Big brother rijdt mee
Europa wil het aantal verkeersslachtoffers naar beneden en voert daarom strengere veiligheidseisen in voor nieuwe wagens.
In 2022 werd een eerste pakket maatregelen ingevoerd, nu komt er het tweede luik van de GSR2 (General Safety Rules). Europa verplicht daarbij nog meer rijhulpmiddelen voor nieuwe wagens. In totaal gaat het om een twintigtal nieuwe elektronische snufjes die bestuurder moeten helpen… of controleren. Zo bijvoorbeeld het ISA-systeem (Intelligent Speed Assist) waarbij een piep aangeeft wanneer de bestuurder te snel rijdt. Verder is een actieve rijstrookassistent en een systeem dat waakt over de alertheid van de bestuurder.
Een andere noviteit is de komst van een black box, de zogeheten Event Data Recorder. Die registreert enkele seconden data (locatie, snelheid, stuurhoek, remdruk, …) voor en na een ongeval. Het systeem schiet in gang bij een impact dat sterk genoeg is om de airbags te activeren. Overheden en verzekeringen kunnen de data later analyseren om de omstandigheden van een ongeval te controleren en wie welke verantwoordelijkheid droeg. Omdat de data recorder ook gevoelige informatie kan bevatten, komen er bijkomende maatregelen op vlak van cybersecurity want auto’s zijn diep geconnecteerd met het internet. Dit gebeurt om te beletten dat auto’s vanop afstand worden gehackt waardoor derden toegang tot die gevoelige data krijgen.
Autonoom rijden
De rijhulpsystemen moeten op langere termijn het pad effenen voor autonoom of gedeeltelijk autonoom rijden. Wanneer en vooral of het ooit zover komt, is de vraag want een meerderheid van de automobilisten ervaart systemen zoals een actieve rijstrook- of noodstopassistent als storend. Die zorgen vaak ook voor onnodige interventies omdat ze bijvoorbeeld een vluchtheuvel of een scherpe bocht verkeerd interpreteren als een stilstaand object om dan vol in de remmen te gaan.
Dit soort missers – ook premiumproducten lijden eronder – bewijzen dat de technologie vaak niet rijp is. Het grootste probleem blijft dat de systemen niet altijd op dezelfde manier reageren door een gebrek aan uniformiteit van onze wegeninfrastructuur. Dat vergroot het aantal nodeloze interventies waardoor bestuurders erg sceptisch staan tegenover de rijhulpmiddelen.
De drang is dan ook groot om enkele ‘opdringerige’ systemen uit te schakelen. Dit moet elke keer opnieuw gebeuren wanneer de wagen start. Vaak lukt dat alleen via een complexe procedure met submenu’s. Sommige constructeurs voorzien sinds kort een ‘personaliseerbare knop’ – zeg maar een shortcut – om functies gegroepeerd en met één druk te activeren of uit te schakelen.
Natuurlijk maakt al dit technologisch vernuft de aankoop van een nieuwe wagen nog maar eens duurder. Dit zal ertoe leiden dat nichemodellen zoals kleine sportwagentjes van de markt verdwijnen. Anderzijds heeft het proportioneel een groot impact op de prijs van compacte wagentjes waardoor individuele (auto)mobiliteit voor de economisch meest kwetsbare groep minder toegankelijk wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier