Auteur Yasmien Naciri: ‘Altruïsme is niet altijd positief’

Stijn Tormans

Waarover is onderzoeker en auteur Yasmien Naciri van gedachte veranderd? ‘Vroeger wilde ik alleen maar anderen helpen. Dat gaf me ook een goed gevoel. Tot ik er zelf bijna kapot aan ging.’

‘Ik ben opgevoed met het idee dat je altijd zorg moet dragen voor anderen’, zegt Yasmien Naciri. ‘Financieel hadden we het thuis helemaal niet breed. Als er mensen op bezoek kwamen, dan ontzegden we onszelf dingen om hen toch maar goed te kunnen ontvangen. Geef het beste van jezelf aan anderen, dat was het motto. Dat heb ik proberen te doen: al vroeg zette ik me in voor de samenleving. Vanaf mijn veertiende deed ik vrijwilligerswerk en op mijn negentiende had ik mijn eerste organisatie, die honderden vrijwilligers telde. Samen deden we ontwikkelingswerk: ik gaf mijn werktijd en vakantiedagen op om de renovatie van scholen te coördineren. Ik betaalde al mijn werk- en reiskosten zelf. Maar ik haalde er wel enorm veel voldoening uit: ik genoot ervan als ik blije gezichten zag. Dat gaf zin aan mijn leven. Later stampte ik een tweede vrijwilligersorganisatie, een erkende jeugdwerking, uit de grond en nam ik bestuursfuncties op. Allemaal onbezoldigd. Intussen kwam ik als columniste ook meer in de media. Mensen namen contact met me op om te vragen of ik hen kon helpen. En elke keer zei ik ja. Zij kwamen op de eerste plaats. Ik hielp hen aan jobs. Maar intussen ging mijn gezondheid wel in sneltempo achteruit. Mijn huisdokter zei: “Fantastisch dat je anderen altijd wilt helpen, Yasmien, maar je moet leren nee zeggen. Het heeft geen zin om anderen liefde te geven als je jezelf die misgunt.” Je moet jezelf graag leren zien.’

Ik heb twijfel nooit als een zwakte gezien, maar net als een sterkte.

U investeerde dus veel in de samenleving…

Yasmien Naciri: … maar niet in mezelf. Ik leefde voor anderen. Ook mijn vrienden hebben me wakker geschud: ‘Het is heel nobel dat je altijd anderen wilt helpen, maar wanneer ben jij er voor ons? Als wij met jou willen afspreken, dan moeten we dat twee maanden op voorhand regelen. Dat is echt niet oké, dit is niet wat vriendschap hoort te zijn. We begrijpen dat je veel wilt doen voor de samenleving, maar wij zijn er ook nog.’ En ze hadden gelijk. Eind 2020 heb ik beslist om het roer om te gooien. Ik doe nog altijd veel vrijwilligerswerk, dat is de aard van het beestje, maar ik zeg steeds meer nee. Ik heb ook ontslag genomen in organisaties die ik zelf opgericht had. Ook als anderen me om hulp vragen, verwijs ik hen gemakkelijker door.

Daarover ben ik dus van gedachte veranderd. Altruïsme is fantastisch. Maar als je er zelf kapot aan gaat, is het dan nog zo positief? Dan wordt het heel toxisch. Mijn moeder heeft daar ook last van: ze helpt veel mensen door te tolken en ook met administratieve zaken. Maar intussen blijven haar zaken liggen. Dat zeg ik haar ‘Mama, probeer eerst jezelf te helpen, en kijk daarna of je ook anderen kunt helpen.’

Twijfelt u vaak?

Naciri: In mijn professionele werk onderbouw ik mijn mening altijd met wetenschappelijke onderzoeken. Ik zeg nooit zomaar iets. Maar op andere vlakken twijfel ik voortdurend. Heb ik iemand pijn gedaan of niet? Had ik het anders moeten aanpakken? Geloof ik nu wel of niet? Ik heb twijfel nooit als een zwakte gezien, maar net als een sterkte. Alleen mensen die denken twijfelen, want anders stel je de zaken niet ter discussie. Natuurlijk moet je ooit de knoop doorhakken, maar het is meestal niet erg om een verkeerde keuze te maken.

In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.

Partner Content