Autosalon: Chinese merken maken goede indruk, Dacia biedt de beste prijs (zonder korting)
De kop is eraf. Het eerste salonweekend heeft de hoge verwachtingen ingelost. Organisator Febiac en de exposanten zijn tevreden, de bezoekers hebben hun hart kunnen ophalen aan de vele nieuwigheden. Voorlopige conclusie: de Chinese merken maken een uitstekend debuut en ook zonder salonkorting biedt Dacia de beste prijs.
Bestond er vooraf twijfel over de populariteit van koning auto, is die na het eerste salonweekend van tafel geveegd. Het was zaterdag- en zondagmorgen een gedrum van jewelste aan de ingang van de Heizelpaleizen om als eerste een blik te kunnen werpen op de nieuwe automodellen. Aan premières inderdaad geen gebrek op de feesteditie van het Autosalon van Brussel.
Auto van het Jaar
In feite begon het feest al vrijdagmiddag met de proclamatie van de verkiezing Auto van het Jaar 2023. Die vond voor het eerst plaats in Brussel, na het forfait van de Geneva International Motor Show. Onder de zeven finalisten vijf volledig elektrisch aangedreven modellen (Jeep Avenger, Kia Niro, Nissan Ariya, Toyota bZ4X/Subaru Solterra en VW ID.Buzz). De twee resterende modellen met een verbrandingsmotor (Peugeot 408 en Renault Austral) waren zo goed als kansloos tegen de EV-overmacht.
Opmerkelijke vaststelling: de fusiegroep Stellantis was met twee modellen (jeep Avenger en Peugeot 408) uitstekend vertegenwoordigd. De Avenger werd door insiders getipt als een kanshebber maar dat die uiteindelijk met een straatlengte voorsprong zou winnen, daar hadden slechts weinigen mee gerekend.
Met de Jeep Avenger werd voor het eerst een van oorsprong Amerikaans merk bekroond. In feite is de Avenger een zustermodel van de Peugeot 2008 en Opel Mokka en situeert die zich in het zeer populaire SUV B-segment. In die zin is de Jeep Avenger geen onlogische keuze want een compacte SUV én full electric.
In een reactie bestempelde het Belgische jurylid Joost Bolle de Jeep Avenger als “een verwachte en verdiende winnaar omwille van zijn concept, laag gewicht en overtuigende rijkwaliteiten.” Minder opgetogen toonde hij zich over de slechte afwerking en mindere kwaliteit van de gebruikte materialen binnenin. Die staan volgens Bolle niet in verhouding tot de instapprijs van 36.000 euro. Die is sowieso te hoog voor een normaalverdiener of voor een tweede wagen in het gezin. “Ja, ik heb conservatief gestemd en mijn punten verdeeld over de Renault Austral en Peugeot 408. Die zijn nog enigszins betaalbaar voor mensen met een gemiddeld inkomen en beschikken over een actieradius van minstens 600 kilometer, ook in de winter.”
Europese merken in de schaduw van Chinese nieuwkomers
Zoals gezegd, aan nieuwe modellen én nieuwe merken geen gebrek op de Heizel. Met name de Chinese merken maken er een uitstekend debuut. Dat geldt in het bijzonder voor BYD (Build Your Dreams), de nummer één in China. Opgericht in 1995 groeide BYD snel uit tot een belangrijke speler op de Chinese markt van oplaadbare batterijen, maar daarmee niet genoeg. Eigenaar Wang Chuanfu was het beu naar de pijpen van zijn klanten te moeten dansen en besloot zelf auto’s te gaan bouwen. Binnen de kortste keren was BYD de grootste autoconstructeur van China.
Of BYD ook de grootste autobouwer van de wereld zal worden, is koffiedik kijken. Feit is dat BYD voor zijn eerste optreden op de Europese markt meteen alle andere Chinese merken in de schaduw heeft gesteld met drie elektrische modellen die een overtuigende indruk maken door de technologie die zij gebruiken, door het hoge niveau van afwerking en de hoge kwaliteit van de gebruikte materialen in het interieur én door hun modern design. Alle drie modellen zijn volledig elektrisch en full option. BYD gaat dus voluit voor full electric, wat betekent dat het in eerste instantie de bedrijfswagenmarkt in het vizier neemt. Het goedkoopste model, de BYD ATTO 3, kost immers 45.990 euro wat een smak geld is voor een SUV in het C-segment. Daartegenover staat dat die een rijbereik heeft van 420 km (WLTP) en top is uitgerust. De BYD ATTO 3 werd eind 2022 verkozen tot VAB-Gezinswagen van het Jaar.
Hoewel de Chinese merken goedkoper kunnen produceren, verkoopt BYD zijn auto’s op de Europese markt duurder dan verwacht. Dat geldt ook voor Nio en Xpeng en bij uitbreiding ook voor Polestar. Zij concurreren niet via de prijs maar via de technologische voorsprong die zij bezitten tegenover de meeste Europese merken.
Prijsbreker MG
Uitzondering op de regel is MG, sinds 2019 op de Belgische markt. De merknaam verwijst naar het legendarische Engelse sportwagenmerk dat in 2007 nieuw leven werd ingeblazen door de Shanghai Automotive Industry Corporation (SAIC). MG beschikt over een aantrekkelijk gamma gezinswagens dat deels elektrisch is aangedreven. De nieuwste aanwinst is de MG4 Electric, een compacte full electric hatchback op basis van het modulaire MSP-platform dat is ontwikkeld door SAIC.
De 4,2 meter lange SUV beschikt in zijn basisversie (batterij van 51 kWh en motorvermogen van 170 pk) over een WLTP-actieradius van 350 kilometer, met een accu van 64 kWh verhoogt de autonomie tot 450 kilometer. In beide gevallen wordt de MG4 Electric aangedreven op de achterwielen. In de loop van dit jaar volgt een 4×4-versie, met een tweede e-motor op de vooras. In zijn goedkoopste versie kost de MG4 30.765 euro, de nieuwkomer behoort daarmee tot de goedkoopste elektrische auto’s op de Belgische markt. De MG4 Electric biedt veel waar voor zijn geld.
Van de Chinese constructeurs is geweten dat zij goedkoper produceren dan de Europese, sprake is van 10 tot 30 procent. De verklaring is simpel: vandaag staan de modernste autofabrieken in China, de lonen liggen er lager dan in Europa en het aanbod aan goedopgeleide arbeidskrachten is enorm groot. Jaarlijks studeren miljoenen Chinezen af aan de technische hogescholen en universiteiten. Bovendien hebben Chinezen een andere arbeidsethiek dan Europeanen: alles staat in functie van de carrière. Werkweken van zestig uren zijn niet abnormaal, vakantiedagen niet opnemen om de baas te plezieren… waarom niet.
Een en ander heeft ervoor gezorgd dat China koploper is inzake elektrificatie en de internationale EV-markt domineert. Nergens rijden meer elektrische auto’s dan in China, de e-verkoop stijgt er jaarlijks met 150 procent. In de Top 10 vinden wij echter geen enkel Europees merk terug. Het tegendeel is waar: bijna de helft van alle verkochte EV’s wereldwijd is made in China. Naar verwachting zullen Chinese merken hun EV-marktaandeel nog verder uitbouwen en zal een aantal Europese merken de productie van hun EV-modellen overplaatsen naar China. Dat is nu al het geval voor BMW, Mini, Polestar en Smart. Volvo is de volgende, andere zullen volgen.
Dacia: goedkoop en toch een goede koop
Volgens een recent marktonderzoek van de mobiliteitsorganisatie Traxio is 35 procent van de particuliere klant geïnteresseerd in een andere auto. In 20 procent van de gevallen gaat de voorkeur uit naar een nieuwe auto, in 15 procent naar een occasie. Dat is een hoger percentage dan één jaar geleden. Voor één op de vier ondervraagden is een andere auto geen thema.
Walen tonen zich kooplustiger dan Vlamingen, kijken wij naar de leeftijdsgroep zijn vooral dertigers op zoek naar een andere auto. Wat niet verwonderlijk is: in die leeftijdscategorie zijn de meesten aan kinderen toe en is een ruimere auto vaak een noodzaak. Lange levertermijnen lijken geen obstakel, de hoge prijzen zijn dan wel. De combinatie van inflatie en hogere energie- en catalogusprijzen doet kandidaat-kopers twee keer nadenken.
Waarom het niet toegeven: de prijzen van nieuwe auto’s zijn de voorbije twee jaar met gemiddeld 15 à 20 procent gestegen. Daardoor wordt een nieuwe auto voor een normaalverdiener onbetaalbaar, tenzij die een Dacia koopt. Het budgetmerk van Renault Group is en blijft het goedkoopste op de markt. De goedkoopste Dacia Sandero kost 11.290 euro, de goedkoopste Duster 16.690 euro, de goedkoopste Jogger 17.490 euro. Voor de elektrisch aangedreven Dacia Spring moet je 20.990 euro neertellen. Bij de meeste volumemerken vind je geen enkel model onder de 15.000 euro.
Dacia bewijst dat het kan: goede auto’s bouwen tegen een goedkope prijs, zonder toegevingen te doen op het gebied van veiligheid, comfort of duurzaamheid.
Waarom Dacia goedkoper is? In de plaats van een auto ingewikkeld en duur te maken, concentreert Dacia zich op de essentie. Waar bij andere merken de catalogusprijs de optelsom is van alle mogelijke kosten vertrekt Dacia van een vooropgestelde prijsvork waarbinnen ingenieurs en designers naar de best mogelijke oplossing voor de laagste prijs zoeken. Voor letterlijk ieder onderdeel en voor elke stap in het productieproces wordt vooraf een grondige kosten/batenanalyse gemaakt, elke eurocent wordt twee keer omgedraaid. Dacia is het enige automerk dat consequent geen korting geeft en toch het goedkoopste op de markt is. Geen wonder dat de Sandero in ons land de meest verkochte auto aan particulieren is en dat Dacia is opgeklommen naar plaats 9 in de Top 10 van best verkopende merken en daar in het gezelschap verkeert van de dure Duitse premium- en populaire Franse volumemerken. Il faut le faire!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier