Autosalons: eerst komt Brussel, dan pas Detroit. En daarna?
Decennialang was de North American International Auto Show (NAIAS) in de Amerikaanse autometropool Detroit the place to be. Wegens het eerste en grootste autosalon van het nieuwe jaar en daarmee de eeuwige concurrent van de Brussels Motor Show. Dat is verleden tijd. De NAIAS heeft veel aan internationale uitstraling verloren, zelfs Tesla stuurt zijn kat.
Vandaag opent de North American International Auto Show (NAIAS) zijn deuren. Eén week lang kunnen Amerikaanse autofans op Cobo Hall in de autometropool Detroit kennismaken met rond 20 nieuwe modellen, niet meer.
Voorbij is de tijd dat alle min of meer belangrijke automerken een wereldpremière reserveerden voor de Detroit Motor Show, tot 60 in totaal. Vele Europese topmanagers grepen die gelegenheid aan om achteraf enkele dagen te gaan skiën in een van de bekende topresorts in de Rocky Mountains. Wegens de powder snow en de mogelijkheid tot heli-ski.
Chinese markt is belangrijker geworden dan de Amerikaanse
Vandaag 15 januari onthullen Mercedes en BMW in Detroit nog wel de nieuwe G-klasse en X2, maar die laatste is vanaf vandaag ook te zien op de Brussels Motor Show. Mercedes-topman Dieter Zetsche vliegt nog wel naar de VS waar hij jarenlang heeft gewerkt en gewoond, misschien is hij wel een enthousiaste skiër en staat hij in het krijt bij zijn gezin. De bazen van de andere Duitse merken blijven thuis.
In het geval van Audi omdat er zogezegd moet worden bespaard op de (vlieg)kosten, maar geloof me, dat is slechts een voorwendsel. De waarheid is dat Audi zijn reclamegeld liever uitgeeft aan meer doelgerichte campagnes voor een selectief publiek. Bij BMW, Porsche en Volkswagen is te horen dat de Amerikaanse markt aan belang heeft verloren. Sinds 2016 is China de grootste automarkt, met een veel groter groeipotentieel dan de Amerikaanse, die stagneert. De Chinese automarkt is inmiddels goed voor 30 procent van de wereldwijde autoverkoop, het aandeel van de Amerikaanse markt is gedaald van 35 procent in 2000 naar 20 procent in 2017.
Over and out voor Detroit
De neergang van NAIAS als internationaal autosalon is al enkele jaren aan de gang. In de nasleep van het faillissement van General Motors en de noodgedwongen verkoop van Chrysler aan Fiat verkommerde de rijke autometropool tot het armenhuis van de Verenigde Staten. Detroit was out! En levensgevaarlijk én deprimerend.
Terzelfdertijd ontwikkelde zich in de slipstream van de IT-boom een nieuwe dynamiek, ditmaal aan de westkust van de Verenigde Staten. Opeens waren alle ogen gericht op de Los Angeles Auto Show en de Consumer Electric Show (CES) in Las Vegas. De NAIAS-directie keek toe vanuit een ivoren toren en vond geen afdoend antwoord. Met alle gevolgen van dien. De North American International Auto Show glijdt elke jaar een beetje meer af in de richting van een autosalon voor de Amerikaanse markt, en verliest hoe langer hoe meer aan internationale uitstraling.
Tekenen aan de wand
Niet enkel de Europese autobazen geven dit jaar forfait, ook voor de automerken is Detroit geen topprioriteit meer. De stand van Volkswagen heeft aan glans verloren, Porsche blijft voor het tweede jaar op rij zelfs helemaal weg en geeft de voorkeur aan de autosalons van Los Angeles en New York, de metropolen waar de rijke Amerikaanse Porsche-klanten werken en wonen. De meest geciteerde afwezige komt uit de VS zelf met de bekend in de oren klinkende naam Tesla.
Wat bezielt het management van de shooting star onder de automerken om verstek te geven voor Detroit? Het antwoord is even laconiek als duidelijk… ‘In Detroit staat de auto van gisteren, in Las Vegas de auto van morgen.’ Door de digitalisering ontstaat inderdaad een compleet nieuw type van auto dat autonoom rijdt en elektrisch wordt aangedreven.
Omdat de traditionele autoconstructeurs geen kaas hebben gegeten van de nieuwe computertechnologieën moeten zij – noodgedwongen – samenwerken met sectorvreemde IT-bedrijven uit Silicon Valley en omgeving. Zo coöpereert Volkswagen met Nvidia en Hyundai met Aurora. Die samenwerking biedt opeens nieuwe, ongekende perspectieven en baant de weg voor de robotauto van morgen. Met de hand op het hart… de computer op wielen komt eraan, geloof me. Mét een milieuvriendelijke elektromotor die geen schadelijke uitlaatgassen uitstoot en geen geluid maakt en met een onzichtbare figuur aan het stuur die zich altijd en overal aan de verkeersregels houdt en constant communiceert met de andere weggebruikers. Om botsingen te voorkomen.
De bestuurder zoals jij en ik die kennen, wordt gerecycleerd tot passagier én ontheven van elke verantwoordelijkheid. Hij of zij mag voortaan telefoneren en de krant lezen in de auto, of een dutje doen. Zolang hij of zij het stuurwiel niet in handen neemt, kan en mag alles. Het is wachten op een nieuwe slogan ter vervanging van Freude am Fahren. Want dat zit er op termijn allicht niet meer in, tenzij je over een privécircuit beschikt en je snelle wagen van nu niet inruilt tegen een politiek correcte robotauto.
Febiac heeft de juiste keuze gemaakt
Is dat de toekomst die ons te wachten staat? Ja. Is dat erg? Neen. De computer op wielen wordt een verlengstuk van onze huiskamer en kantoor, door nieuwe mobiliteitsstromen wordt het autoverkeer in de steden en op de autoweg ontlast? Gedaan dus met het fileleed en de ergernis over het zinloze tijdverlies bij stilstaand verkeer.
Het slechte nieuws is dat we niet meer naar het autosalon van Brussel kunnen gaan. De auto van de toekomst zullen we online bestellen nadat we die via het internet hebben geconfigureerd – voor zover dat nog nodig zal wezen. Verwacht je aan robotauto’s met all-in, zelfs het opladen via de kabel zal voorbijgestreefd zijn. Dat zal al rijdende en automatisch gebeuren via stroombanen in het wegdek, terwijl je gezellig zit te keuvelen met je medepassagiers die niet persé familieleden zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld onderweg zijn opgestapt. Keitof toch dat mijn kleinkinderen dit mogen beleven.
In afwachting hebben de organisatoren van de Brussels Motor Show de juiste keuze gemaakt door van het evenement een kijk- en koopsalon te maken waar zowel bezoekers als exposanten een duit in het zakje kunnen doen. Zolang er in Brussel geld te verdienen valt, zal Brussel blijven bestaan. Spijtig dat ons land geen bergen heeft waar je kan skiën.
Autosalon van Brussel 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier