‘Directe autoverkoop verlegt zich van de Heizel naar de showroom van de dealers’
‘Een auto aanvoelen, ervaren, testen, keuren… dat kan zoveel concreter op het salon of in de showroom. Neen, internet zal ons salon niet doen verdwijnen’, zegt Joost Kaesemans (Febiac) naar aanleiding van het 93ste autosalon.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Wat officieel wordt aangekondigd als het 93ste Salon voor Lichte bedrijfs- en Vrijetijdsvoertuigen is in feite een verkapt autosalon, met dit verschil dat het aanbod in de onpare jaren nog groter. In de pare jaren worden enkel personenwagens tentoongesteld. Brussel kan er inderdaad prat op gaan dat hier elk jaar zo’n mega-autoshow plaatsvindt. In Parijs of Frankfurt geschiedt dat om de twee jaar.
Joost Kaesemans (Febiac) : “Het feit dat we twee verschillende formules hanteren met in de oneven jaren specifieke aandacht voor het vrachtvervoer en de bestel- en vrachtwagens, geeft ons daar een extra troef, en een extra mogelijkheid om zowel andere exposanten als andere bezoekers aan te trekken. Het ‘kleine’ salon richt meer tot bezoekers die professioneel te maken hebben met vervoer en mobiliteit. Maar in feite doet het er niet toe: het autosalon van Brussel is een wederkerend rendez-vous voor al wie belangstelling heeft voor het automobielgebeuren of voor wie op zoek is naar een nieuwe auto. Voor vele bezoekers is het ook een jaarlijkse uitstap met de hele familie. De kunst bestaat er om een goede balans te vinden tussen investering en return on investment. Tot nog toe zijn we daar wonderwel in geslaagd, ondanks de moeilijke economische situatie. Maar de exposanten weten ook dat het autosalon een unieke gelegenheid is om contacten te leggen en de verkoop aan te zwengelen.”
Het Autosalon van Brussel is zowel een kijk- als koopsalon. Er is voor en tegen. Hoe kijkt Febiac tegen dat tweeledig karakter aan?
Joost Kaesemans : “De statistieken leren dat er nog amper aan directe verkoop wordt gedaan op de Heizel. Het staat ieder merk vrij, maar de meeste merken verwijzen kandidaat-kopers naar hun dealers. Persoonlijk vind ik dat een goede evolutie. Op het salon kom je kiezen en keuren, maar de finale onderhandelingen over de prijs, de opties en een eventuele overname gebeuren bij de dealer. Hij wordt nadien trouwens uw aanspreekpartner voor het onderhoud van uw wagen. Jammer genoeg doen er nog altijd verhalen de ronde over bezoekers die onder druk worden gezet om toch maar een bon te ondertekenen, maar de realiteit is een andere.”
Volvo heeft als eerste constructeur beslist om niet langer present te zijn op de internationale autosalons en zegt te willen investeren in verkoop via het internet. Gaat dit initiatief navolging krijgen en zo ja, betekent dit op termijn het einde van de grote autosalons?
Joost Kaesemans : “Ik ben ervan overtuigd dat in de toekomst uiteenlopende verkoops- en promotiekanalen elkaar zullen aanvullen en vervolledigen. Naast verkoop op internet zal ook verkoop bij de dealer blijven bestaan én belangrijk blijven. En daarom zal ook het salon een vaste waarde blijven. Een auto aanvoelen, ervaren, testen, keuren… dat kan zoveel concreter op het salon of in de showroom. Neen, internet zal ons salon niet doen verdwijnen. Maar de wereld verandert, en wij evolueren mee. De ogen sluiten voor wat rondom ons gebeurt, dat is geen goede attitude.”
Febiac organiseert traditioneel een reeks nevenactiviteiten. Waarom, en trekken die vele belangstellenden. Waar situeert zich een event als Dream Cars binnen het groter geheel van het Autosalon?
Joost Kaesemans : “Het is belangrijk om te blijven innoveren, veranderen, verbeteren. Onze animaties en attracties zijn daarop gericht. Met twee focuspunten: de bezoekers een actief, betrokken salonbezoek bieden én ervoor zorgen dat zij iets exclusiefs kunnen zien en beleven. In dat kader past bijvoorbeeld ons Dream Car Salon. Febiac investeert daarin, maar de return is groot: 30.000 extra bezoekers én een grotere verscheidenheid van bezoekers. De automobielwereld leeft niet alleen van petrolheads.”
Hoeveel buitenlandse bezoekers – en journalisten – trekt het Autosalon van Brussel, traditioneel het eerste van het jaar op het Europese vasteland?
Joost Kaesemans : “Sinds het Salon van Amsterdam even van de kalender is verdwenen, is er een groeiende interesse vanuit Nederland, zowel pers als publiek. Frankrijk is heel sterk op Parijs gericht, en de Duitsers hebben met hun IAA ook een megagroot en belangrijk salon. Het aantal buitenlandse bezoekers beperkt zich dus tot een paar procenten. Maar leuk om vast te stellen is wel dat er dit jaar meer dan 150 buitenlandse journalisten en hun technische teams naar Brussel komen.”
Is alles in gereedheid voor de officiële opening van vanmiddag en de stormloop van morgen vrijdag?
Joost Kaesemans : “Het is elke keer opnieuw een wedloop tegen de tijd. De laatste weken waren sowieso superdruk, met lange, stresserende werkdagen en korte, ongezonde nachten. Vannacht hebben de exposanten de rode loper uitgerold en ik zie met een gerust geweten de volgende dagen tegemoet. Ook de exposanten zijn er klaar voor. De keuze en variatie aan modellen was nooit groter.”
Autosalon van Brussel 2015
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier