‘Een auto koop je omdat je moet, een moto omdat je wil’
De verkoop van moto’s, scooters en bromfietsen in ons land steeg het voorbije jaar met zo’n 11 procent en dat is goed nieuws. Een tweewieler is geen dagelijks gebruiksvoorwerp zoals een vierwieler. Een motor koop je omdat motorrijden een bijzondere belevenis is, een gevoel van vrijheid verschaft en verbondenheid met de natuur uitstraalt. Daar staat tegenover dat motorrijden gevaarlijk en duur is.
Motorrijders herken je aan hun imposante helm en loodzware, beschermende kledij. In de ochtend- en avondspits duiken ze op de meest onverwachte momenten naast of voor je op, en dat is altijd even schrikken. Want je verwacht niet dat motorrijders zich als volleerde slangenmensen zo snel een weg banen door het langzaam rijdend autoverkeer. Dat leidt elke dag wel ergens tot een ongeval, met de motorrijders bijna altijd in de slachtofferrol. Zij treffen meestal geen schuld, maar dat is een magere troost. De gevolgen zijn soms dramatisch. Bij een botsing vliegen motorrijders vaak meters door de lucht tot ze keihard tegen een obstakel knallen, met ernstige kwetsuren over het hele lichaam tot gevolg. Motorrijders zijn de paria’s van de weg, maar de roep naar het avontuur op twee wielen is sterker. Want het aantal motorrijders stijgt jaar na jaar, in alle leeftijdscategorieën. In totaal telt ons land zo’n half miljoen motoren. Sinds een aantal jaren doet zich een opvallende vergrijzing van de motofamilie voor. Jonggepensioneerden die met de opbrengst van hun groepsverzekering een jeugdig imago willen aanmeten en elke vrije minuut benutten om uit te vliegen, bij voorkeur in groep. Het groepsgevoel onder motorrijders is van dezelfde orde als dat van wielertoeristen, groot én sterk dus. Op de motor vormen zij een hechte en solidaire gemeenschap, rang of stand worden terzijde geschoven.
Motorrijden is een en al passie
De verschillende motormerken zijn traditioneel sterk vertegenwoordigd op het autosalon van Brussel en dat is dit keer niet anders, ook al ligt de focus op bestel- en lichte vrachtwagens en hebben ze daardoor aan expositieruimte ingeboet. Maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de kwaliteit van het aanbod.
Dat vertelt ons Thomas De Meuter, sinds kort marketing- en communicatiedirecteur van Ducati nadat hij eerder aan de slag was als communicatieverantwoordelijke bij Seat en Audi.
Door zijn overstap verlaat hij de groep D’Ieteren maar blijft hij op het internationale vlak de Volkswagen-groep trouw. Die is sinds enkele jaren eigenaar van Ducati. Toen voormalig Volkswagen-voorzitter Ferdinand Piëch vijf jaar geleden te kennen gaf de autogroep te willen uitbreiden met een motormerk, kwam daar slechts één merk voor in aanmerking.
Wat Ferrari is voor de puristen onder sportwagenfans, is Ducati dat voor de diehards op twee wielen. Wegens supersnel, eigenzinnig, Italiaans design van het zuiverste soort en daardoor exclusief én zeer duur.
Thomas De Meuter : “De prijzen variëren van 9.500 tot 80.000 euro voor de Superleggera. In ruil krijg je een zeer exclusief product dat gebruikmaakt van de allernieuwste technologie en duurste materialen en is ontworpen door de beste Italiaanse designers. De optelsom van al die factoren zorgt ervoor dat Ducati een aparte plaats inneemt op de motomarkt. Ducati is hét sportieve premiummerk par excellence en in die zin vergelijkbaar met de positie van Audi onder de Duitse luxeautomerken. Ik heb hier de voorbije dagen trouwens tal van bekende gezichten teruggezien, Audi-klanten die ook Ducati-rijders zijn. Het betreft mannen van alle leeftijd die een boontje hebben voor innovatieve technologie en van strak design houden, die kwaliteitsbewust zijn en die graag sportief rijden. En die bereid zijn daar een prijs voor te betalen, die nu eenmaal inherent is aan een exclusief product. Het is een kwestie van prioriteiten: een auto koop je omdat je die nodig hebt voor je familie of voor je werk. Een moto koop je omdat je dat wil! Het betreft een weloverwogen beslissing, per slot van rekening gaat het over een investering van 20.000 à 25.000 euro. Sommige klanten bestempelen het als een ‘cadeau aan zichzelf’.”
Hoe belangrijk is dit salon voor een merk als Ducati?
Thomas De Meuter : “Het autosalon van Brussel is traditioneel het eerste in het nieuwe jaar. Brussel is ook het eerste salon voor het grote publiek na de motorshow van Milaan in november waar de verschillende motomerken hun modellen voor het nieuwe jaar presenteren. Straks begint het motoseizoen en wie nu koopt, kan vanaf midden maart de baan op met zijn nieuwe moto. De levertijden zijn doorgaans minder lang dan in de autosector. Dat heeft ermee te maken dat de merkvertegenwoordigers sowieso over een grote voorraad aan modellen beschikken, met een vrij complete basisuitrusting. Onze business verschilt op dit vlak vrij grondig van de autosector. Wie een nieuwe auto koopt, bestelt die als het ware op maat. Die wordt vervolgens zo geconfigureerd en geproduceerd en vervolgens kant-en-klaar afgeleverd. In feite is elke auto een pièce unique. Het personaliseren van de eigen moto daarentegen gebeurt meestal niet in de fabriek, maar via accessoires die in de gespecialiseerde handel te koop zijn. Een ander wezenlijk verschil: in de wintermaanden ligt onze business stil. Het motorseizoen strekt zich uit van eind maart tot midden november. Daarna schakelen wij over op wintermodus en komt de verkoop omzeggens tot stilstand.”
Duitse merken staan bekend voor hun zogenaamde Gründlichkeit. Vind je die ook terug bij Ducati dat sinds 2012 onder Duitse vlag vaart?
Thomas De Meuter : “Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Tussen de Duitse en Italiaanse culturen en mentaliteit bestaan er grote verschillen, maar op de werkvloer gelden voor iedereen dezelfde wetten en voorschriften. Kwaliteitsnormen zijn universeel, in een sterk geautomatiseerde en geglobaliseerde wereld is samenwerking over de grenzen en culturen heen dagelijkse kost geworden. Aan tafel zal een Italiaan wellicht sneller een wijntje bestellen dan een biertje terwijl zijn Duitse collega wellicht sneller naar een glas bier grijpen. Voor een nichemerk als Ducati is het vanzelfsprekend een goede zaak dat het nu deel uitmaakt van een grote en kapitaalkrachtige groep. Een sterke financiële ruggensteun is belangrijk voor de continuïteit en het imago van een merk.”
Bestaat er zoiets als een profiel van de Ducati-klant?
Thomas De Meuter : “Wij richten ons tot een sportief en kapitaalkrachtig publiek met een uitgesproken voorliefde voor innovatieve technologie en spraakmakend design. Ik herken hierin eigenschappen en karaktertrekken die je ook terugvindt bij de Audi-klanten én bij jongeren. Ducati is hot op de social media.”
Ducati, iconisch motormerk
De geschiedenis van het Italiaanse motormerk Ducati gaat terug tot 1945. Uit de asse van een radiofabriek ontstond een fabriek voor motorfietsen en scooters – we zijn in Italië nietwaar. De komst van de jonge ingenieur Fabio Taglione, de geestelijke vader van de onvergetelijke desmodromic 90 V-Twin motor, zorgde ervoor dat Ducati snel naam en faam verwierf. Het merk engageerde bekende toppiloten als Mike Hailwood (in 1978 winnaar van de TT op het eiland Man), Carl Fogarty, Loris Capriossi, Troy Bayliss en Casey Stoner die in 2007 wereldkampioen werd in de Moto GP op een Ducati.
In de loop der jaren wisselde het iconische motormerk meermaals van eigenaar. Sinds 2012 is het eigendom van de Volkswagen-groep die ruim 800 miljoen euro op tafel legde om de zwaar verlieslijdende motorenfabrikant van de ondergang te redden.
Liefhebbers van het merk moeten bij gelegenheid zeker eens een bezoek brengen aan het Museo Ducati in Bologna waar over een oppervlakte 1000 m2 de roemrijke geschiedenis van het merk levendig wordt gehouden aan de hand van legendarische en kostbare modellen.
Autosalon van Brussel 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier