en Kia intussen toonaangevend geworden. SsangYong daarentegen heeft nog een lange weg te gaan en dat geldt ook voor het Japanse Isuzu dat al heel lang op de markt is.

De Zuid-Koreanen zijn de Duitsers onder de Aziaten: gedreven, ambitieus en harde werkers die altijd en overal het laatste woord willen hebben. De Zuid-Koreaanse economie is een van de snelst groeiende economieën ter wereld en heeft gemeen met de Duitse economie dat die blijft vooruitgaan. In Zuid-Korea is dat mede de verdienste van de Hyundai-Kia Automotive Group.

Klantvriendelijk

Voornoemde autogroep is in 1988 ontstaan uit de fusie van Hyundai en Kia. Qua onderstel, techniek en motorengamma zijn de modellen van beide merken quasi identiek, de verschillen situeren zich op het vlak van design, uitrusting en beleving. Hoewel beide merken tot dezelfde groep behoren, treden zij op commercieel vlak in verspreide slagorde op. Hyundai wordt in ons land verdeeld door een privé-invoerder die wordt gecontroleerd door de Antwerpse ondernemersfamilie Moorkens, terwijl Kia Motors Belgium een dochterbedrijf is van de Zuid-Koreaanse constructeur.

Hyundai is in ons land op de markt sinds 1972, de grote doorbraak dateert van begin de jaren tweeduizend en de lancering van de Santa Fe. Hyundai-woordvoerder William Meerschaut: ‘Met de Santa Fe introduceerden wij een frisse verschijning in het 4×4-segment dat tot dan werd gedomineerd door plompe, dure jeeps die bij de andere weggebruikers nijd en ergernis opwekten.’

De Zuid-Koreaanse nieuwkomer oogde niet alleen moderner, hij was ook zuiniger en goedkoper dan zijn Duitse en Japanse concurrenten. Hetzelfde verhaal geldt voor Kia en zijn succesmodel Sportage dat in Brussel zijn Belgische première viert.

Wij zijn nu ruim tien jaar verder. Hyundai en Kia zijn niet langer synoniem van goedkoop maar van duurzaam en klantvriendelijk en evolueren in sneltempo in de richting van de Duitse premiummerken. Hyundai en Kia bieden bovendien een waarborgpakket van respectievelijk 5 en 7 jaar.

Op Europese leest geschoeid

Om snel en gepast te kunnen inspelen op de vraag en eigenheid van de diverse markten, hebben Hyundai en Kia het voorbije decennium fors geïnvesteerd in de uitbouw van regionale R&D-centra. Ook voor de vormgeving van hun nieuwe modellen vertrouwt de Zuid-Koreaanse autogroep op de competentie van Europese designers. Zo is Peter Schreyer – ondertussen opgeklommen tot vicepresident van het bedrijf – van Duitse afkomst en was hij in een vorig leven hoofdontwerper bij Audi en VW waar hij onder andere de Audi TT en Golf IV tekende.

Daarnaast maakt ook de Belg Luc Donckerwolke (ex-Audi, Skoda, Lamborghini, Seat en Bentley) sinds kort deel uit van het designerteam. Onze landgenoot moet er vorm geven aan het submerk Genesis waarmee Hyundai de hegemonie van de Duitse merken in het luxesegment wil doorbreken.

Vergelijken we het aanbod aan motoren, gemiddeld verbruik en de CO2-uitstoot, dan scoren de Franse en Duitse concurrenten van Hyundai en Kia lichtjes beter. Maar weegt dat op tegen het ruime waarborg- en servicepakket van de Zuid-Koreaanse merken?

Het laatste woord is aan de consument: hij zal beslissen of Hyundai en Kia op hun elan zullen verdergaan of uit het koppeloton verdwijnen. Terwijl de autoverkoop in ons land in 2015 lichtjes vooruitging, stagneerde de Hyundai- en Kia-verkoop. Voor 2016 is er sprake van een ‘consolidatie van het marktaandeel’.

Feit is dat de Duitse merken vooruitgaan en hun sterke markt- en machtspositie verder uitbouwen en ook nog eens zeer positieve bedrijfsresultaten kunnen voorleggen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de voorsprong van de Duitse autobouwers op het vlak van alternatieve aandrijfsystemen. Alhoewel. Op de Heizel stelt Hyundai de ix 35 op waterstof voor en staat op de Kia-stand de elektrische aangedreven Soul. Bovendien stellen de woordvoerders van beide merken de lancering van meerdere plug-in hybridemodellen in het vooruitzicht.

Autosalon lonende investering voor kleine merken

Wat geldt voor de grote merken geldt nog sterker voor de kleinere. “Wie niet goed verkoopt tijdens de salonperiode kan alle hoop opgeven op een goed jaar”, dat zegt Bart Hendrickx, marketingdirecteur van SsangYong. “Het autosalon van Brussel is super belangrijk voor alle merken, maar voor de kleinere in het bijzonder. Die beschikken over te kleine budgetten voor grote reclamecampagnes en moeten daarom op zoek naar alternatieven. Het autosalon van Brussel is daar een goed voorbeeld van. Gespreid over een periode van tien dagen komen zo’n half miljoen bezoekers naar de Heizel. Daar zit een groot aantal ’toeristen’ tussen maar ook kandidaat-kopers die de verschillende modellen en saloncondities vergelijken vooraleer een beslissing te nemen. Dat biedt kleinere merken de mogelijkheid om zich te positioneren tegenover de gevestigde waarden. Een dealer van een klein merk beschikt meestal over een kleinere showroom dan zijn collega van een groot merk in dezelfde straat. Op de Heizel lopen de stands in elkaar over en stappen de bezoekers bij wijze van spreken van de ene showroom in de andere waardoor we veel meer potentiële klanten over de vloer krijgen.”

SsangYong is van oorsprong een Zuid-Koreaans merk dat gespecialiseerd is in SUV’s en sinds 2010 eigendom is van de Indiase constructeur Mahindra die grootse plannen heeft met het merk en overweegt om een naamsverandering door te voeren. De huidige merknaam ligt moeilijk in de mond en roept associaties op die niets met het product auto te maken hebben. Wait and see.