Brussels Motor Show 2025: het feest van de automobiel is terug in het land

De stand van Mercedes-Benz neemt de volledige patio in beslag.
Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Wat midden vorig jaar niemand voor mogelijk hield, is toch gebeurd. Van 10 tot 19 januari 2025 heeft in Brussels Expo de 101e editie van de Brussels Motor Show plaats. Zo’n 60 automerken presenteren er hun nieuwste modellen.

De geschiedenis van wat toen het Automobiel- en Rijwielsalon heette, gaat terug tot 1902. Het geesteskind van Louis Mettewie heeft twee wereldoorlogen en meerdere grote economische crisissen overleefd. Ook uitstel door corona heeft niet tot afstel geleid. Gelukkig maar. Het Autosalon van Brussel maakt deel uit van ons cultureel erfgoed, ongeacht of je Vlaming, Waal of Brusselaar bent.

Traditie in ere hersteld

Nu de traditie in ere is hersteld, kan autominnend België zich opmaken voor de 101e editie van het Autosalon van Brussel, intussen omgedoopt tot Brussels Motor Show. In zijn topjaren trok het jaarlijkse evenement tot 750.000 bezoekers. Voor de editie 2025 hopen de organisatoren op 300.000 kijkers en kopers. En ook niet alle 12 hallen van Brussels Expo worden gebruikt. Dat die 101e editie er komt na het debacle van 2023 is om meerdere redenen een klein wonder.

Vooreerst is na de coronapandemie de verhoopte heropleving van de particuliere autoverkoop in Europa uitgebleven, wat resulteert in minder omzet. Terzelfder tijd is de omzet van de Europese merken in China ineengestort, een ontwikkeling die zij niet hebben zien aankomen en nu een serieuze streep door hun rekening is.

De Chinese markt is immers de grootste ter wereld. China is jarenlang een melkkoe geweest voor de Duitse constructeurs. Audi, BMW, Mercedes en Volkswagen hebben er de voorbije decennia 30 à 40 procent van hun omzet én winsten gerealiseerd. Tot vorig jaar was VW marktleider in China.

Een en ander heeft ertoe geleid dat de winsten van de Duitse merken in de loop van 2024 naar een historisch dieptepunt zijn gedaald. Daardoor is er plots veel minder budget voor marketing- en salesactiviteiten zoals internationale autosalons. Die versterken weliswaar het imago van de automerken, maar brengen niet meteen geld in het laatje. De return on investment is gering.

Kijk- en koopsalon

De Brussels Motor Show daarentegen is een kijk- én koopsalon en levert wel een direct meetbare return op. Tijdens de salonperiode realiseren de automerken gemiddeld 30 procent van hun verkoop aan particuliere klanten. Vooral voor kleinere merken was het autosalon altijd al een lonende investering.

Volgens Febiac-topman Frank Van Gool vormt een autosalon de ideale omgeving voor de merken om het verloren gegane persoonlijke contact met de particuliere klant in ere te herstellen. ‘Brussel is traditioneel het eerste autosalon in het nieuwe kalenderjaar. Dat zorgt ervoor dat het verzekerd is van een groot aantal wereld- en Europese premières. Als oudste en grootste autosalon geniet Brussel grote internationale uitstraling. Het internationale karakter van de Brussels Motor Show krijgt dit jaar een extra dimensie door de proclamatie van de verkiezing Auto van het Jaar 2025. Media van over de hele wereld hebben zich aangemeld.’

Febiac-topman en Brussels Motor Show-organisator Frank Van Gool rekent op 300.000 bezoekers.

Het heeft heel wat overredingskracht gekost om 60 automerken ervan te overtuigen in Brussel aanwezig te zijn. Van Gool: ‘De Europese automobielsector beleeft misschien wel de moeilijkste periode in de naoorlogse geschiedenis. De zeer strenge en deels onrealistische Europese CO2-doelstellingen treffen de Europese constructeurs veel harder dan hun Aziatische en Amerikaanse concurrenten, en dat betreur ik. Buiten Europa gelden andere normen en wetten en de politieke constellatie is er compleet anders, waardoor er met ongelijke wapens wordt gestreden. Een en ander verklaart waarom de Europese merken in het defensief zijn gedrongen en waarom de Chinese constructeurs in opmars zijn. De tijden zijn veranderd en ja, wij zijn verheugd dat wij er in korte tijd in geslaagd zijn om de Brussels Motor Show nieuw leven in te blazen.’

‘Op enkele uitzonderingen na zijn alle merken present’, zegt Van Gool. ‘Dat is op zich al een hele prestatie. Als organisator hebben wij veel tijd en geld geïnvesteerd in het aspect beleving, en ook de exposanten hebben alles uit de kast gehaald om de bezoekers een goed gevoel te bezorgen. Afgaande op de succesvolle voorverkoop in eigen land maar ook in Duitsland, Frankrijk en Nederland en de positieve respons in de media rekenen wij op 300.000 bezoekers. Wij zijn er helemaal klaar voor, het feest kan beginnen.’

Alle nieuwe modellen onder één dak

In totaal stellen zo’n 100 exposanten hun nieuwste modellen en producten tentoon, waaronder een 60-tal autoconstructeurs. Enkel Jaguar, Nissan, Polestar, Range Rover, Volvo en enkele nichemerken zijn niet vertegenwoordigd, om principiële of commerciële redenen.

Almaar meer automerken kiezen er inderdaad voor om hun salesactiviteiten op een andere leest te schoeien. Zij opteren voor online verkoop, zonder tussenkomst van hun dealers. Op die manier willen zij hun vaste kosten met 20 à 30 procent verlagen.

In het zogenaamde agentschapsmodel vormen de dealers niet langer de bevoorrechte aanspreekpartner voor kandidaat-kopers. Zij mogen ook niet meer onderhandelen over de prijs. De klant bestelt én betaalt zijn nieuwe auto online, zonder tussenkomst van de dealer. Het nieuwe takenpakket van de merkagent beperkt zich tot het afleveren van de nieuwe auto en het uitvoeren van onderhoud en herstellingen tegen een vaste vergoeding.

Een premiummerk als BMW zegt uitermate tevreden te zijn over de omschakeling naar het agentschapsmodel, maar voor de dochtermerken van Stellantis heeft de nieuwe formule geleid tot een implosie van de verkoop in ons land. Oordeel zelf: DS (-56,49 procent), Alfa (-45,44), Fiat (-36,82), Opel (-30,60), Peugeot (-25,48), Citroën (-22,52) en Jeep (-21,52). Ook bij Volkswagen heeft de nieuwe formule niet het verhoopte resultaat opgeleverd en heeft de directie beslist de klok terug te draaien.

Moet Europa vrezen voor een Chinese invasie?

Hoewel het marktaandeel van de Chinese merken op de Belgische markt in 2024 nauwelijks het vermelden waard is, zijn ze toch sterk vertegenwoordigd in Brussel. Hun merknamen doen bij de meeste mensen vooralsnog geen belletje rinkelen. Maar wat niet is, kan nog komen.

Dat bewijst de spectaculaire opmars van BYD en MG op de Belgische markt. Met aantrekkelijke en betaalbare modellen met zowel conventionele als elektrische aandrijving bieden voornoemde merken wat de Belgische klant vraagt. BYD en MG beschikken bovendien over een goed uitgebouwd dealernet, dat uitstekend werk levert. Tevreden klanten zijn de beste reclamemakers voor een merk.

Zoals gezegd, de Chinese constructeurs pakken groot uit in Brussel en koesteren hoge verwachtingen. Hun nieuwe modellen maken een goede indruk door hun moderne aankleding, rijkelijke uitrusting én voordelige prijs. Of die gunstige perceptie ook op het vlak van betrouwbaarheid en dienstverlening wordt bevestigd, moet nog blijken. Sowieso loont het de moeite hun verrassend ruime modellenaanbod in ogenschouw te nemen.

Van Audi-, BMW- of Mercedes-rijders verwacht ik niet dat zij nu al de overstap naar een Chinees merk maken. Indien zij een stap moeten terugzetten omdat de Duitse premiummerken te duur zijn geworden, zie ik hen veeleer klant worden van Hyundai of Kia.

Die Zuid-Koreaanse zustermerken hebben de voorbije jaren een grote stap voorwaarts gezet en dat op alle vlakken. Hun technologisch zeer vooruitstrevende modellen voor de Europese markt worden in Europa ontwikkeld, ontworpen én gebouwd en scoren goed tot zeer goed op het vlak van betrouwbaarheid en duurzaamheid. Zij evenaren het hoge kwaliteitsniveau van Toyota en worden niet getroffen door hogere Europese invoerheffingen.

Renault is zowat het enige lichtpunt onder de Europese merken.

Onder de Europese constructeurs zorgt de remonte van Renault voor een aangename verrassing. Vijf jaar geleden verkeerde het merk in grote moeilijkheden maar onder de bezielende leiding van topman Luca de Meo bouwt het aan een nieuwe toekomst met aantrekkelijke én betaalbare e-modellen met retrolook die het verschil kunnen maken met de modellen van de volumemerken van Stellantis en de Volkswagen Group.

Cupra, Seat, Skoda en VW slagen er niet in hun technologische achterstand inzake digitalisering ongedaan te maken, waardoor de lancering van nieuwe modellen telkens opnieuw vertraging oploopt. De Duitse autogroep verkeert in crisis.

Maar ook BMW en Mercedes hebben het moeilijk en zijn niet langer koploper op het vlak van technologische innovatie. Wie had gehoopt de definitieve versie van de Neue Klasse van BMW of de nieuwe CLA van Mercedes in Brussel te kunnen bewonderen, krijgt alleen een gecamoufleerde versie te zien.

De Kia EV3 is een van de kanshebbers voor de verkiezing Auto van het Jaar 2025.

Auto van het Jaar 2025

Voorafgaand aan de opening van de Brussels Motor Show voor het grote publiek op zaterdag 11 januari heeft op vrijdag 10 januari de proclamatie plaats van de verkiezing Auto van het Jaar 2025. Onder de 7 finalisten zijn er liefst 5 volledig elektrisch aangedreven modellen (Alfa Romeo Junior, Citroën ë-C3, Hyundai Inster, Kia EV3 en Renault R5 E-Tech). Daarbij valt op dat de Zuid-Koreaanse fusiegroep Hyundai en Kia met elk één model is vertegenwoordigd. Dat geldt overigens ook voor de Renault Group met de Dacia Duster en R5 E-Tech en de fusiegroep Stellantis (Alfa Romeo Junior en Citroën ë-C3). De Spaanse Cupra Terramar representeert de Volkswagen Group. Onder de 7 finalisten niet één model Made in Germany of Made in China. Ook dat typeert de ommekeer in de internationale autowereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content