Vorige week werd de Vlaamse EV-premie van maximaal 5.000 euro afgeschaft. Sneller dan gepland. Wat waren de voor- en nadelen?
De reden waarom de maatregel vroeger dan gepland verdwijnt: hij kost de overheid te veel geld. In het begin zou het systeem drie jaar lopen. Dat werd al snel één jaar en nu is het einde nog met een maand naar voor geschoven. Aanvankelijk had de Vlaamse overheid een budget van 20 miljoen euro begroot. Vandaag schat men dat de premie uiteindelijk 70 miljoen zal kosten, ruim drie keer meer dan voorzien. Let wel: een consument die zijn elektrische auto heeft aangekocht, krijgt de premie ook wanneer die pas volgend jaar wordt geleverd.
De consument heeft twee keer zijn voordeel kunnen doen. Onze overheid legde immers de lat op voertuigen die (net) onder de kaap van 40.000 euro bleven en dat was een slimme zet. Goed een jaar geleden kostten veel EV-modellen meer dan dat. Om in aanmerking te komen voor de premie, moesten automerken hun wagens goedkoper slijten. Er kwamen enerzijds nieuwe modellen die meteen aan dat grensbedrag voldeden, maar we zagen veel meer modellen die plots ‘afgeprijsd’ werden tot net onder 40.000 euro. Zelfs Tesla plooide zich naar de Vlaamse norm en verkocht een Model 3 die de klant – na aftrek van de premie – 35.000 euro kostte. Een van de conclusies is dat er flink wat rek zit op de marges van elektrische voertuigen. Want ondanks de soms aanzienlijke kortingen (tot ruim 10.000 euro) is verkopen met verlies verboden.
Nadelen
En dan belanden we bij de nadelen. Het is fijn voor consumenten die voorbije maanden een zaakje konden doen. Het gaf een boost aan de verkoopcijfers van EV’s en we waren plots de beste leerling van de Europese klas. Begrotingsgewijze mogen wij ons afvragen of we ons een dergelijk premiebeleid kunnen veroorloven. En vooral uit de verhuursector komen noodkreten. Auto’s die hun huurperiode (of leasingcontract) starten met een hoge aankoopprijs, werden plots aanzienlijk goedkoper en dat heeft gevolgen voor de herverkoopwaarde op het einde van het contract.
Aanvankelijk had iedereen een blind vertrouwen in een torenhoge restwaarde van een duurzaam product. Vandaag blijkt die restwaarde tegen te vallen. Enerzijds omdat de nieuwe wagens goedkoper zijn, anderzijds omdat de belangstelling voor EV’s op de tweedehandsmarkt beperkt blijft. Gebruikte EV’s blijken naar analogie met ‘huishoudelektronica’ snel te dateren omdat nieuwe producten meer mogelijkheden bieden en in prijs dalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier