Citroën viert in Brussel de geboorte van een nieuw merk

Het 93e Autosalon van Brussel loopt op zijn laatste benen. Vanavond gaan de poorten van de Heizelpaleizen dicht maar voor het zover is komen enkele tienduizenden autoliefhebbers nog een laatste blik werpen op het fenomeen auto in al zijn glorie en variaties.

Hoewel de auto in feite een dagelijks gebruiksvoorwerp is, is hij in de feiten een fenomeen dat weinigen onberoerd laat. Hij maakt gevoelens los die met geen pen te beschrijven zijn, en die vaak sterker zijn dan het gezond verstand. Wat heeft iemand aan een auto die 250 km/u snel is in een land waar de maximumsnelheid 120 km/u bedraagt? Het fenomeen auto is en blijft synoniem van snelheid, daar heeft het voorbije autosalon eens temeer het bewijs van geleverd. Welke modellen genieten de meeste aandacht en/of bewondering? Juist, dat zijn de sportieve modellen.

Zo presenteert Ford hier de opvolger van de legendarische Mustang, een kijkstuk dat menig mannenhart sneller doet slaan en dat doet vergeten dat de Amerikaanse constructeur moeilijke jaren achter de rug heeft. In 2015 lanceert Ford een ongezien productoffensief met nieuwkomers die voorbestemd waren om in Genk van de band te lopen. Maar gedane zaken nemen geen keer en mogen ons niet blind maken voor de kwaliteiten van de nieuwe generatie Ford-modellen die eraan komt.

De wederopstanding van Mercedes-Benz

Ook Mercedes-Benz heeft enkele moeilijke jaren achter de rug maar is nu, mede dankzij een serie nieuwe sportieve modellen, terug van weggeweest. Sterker nog, Mercedes-Benz is voor mij dé ster van het autosalon van Brussel – met de mooiste stand en de grootste verscheidenheid aan modellen. Van de kleine Smart tot de grote S- en V-klasse die best of class zijn in hun segment. Bij Audi en BMW is men er niet gerust in nu de eeuwige concurrent zijn oude gewaden heeft afgelegd en sportiever oogt dan ooit.

Peugeot bezit een rijke traditie op het vlak van sportieve middenklassers. Denk aan de legendarische 205 GTI. In Brussel toont Peugeot de 308 – vorig jaar nog auto van het jaar – in GT-uitvoering, met twee motorisaties van respectievelijk 180 en 205 pk. Later op het jaar breidt de Franse constructeur daar nog een vervolg aan met een GTI-versie, bestemd voor wereldkampioenen in spe. Dat is hetzelfde publiek waar bijvoorbeeld ook de Nissan Juke Nismo op focust.

Opel mikt minder hoog met de sportieve versies van de Adam en Mokka, maar dat zij hun weg naar een nieuw doelpubliek zullen vinden, daar bestaat geen twijfel over. De Duitse constructeur klimt uit een diep dal, na de sluiting van Opel Antwerpen maar heeft de steun van zijn trouw cliënteel nooit verloren.

Hyundai is hét volumemerk onder de Aziatische constructeurs, omdat het sneller en beter dan zijn concurrenten heeft ingespeeld op de eigenheden van de verschillende lokale markten. Nieuwe modellen voor Europa werden en worden in Duitsland door Europese ingenieurs en designers ontwikkeld en ontwerpen, én lopen in enkele Europese lageloonlanden van de band. Hyundai presenteert in Brussel in wereldpremière de i30 met turbomotor, een wolf in schapenvel. Dat Hyundai voor die première Brussel uitkiest, heeft alles te maken met onze landgenoot Thierry Neuville. Die verdedigt sinds vorig jaar de kleuren van Hyundai in het wereldkampioenschap rally. 2015 moet voor hem en voor Hyundai het jaar van de doorbraak worden.

Geboorte van een nieuw merk

Alsof er geen automerken genoeg zijn, laat Citroën het Belgisch publiek kennismaken met een nieuw merk dat zich als DS een weg moet zoeken. De verwijzing naar enkele legendarische Citroën-modellen ligt voor de hand maar of dat volstaat om aansluiting te kunnen vinden bij de Duitse premiummerken, is een vraag waarop de toekomst een antwoord zal geven. Zowel qua design als rijcomfort en prestaties situeren de DS-modellen zich een stuk hoger in de markt dan het Citroën-gamma. In eerste instantie worden de DS-modellen verkocht via het bestaande Citroën-dealernet maar het is de bedoeling om op korte termijn over vier DS-stores te kunnen beschikken in ons land. Citroën toont moed met dit initiatief, het wil terug aanknopen met zijn glorieperiode van voor en na de Tweede Wereldoorlog, maar het blijft een gewaagde onderneming die op veel sympathie kan rekenen maar waarvan de uitkomst ongewis is. Maar wie niet waagt, niet wint.