Elektrisch rijden: 7 tips om te laden zonder bankkaart
Het zou handig zijn als u uw auto kon opladen met uw bankkaart, maar dat kan nog niet overal. Daarom: onze tips om uw weg te vinden in de jungle van laadpassen.
Betalen om je auto op te laden is ingewikkelder dan benzine of diesel tanken. De Europese Commissie maakte de zaken in het voorjaar iets makkelijker: sinds april moeten nieuwe snellaadstations een bankkaartterminal hebben, bij bestaande stations is dat tegen 2027. Momenteel blijkt 80 procent van de laadstations (van alle types) nog niet compatibel. Bovendien blijven de langzamere publieke laadstations buiten schot: die op straat, of op publieke parkeerplaatsen. Het blijft dus nog even goochelen met apps en laadpassen.
1. Gebruik een multinetwerkpas
Hiermee kunt u vrijwel overal opladen. Er bestaan tientallen van die passen. Wie een bedrijfswagen heeft, krijgt er meestal een van de werkgever, die de oplaadkosten betaalt. Bij de aankoop van een nieuwe elektrische auto leveren dealers vaak zo’n pas. Het laden wordt geactiveerd in het station. De bedragen gaan af van de rekening die is gekoppeld aan de bankkaart die werd gebruikt om de passen te activeren via een website of app. Het valt aan te raden minimaal twee passen te gebruiken om een betere dekking te garanderen. Multinetwerkpassen zijn meestal goedkoop of gratis, al wordt er per laadbeurt wel een commissie aangerekend.
80 procent van de Belgische laadstations is nog niet uitgerust met een betalingsterminal voor bankkaarten.
2. Kies voor directe transacties
Multinetwerkpassen geven toegang tot een groot aantal laadstations, maar u laadt op tegen het beste tarief door de lading rechtstreeks bij het netwerk van het laadstation te kopen. Dat kan met een bankkaart als er een betalingsterminal aanwezig is. Is dat niet het geval, dan betaalt u door u aan te melden op de app van het netwerk (Electra, Ionity, Fastned, Tesla…) en een betaalkaart toe te voegen.
Zo kost een kilowattuur (kWh) bij Ionity-snellaadstations, die vaak te vinden zijn langs snelwegen, 69 cent in België via de netwerkapp, 71,90 cent met een Chargemap-pas, en 85 cent met een Shell Recharge-kaart.
Sommige laadnetwerken (zoals Dats24 of EnergyVision) bieden een gemengde kaart aan, die toegang geeft tot een laadtarief zonder commissie. Die kaarten werken ook op andere netwerken.
3. Neem een abonnement
Chauffeurs die vaak snelladen, kiezen het best voor een abonnementsformule. Die wordt aangeboden door onder andere Ionity, Tesla en Fastned. Bijvoorbeeld: voor 5,99 euro per maand biedt Ionity, dat heel Europa dekt, een korting van 20 cent per kWh (49 cent in België in plaats van 69 cent, 39 cent in plaats van 59 cent in Frankrijk).
4. Gebruik een app
Om uw oplaadbeurten goed te beheren is een smartphone onontbeerlijk, want de apps die bij de passen horen, spelen een sleutelrol. Ze helpen u beschikbare laadstations te vinden en u kunt de tarieven bekijken. Vaak helpen ze ook bij het starten van de laadbeurt. De Chargemap-app toont ook gebruikersrecensies. Die zijn zinvol, en u hoeft er geen pasje voor te kopen. Zo kunt u bijvoorbeeld een laadstation vermijden dat al enkele dagen buiten werking is.
Tesla is de enige fabrikant met een eigen netwerk dat is aangepast aan zijn modellen. Wanneer een Tesla wordt aangesloten op een supercharger start het laden automatisch (dat is niet zo bij andere stations). De kosten worden in rekening gebracht bij de gebruiker die zich vooraf heeft geregistreerd op de Tesla-app. Andere elektrische auto’s die deze stations gebruiken, kunnen opladen via de app.
5. Let op de tarieven
De laadtarieven variëren sterk en zijn niet altijd makkelijk te vinden – meestal vindt u ze via apps. De facturatie gebeurt per kWh of soms per minuut. In het noorden van Frankrijk rekenen laadstations van Pass Pass 1,551 euro per 20 minuten tussen 7.00 en 21.00 uur, en 0,275 euro (tarief op Chargemap) daarbuiten. Soms wordt er een boete opgelegd als de auto tot 100 procent is opgeladen.
6. Aanvaard het leerproces
Herinner u de opgang van pc’s en het internet: alle begin is moeilijk, het wordt beter. Probeer in de eerste weken dat u elektrisch rijdt verschillende laadstations uit (ultrasnelle laders en andere), en maak u vertrouwd met het starten van de laadbeurt (met een pas of via smartphone).
7. Twee soorten laadstations
Ultrasnelle laadstations leveren gelijkstroom aan auto’s met een vermogen van 50 kW tot 300 kW (*). Een batterij wordt meestal van 20 tot 80 procent opgeladen in een half uur. U vindt ze vaak bij snelwegstations of grote wegen (Tesla, Ionity, Fastned, TotalEnergies…), of op parkeerplaatsen van winkelcentra (Electra, Powerdot, Allego, Shell).
Semisnelle laadstations komen het vaakst voor. Ze werken op wisselstroom en worden geïnstalleerd op straat of op parkeerplaatsen. Hun laadsnelheid varieert van 7 kW tot 22 kW, maar meestal accepteert een elektrische auto maximaal 11 kW. Daarmee laadt u ongeveer 70 kilometer rijbereik per uur op.
(*) De capaciteit van batterijen wordt aangegeven in kWh, het laadvermogen in kW.
(Artikel van zusterblad Le Vif)
Al uw vragen over elektrisch autorijden beantwoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier