Elektrische auto is niet altijd milieuvriendelijker dan benzineauto, stelt studie
Wanneer rekening wordt gehouden met de ecologische voetafdruk over de volledige levenscyclus van een wagen, kan een kleine benzinewagen zoals de Mitsubishi Mirage ‘groener’ zijn dan een elektrische luxesedan zoals een Tesla Model S, zo moet blijken uit onderzoek aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT).
Over het onderzoek wordt bericht door de zakenkrant Financial Times.
Volgens de gegevens van het Trancik Lab van het MIT komt een volledig elektrische Tesla Model S P100D over zijn gehele levenscyclus in de Amerikaanse Midwest, van bij de productie van de auto-onderdelen over het brandstofverbruik tot de recyclage ervan aan het einde, uit op een emissie van 226 gram CO2 per kilometer. Dat is weliswaar beter dan een BMW 750i xDrive (385), maar slechter dan een Mitsubishi Mirage CVT (192), die nochtans aangedreven wordt door een conventionele verbrandingsmotor op benzine.
De locatie voor de simulering is weliswaar van cruciaal belang. ‘De koolstofuitstoot bij elektriciteitsproductie ligt in de Midwest hoger dan in andere delen van het land,’ zegt een van de onderzoekers aan Knack.be. ‘Als we de gemiddelde Amerikaanse elektriciteitsmix hanteren, valt de CO2-emissie bij de Tesla Model S significant lager uit dan bij de Mirage.’
De bevindingen van het MIT sluiten in ieder geval aan bij een onderzoek van de Noorse University of Science and Technology (NTNU), dat vorig jaar concludeerde dat grote elektrische wagens over hun volledige levenscyclus een grotere ecologische voetafdruk kunnen hebben dan kleinere conventionele wagens.
Juiste vragen
Volgens de krant is het doel van de vergelijking niet om te pleiten voor een van beide technologieën of om de evolutie richting zogenaamde zero emission cars te ondermijnen, maar wel om overheden en autobouwers ervan bewust te maken dat ze zich de juiste vragen moeten stellen in verband met de volgende generaties wagens.
Momenteel zijn voor de beleidsmakers alle elektrische wagens even groen, ongeacht hun grootte, de (in)efficiëntie van de fabricage en de herkomst van de elektriciteit. Maar dat is fout, stellen analisten uit de sector van de duurzame energie.
Onderscheid
Het probleem situeert zich vooral bij (de productie van) de batterijen en de recyclage van de onderdelen achteraf. Het staat volgens het MIT buiten kijf dat alle elektrische voertuigen tijdens hun levenscyclus voor minder schadelijke emissies zorgen dan conventionele wagens van dezelfde gewichtsklasse. Maar het gebrek aan onderscheid tussen elektrische wagens in de regulering moedigt autobouwers aan te streven naar steeds grotere batterijen en een langere rijautonomie. Dat klinkt goed, maar strookt niet met het groene imago, gezien de hoeveelheid lithium en cobalt die wordt gebruik in de batterijen.
‘Voor 90 procent van de wagens slaat dat nergens op’, zegt Peter Mock, managing director voor Europa bij de Internationale Council on Clean Transportation aan de Financial Times. ‘Mogelijk is dat nu nuttig in de overgangsfase, maar rationaal gezien is het onzin. De meesten van ons rijden minder dan 100 kilometer per dag’.
Hij roept beleidsmakers op om elektrische voertuigen te categoriseren zoals koelkasten of wasmachines. ‘Er bestaat een labelsysteem dat aangeeft hoe energiezuinig een bepaalde koelkast is. Voor auto’s bestaat dat niet, we kijken alleen naar de CO2-uitstoot’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier