Enquête: helft lezers van Vlaamse Roularta-bladen rijden met (elektrische) fiets naar het werk 

© Getty
Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Een grootschalige bevraging van de lezers van vijftien bladen van Roularta, met betrekking tot hun huidige en toekomstige mobiliteit, leert dat de helft van de Vlaamse respondenten met de fiets naar het werk gaat én dat de tevredenheid over elektrisch autorijden overweldigend groot is.

België is een autoland en het zal dat wellicht nog lang blijven. De auto is nog altijd koning. Terzelfdertijd voltrekt zich een verschuiving richting gecombineerde mobiliteit. De komst en het succes van de elektrische fiets hebben ervoor gezorgd dat almaar meer mensen geregeld de fiets nemen om naar het werk te gaan, om boodschappen te doen of om hun conditie te onderhouden of te verbeteren.   

Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht

Wij ervaren het dagelijks: mensen hebben niet van alles verstand maar zij hebben over alles wel een mening en dat resulteert soms in oeverloze en/of verhitte discussies zonder steekhoudende besluiten. Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht!

Lees er de sociale media op na en je staat versteld van de onzin die wordt verkondigd over elektrisch autorijden maar evenzeer over het gedrag van fietsers in het (stads)verkeer dat door sommige autobestuurders als provocerend wordt ervaren.

Meten is weten

Om een beter, lees objectief inzicht te krijgen in de attitudes van de mensen tegenover de huidige en toekomstige mobiliteit heeft Roularta Media Group recent een grootschalige bevraging uitgevoerd van zo’n 2500 lezers en lezeressen van vijftien van zijn Nederlands- en Franstalige bladen, met name DataNews, De Krant van West-Vlaanderen, De Zondag, Feeling/Gael, Flair, Knack/Le Vif, Libelle/Femmes, Plus Magazine, Trends/Trends Tendances, Style, Weekend.

De enquête heeft 2320 volledig ingevulde vragenlijsten opgeleverd die een aantal opmerkelijke resultaten bevatten en waarbij relatief grote verschillen opduiken tussen de  Nederlandstalige en Franstalige respondenten. Hun profiel dekt zowat alle lagen van de bevolking. Afhankelijk van het medium weerspiegelen de antwoorden hoe de Belgische bevolking aankijkt tegen de mobiliteit van vandaag en morgen.  

De bevindingen zijn ongetwijfeld leerrijke lectuur voor iedereen die in ons land te maken heeft met mobiliteit. In feite zijn wij dat allemaal, inbegrepen de beleidsmakers op lokaal, regionaal en federaal niveau en de belangenverdedigers van de diverse mobiliteitsactoren.  

Mobiliteit heeft vele raakvlakken en daardoor ook een belangrijke maatschappelijke relevantie. De sociaaleconomische situatie en de ontwikkelingskansen van een regio worden mede bepaald door het mobiliteitsaanbod en de wegeninfrastructuur. Het verschil in opleidings- en tewerkstellingsmogelijkheden tussen Vlaanderen en Wallonië heeft onder andere daar mee te maken en verklaart ten dele ook het verschil in welstand tussen beide regio’s. 

De komst van de e-bike heeft een boost gegeven aan het fietsen.

Waar leert ons de enquête?  

De enquête is in september uitgevoerd onder supervisie door Roularta Research Manager Ineke Uyttersprot. De resultaten zijn vorige week voorgesteld aan vertegenwoordigers van de mobiliteitsactoren tijdens het symposium Drive the Future of Mobility in het Brussels Media Center (BMC).    

Misschien wel de meest opmerkelijke vaststelling is dat 50 procent van de Vlaamstalige respondenten met de fiets naar het werk gaat. Waarom zij dat doen? Omdat fietsen, naar eigen zeggen, goed is voor de gezondheid én het milieu, omdat het helpt de lichamelijke conditie op peil te houden, omdat de fiets een goedkoop alternatief is voor de dure auto en omdat het tijdverlies door files voorkomt.  

Verhelderend in dit verband is de vaststelling dat de werkplaats van de Vlaamstalige respondenten zich meestal binnen een straal van 20 kilometer bevindt. Ligt het kantoor of de fabriek verder weg geschiedt het woon-werkverkeer met de auto. De overgrote meerderheid van de respondenten geeft aan dagelijks minder dan drie kwartier onderweg te zijn voor het verkeer naar en van het werk.      

In Wallonië gebruikt slechts 18 procent de fiets om naar het werk te gaan. De afstand tot de werkplaats is er (veel) groter, Wallonië is bovendien veel heuvelachtiger dan Vlaanderen en de  fietswegeninfrastructuur is er minder goed uitgebouwd. Hoe beter en veiliger de fietswegen, hoe meer de fiets wordt gebruikt.     

Welk soort fiets wordt gebruikt? Koploper is de e-bike met 57 procent, gevolgd door de city bike (27 %) en de speed pedelec (11 %). De komst van de e-bike heeft een geweldige boost gegeven aan het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer.

Tijdens corona is de verkoop van elektrische fietsen explosief gestegen in die mate dat 56 procent van de respondenten een e-bike bezit en dat 17 procent de intentie heeft er eentje te kopen. De gemiddelde kostprijs van een e-bike schommelt tussen de 2000 én 4000 euro.

Werkgevers stimuleren fietsgebruik

Goed om te weten is dat driekwart van de werkgevers initiatieven neemt om de mobiliteitsmix te faciliteren. Dat gebeurt door financiële tussenkomsten te verlenen, door thuiswerk te stimuleren en glijdende werkuren in te voeren, door beveiligde fietsstallingen en douches en kleedkamers te voorzien.

Welke initiatieven moet de overheid nemen om het gebruik van de fiets te stimuleren? De overgrote meerderheid van de respondenten pleit ervoor nog meer te investeren in veiligere fietspaden en het gebruik van vervuilende voertuigen te ontmoedigen ten voordele van duurzame vervoersmodi. 

© Getty

Koning Auto blijft op zijn troon

Terwijl de autoverkoop in dalende lijn blijft gaan, zit de verkoop van elektrische auto’s in ons land in de lift. Dat laatste heeft te maken met de financiële incentives waarmee de federale en regionale overheden zelfstandigen en bedrijven proberen te overtuigen enkel nog elektrische auto’s te kopen.

In ons land is de bedrijfswagenmarkt goed voor ruim 60 procent van de totale autoverkoop. Stand vandaag kiest 35,9 procent voor een deels elektrisch aangedreven wagen (PHEV) en 16,4 procent voor een full electric tegenover 26 procent voor een benzinewagen. 12 procent van de respondenten zegt geen nieuwe auto meer te kopen.

Voor de meeste mensen is een e-auto nog te duur. Dat verklaart waarom de grote doorbraak op de particuliere markt nog altijd op zich laat wachten. Maar er is beterschap in zicht. Steeds meer automerken pakken uit met goedkopere e-auto’s waardoor het prijsverschil met vergelijkbare hybride auto’s met een benzinemotor kleiner wordt.   

In ons land staan plug-in hybrides (PHEV) bovenaan het verlanglijstje.

Overgrote meerderheid is tevreden tot zeer tevreden

Wie al elektrisch rijdt, toont zich tevreden tot zeer tevreden met zijn of haar keuze. Zij schatten de zero-uitstoot, de geruisloosheid tijdens het rijden, de mogelijkheid om thuis op te laden en de lage energie- en onderhoudskosten hoog in.

Dat moet een opsteker zijn voor de autoconstructeurs nu full electric cars in de rest van Europa minder vlot van de hand gaan. Daardoor draaien de fabrieken niet op volle toeren, daalt de  operationele winst van constructeurs en zullen de meeste merken de Europese CO2-doelstellingen niet halen. Dat houdt in dat zij volgend jaar zware boetes moeten betalen, tenzij de nieuwe Europese Commissie anders beslist.

Vanaf 2025 zal Europa bijkomende invoertaksen heffen op nieuwe auto’s made in China. Of de automerken die extrakosten zullen doorrekenen aan de Europese klanten is koffiedik kijken. Vaststaat dat de Europese merken weinig heil verwachten van hogere invoertaksen en bevreesd zijn voor een handelsoorlog met China. Zij betrekken immers ruim twee derde van hun onderdelen van Chinese toeleveranciers, inbegrepen essentiële onderdelen zoals de batterij die tot 40 procent van de waarde van een nieuwe e-auto vertegenwoordigt.

Geen ervaring en/of interesse

Een andere opmerkelijke bevinding is dat veel respondenten geen ervaring en/of geen interesse hebben voor elektrisch autorijden. 42 procent is zelfs van mening dat waterstof een milieuvriendelijkere technologie is dan elektrische aandrijving. De overheid maar ook de autoconstructeurs schieten duidelijk tekort op het vlak van voorlichting. Van een verrassend groot aantal merken weten de respondenten niet eens dat die elektrische auto’s verkopen.

De meeste mensen laden thuis of op het werk.

Wat leert ons de enquête over de laadgewoonten van de respondenten die elektrisch rijden? De overgrote meerderheid laadt thuis op (60 %) of op het werk (17 %), minder dan 1 op de 5 laadt op aan een snellader. De helft van de respondenten laadt een paar keer per week op, 22 procent doet dat één keer per week en 18 procent elke dag. 42 procent ervaart zelden of nooit problemen bij het laden wat erop wijst dat er nog werk aan de winkel is voor de bedrijven die laadpalen bouwen, exploiteren of van stroom voorzien.

Wie al met een duurdere e-auto onderweg is met een beperkt rijbereik wil niet nog eens  geconfronteerd worden met problemen bij het laden. Al blijken die in de praktijk nog mee te vallen, tenminste dat leiden wij af aan de uitermate hoge tevredenheidsscore van de respondenten van de lezers en lezeressen van de bladen van de Roularta Media Group. Via deze weg willen wij hen bedanken voor hun gewaardeerde medewerking. Hun ervaringen en aanbevelingen kunnen ertoe bijdragen dat het auto- én fietsverkeer veiliger wordt en de klimaatverandering helpt af te remmen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content