Autosalon in Frankfurt: Geallieerde aanval op Duitse burcht (video)

Ere wie ere toekomt. De dominantie van de Duitse automerken op de Internationale Auto Ausstellung (IAA) in Frankfurt is nog groter dan verwacht. En dat in omzeggens alle domeinen. De traditionele autolanden Engeland, Frankrijk en Italië zijn aangewezen op een figurantenrol. Maar Jaguar en Renault berusten niet in hun lot en trekken resoluut ten aanval.

Zo’n honderd jaar geleden werd het Parijse straatbeeld beheerst door auto’s van Franse origine, dat bewijzen filmfragmenten en vergeelde foto’s uit die tijd. Citroën, Peugeot en Renault hebben inderdaad autogeschiedenis geschreven, lang voor er sprake was van Audi, BMW of Volkswagen.

Een aantal andere Franse merken heeft de wereldoorlogen en economische crisissen niet overleefd, zoals dat ook het geval is geweest voor een serie Duitse constructeurs uit de beginjaren van de automobiel. Denk aan Borgward dat in 1963 de boeken neerlegde en nu op de IAA – na een afwezigheid van meer dan vijftig jaar – opnieuw een teken van leven geeft. Mét de steun van alweer een Chinese investeerder.

Van kwaad naar erger

De Franse merken hebben moeilijke jaren achter de rug. Dat heeft ermee te maken dat die zich zijn blijven focussen op de Europese markten die door de economische crisis zware klappen hebben gekregen. De teruglopende autoverkoop leidde het afgelopen decennium tot overproductie en een overaanbod, wat een ongenadige concurrentiestrijd veroorzaakte.

In een vertwijfelde poging hun marktaandeel te consolideren, stonden de Europese autobouwers almaar hogere kortingen toe. Die strategie ondermijnde hun rendabiliteit zo sterk dat er minder geld overbleef om te investeren in nieuwe modellen en toekomstgerichte technologieën – en dat is niet zonder gevolgen gebleven.

Ook de Duitse en Aziatische constructeurs verloren in Europa geld, maar die konden de verliezen in Europa grotendeels compenseren door hogere winsten in China en andere groeilanden.

Zowel Citroën als Peugeot en Renault verloren terrein tegenover hun Duitse én Aziatische concurrenten, en zijn meer dan ooit op achtervolgen aangewezen. Renault slaagt daar beter in dan de groep PSA (Citroën/Peugeot), dankzij de alliantie met het Japanse Nissan. Via die omweg is Renault vandaag nummer één op het vlak van elektromobiliteit.

Terwijl de nieuwigheden op de stands van PSA niet meer voorstellen dan een acte de presence, pakt Renault in Frankfurt uit met twee wereldpremières die er toe doen. Zowel de nieuwe Mégane als de Talisman hebben volgens Renault-woordvoerder Karl Schuybroek een sterke signaalfunctie. “De Mégane is ons volumemodel in het C-segment dat goed is voor één derde van de autoverkoop in Europa én neemt ook 35 procent van de totale Renault-verkoop voor zijn rekening. Ik haal die cijfers aan om het belang van de Mégane voor het merk te onderlijnen. In vergelijking met zijn voorganger ziet de nieuwe Mégane er robuuster en sportiever uit, een designlijn die we kennen van de Kadjar en Espace die eerder dit jaar werden gelanceerd en de signatuur dragen van onze Nederlandse designdirecteur Laurens van den Acker.”

“De nieuwkomer beschikt bovendien over uitrustingselementen uit het hogere gamma wat maakt dat de klant veel waar voor zijn geld krijgt. Met de Talisman wil Renault opnieuw de Franse nummer één worden in het luxesegment én een vuist maken in de richting van de Duitse merken, die nu heer en meester zijn in het D-segment.” “

De uitdaging is groot maar we nemen de handschoen op. We bieden de Talisman als berline en break aan, hij ziet er tegelijk stoer en elegant uit en beschikt over milieuvriendelijke motoren, met een laag verbruik en een lage CO₂-uitstoot wat hem ook als bedrijfswagen zeer interessant maakt.”

Renault is marktleider op het vlak van e-mobiliteit maar had wellicht gehoopt dat de verkoop van de elektrische auto zich sneller en sterker zou doorzetten. Waar loopt het fout?

Karl Schuybroek : “Renault bezit een aandeel van ruim 50 procent van de E-markt en zit daarmee op schema. In Frankrijk vertegenwoordigen onze E-modellen zo’n 4 procent van onze totale verkoop, en ook daar kunnen we mee leven. Elektromobiliteit betekent een revolutie voor de automobielwereld en zo’n ingrijpende verandering heeft nu eenmaal tijd nodig.”

“Eerst en vooral moeten de mensen zich bewust worden van de dwingende noodzaak van zero-uitstoot om onze wereld leefbaar te houden voor toekomstige generaties. Daar gaat tijd over heen, zoals ook de uitbouw van een netwerk van laadpalen tijd vergt.”

“Ook de ontwikkeling van de accutechnologie is nog volop aan de gang: de batterijen zullen compacter, krachtiger én goedkoper worden. Over vijf jaar zal een actieradius van 500 km dagelijkse kost zijn, zal de infrastructuur fijnmaziger zijn uitgebouwd én zal blijken dat Renault vijftien jaar geleden de juiste beslissing heeft genomen door in te zetten op elektromobiliteit. Als het ergens fout loopt, dan op het politieke vlak.”

“De politieke overheden – zowel binnen als buiten Europa – slagen er niet in een gecoördineerd beleid uit te werken. België is daar het beste voorbeeld van met een verschillende aanpak op elk beleidsniveau. De constructeurs worden daar zot van!”

Renault is jaren geleden een alliantie aangegaan met het Japanse Nissan en werkt nu ook samen met Daimler. Wat levert die samenwerking op en wordt ze nog uitgebreid?

Karl Schuybroek : “Toen Nissan in moeilijke financiële papieren zat, is Renault ter hulp geschoten. Daaruit is een hechte samenwerking ontstaan die bevruchtend en kostenbesparend werkt en van de alliantie Renault/Nissan een sterke wereldspeler heeft gemaakt. Sinds enkele jaren coöpereert Renault ook met Daimler rond heel concrete projecten, zoals in het geval van Twingo/Smart en recent, de bouw van een nieuwe fabriek in Mexico of het uitwisselen van knowhow en onderdelen. Telkens zich een mogelijkheid tot samenwerking aandient, worden voor en tegen onderzocht. Levert het project voor beide partners een meerwaarde op, ligt de finale beslissing bij de voorzitters Ghosn en Zetsche van wie geweten is dat ze zeer goed met elkaar kunnen opschieten.”

Wat is de impact van de heropleving van de economie in Zuid-Europa voor Renault?

Karl Schuybroek : “Renault stond en staat traditioneel zeer sterk in Zuid-Europa. Nu de economie opnieuw aantrekt in Italië en Spanje zorgt dat – in combinatie met de lancering van vier nieuwe modellen – voor een enorme boost van onze verkoop aldaar. In die zin is 2015 een fantastisch jaar voor Renault.”

De heropleving van de Zuid-Europese economie straalt ook positief af op Seat dat Spaanse roots heeft maar nu ressorteert onder de Volkswagen-groep en profiteert van de synergiën binnen de grootste autogroep ter wereld. Op de IAA pakt Seat uit met een tweedeurs Cross Sport, een studiemodel op basis van de Seat Leon waarvan wij hopen dat het straks in serieproductie gaat.

Bij de Italiaanse merken blijft het armoe troef. Daarmee is alles gezegd, of toch niet helemaal. Ferrari richt in Frankfurt de spots op de nieuwe 488 spyder, een fantastisch machine voor enkele happy few. En of de nieuwe Giulia de redder in nood is voor Alfa Romeo, wie zal het zeggen?

De wederopstanding van een iconisch merk

2015 zal ook bij Jaguar de geschiedenis ingaan als een uitzonderlijk goed jaar met een zeer rijke oogst aan nieuwe modellen en nieuwe motoren. “2015 is een kantelmoment in de geschiedenis van Jaguar. In één jaar vernieuwen we met de XE en XF omzeggens ons compleet berlinegamma, met als kers op de taart de F-Pace, een sportieve SUV waarmee Jaguar een nieuw doelpubliek in het vizier neemt dat traditioneel bij andere merken zit. Maar welke andere merken kunnen een palmares voorleggen als Jaguar? Welk ander merk maakt zoveel emoties los, roept zoveel herinneringen op?” Zegt Isabelle Michiels, woordvoerder Jaguar België.

“Jaguar behoort bij de allergrootste uit de automobielgeschiedenis en ook de F-Pace draagt het DNA van Jaguar in zich. Dankzij de imput van ons zusterbedrijf Land Rover beschikt de F-Pace bovendien over de modernste technologie op het vlak van vierwielaandrijving. In combinatie met onze nieuwe milieuvriendelijke motoren zorgt dat voor een zeer concurrentieel aanbod in een marktsegment dat in volle ontwikkeling is en waarin Jaguar een prominente rol wil spelen.”