Auteur Naema Tahir: ‘Hoe ouder ik word, hoe meer Pakistaans ik aan het worden ben’
Vol vuur mengde schrijfster en juriste Naema Tahir zich jarenlang in het islamdebat. Na een onderzoek naar het gearrangeerde huwelijk, een thema uit haar eigen leven geplukt, vond ze rust. ‘Ik besef nu pas dat ik al die tijd mezelf ontkend heb.’
Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.
Op het einde van ons gesprek rommelt Naema Tahir als een zakkenroller in haar eigen handtas. Ze wil me het bewijs tonen van haar persoonlijke groei, glimlacht ze. Van haar nieuwverworven minimalisme.
Na nog wat rommelen haalt ze een plastic zakje tevoorschijn, netjes in een knoop gedraaid, waarin ik twee stukjes komkommer zie dobberen, zoals vroeger de goudvissen op de kermis.
‘Ziezo’, zegt ze. ‘Dit was mijn ontbijt vandaag.’
Vier jaar geleden sloeg bij Tahir de bliksem in. Ze was een gevierd columniste en schrijfster, een graag geziene gaste in talkshows op radio en televisie, landelijk bekend om haar scherpe, vaak controversiële meningen in het islamdebat. Kies voor jezelf, peperde ze haar medemoslima’s om de haverklap in, het is de kortste weg naar geluk.
‘Maar toen zag ik op OPRAH.COM een interview met de Amerikaanse actrice Ali MacGraw, die van Love Story, over hoe ze na het floppen van haar carrière in afzondering was gaan leven en in dertig jaar geen nieuwe kleren had gekocht, en ik dacht bij mezelf: hé, zoiets wil ik ook.’
Familie, staat en markt zijn de grote instituties in de wereld. In Pakistan is de staat klein en de markt zwak, dus daar val je heel vaak op je familie terug.
Ze besliste om een jaar lang geen nieuwe kleren te kopen, gooide haar tv eruit (‘ik was verslaafd, om 6 uur ’s ochtends ging ie al aan’), ging gezonder eten en zette een proefschrift over het gearrangeerde huwelijk op, een thema uit het leven geplukt.
Inmiddels is het proefschrift afgerond. Eind vorig jaar promoveerde Tahir aan de universiteit van Utrecht.
U hebt vier jaar over uw proefschrift gedaan. De stilte, de pauze, de bezinning werkte zalvend en verrijkend voor uw ziel, hebt u eerder al gezegd. Dat klinkt haast religieus: ondervindt u de hedendaagse maatschappij als te luid, te snel, te weinig reflectief?
Naema Tahir: Epicurus zei ooit: ‘Leef in het verborgene.’ Ver weg van het publieke gewoel vinden we geluk. Dat mis ik vandaag. We leven te veel in onze uitlatingen, in ons ego. Er zijn te veel meningen en er is te weinig analyse. Neem nu de politieke discussies op tv: doornen in het oor zijn het, ik kan het niet meer aanhoren. We zijn echt de weg kwijt, op dat vlak.
We kijken ook zo graag neer op andere culturen, zonder goed te weten hoe die culturen precies in elkaar zitten. Het moet allemaal op de westerse manier, anders is het minderwaardig. Dat is heel pijnlijk. En wat nog pijnlijker is, is dat ik er zelf aan heb meegedaan. Waarom heb ik mijn eigen cultuur zo bekritiseerd?
Jarenlang hebt u zich met luide stem in het publieke debat gemengd. U had graag op een zachtere manier willen losbreken uit uw etnische groep?
Tahir: Ja, maar was dat wel mogelijk? Waarschijnlijk niet. Na 9/11 was de algemene toon van het debat veel harder dan vandaag. Ik was nog een stuk jonger en ik zag mezelf nog vooral als een vrij individu in de westerse samenleving. Ik was onwetend en wilde per se losbreken, zoals zo veel jongeren met een migratieachtergrond.
Op uw 27e hebt u geweigerd te huwen met de Pakistaanse man die uw ouders voor u hadden uitgekozen. De beslissing leidde tot een tijdelijke breuk met uw familie. Hoe had uw leven er vandaag uitgezien als u toch had ingestemd?
Tahir: Goh, die vraag is me nu nog nooit gesteld. Meestal vragen mensen me hoe moeilijk het was om die beslissing te nemen en vervolgens antwoord ik dat het heel verdrietig was, vooral voor mijn ouders. Ik wees niet alleen hun hulp, maar ook hun hele cultuur af. Voor hen was het echt een smack in the face, besef ik nu. (zwijgt) Ik heb voorbeelden zat van hoe het met me had kunnen lopen. Ik ben zelf een kind van een gearrangeerd huwelijk, al mijn neven en nichten zijn een gearrangeerd huwelijk aangegaan. Ze zijn opgeleid en in de meeste gevallen aan het werk.
Waarschijnlijk woonde u nu in Pakistan?
Tahir: O, je wilt de oefening echt concreet maken? Ik vind dat zo lastig, zo’n heiligschennis tegenover mijn huidige gezin. (lacht) Misschien had ik ook wel in Nederland geleefd, met een man die ik niet aantrekkelijk vond, maar ik had zeker mijn Pakistaanse kant meer gevoed. Misschien droeg ik Pakistaanse jurken, at ik meer zoete desserts, was ik iets dikker, omdat er geen slankheidswaan heerst, en hield ik geen rekening met het curryplafond.
Het curryplafond?
Tahir: Het klinkt idioot, maar al heel vroeg in mijn carrière heb ik voor mezelf besloten dat ik niet zou kunnen integreren als ik thuis Pakistaans zou blijven. Als ik elke dag curry zou eten, dacht ik, zouden mensen me bij binnenkomst al meteen ruiken en zouden ze zich al een heel beeld van me gevormd hebben nog voor ik iets gezegd had.
Ik heb mijn Pakistaanse identiteit zo lang zo hard ontkend om te kunnen meedoen in dit land, om als gelijke te worden gezien, dat ik nu pas besef dat ik al die tijd mezelf ontkend heb.
Hebt u zich door het proefschrift met uzelf verzoend?
Tahir: Dat kan wel zijn, ja. Op een oppervlakkig niveau zou het willen zeggen dat je door analyse je pijn probeert te verwerken, maar ik denk niet dat het dat was. Het werkte eerder op een dieper niveau, ik heb ingezien dat je heel veel kunt helen in deze wereld door wetend te zijn. En dat je bijgevolg ook heel veel kunt kapotmaken door onwetend te zijn.
Was het ook een verzoening met uw ouders? In het nawoord van uw proefschrift bedankt u hen uitdrukkelijk.
Tahir: Ik heb het zelf nooit zo therapeutisch gezien en ik hoefde ook niets meer goed te maken, de verzoening heeft jaren geleden al plaatsgevonden, maar door mijn onderzoek heb ik hen en hun hele cultuur wel geëerd. Door te laten zien dat ik het snap. Closure, dus. Daar ben ik best wel trots op. En zij trouwens ook. Een doctor in de familie vinden ze tof.
Ik schrok van de cijfers: zo te horen leeft het gearrangeerde huwelijk onder twee miljard mensen voort?
Tahir: Sommigen zeggen zelfs dat de helft van de wereldbevolking in een gearrangeerde huwelijkscultuur geboren wordt. Het is veel minder marginaal dan we denken. Het is voor alle duidelijkheid ook niet hetzelfde als een gedwongen huwelijk, een praktijk die we vanzelfsprekend moeten afkeuren. Bij een gearrangeerd huwelijk stelt je familie je op een bepaald moment een mogelijke partner voor, maar heb je als vrouw een redelijk alternatief. Je kunt weigeren, zoals ik heb gedaan. Daar komt veel verdriet bij kijken, maar je wordt niet uitgestoten.
Kijk: familie, staat en markt zijn de grote instituties in de wereld. In Nederland en België hebben we nog altijd een welvaartsstaat. De markt zorgt ervoor dat er banen zijn, je kunt gaan wonen waar je maar wilt, je kinderen kunnen naar een staatsschool en als je ziek wordt, vangt de staat je op. In Pakistan is de staat klein en de markt zwak, dus daar val je heel vaak op je familie terug. Als daar een huwelijk kapotgaat, krijgt het economisch welzijn van de twee families een enorme deuk, het is een klap die ze moeilijk kunnen opvangen. Alles, de lusten én de lasten, wordt er afgemeten aan de vraag: wat is in het belang van de groep?
Elke relatie houdt een enorm risico in, is eigenlijk wat u zegt. En waarom zou het algoritme van Tinder minder feilbaar zijn dan de twintig familiewijzen die in Pakistan mogelijke huwelijkspartners aan elkaar koppelen?
Tahir: Precies. Hier in het Westen zijn de mensen bovendien veel minder vrij dan ze zelf graag denken. Je ouders bepalen waar je geboren wordt en waar je opgroeit, vaak ook welke studies je volgt en bijgevolg welk werk je uitoefent en wie je ontmoet. Ouders spelen ook hier een grote rol, alleen is de invloed subtieler dan in Pakistan.
Het zijn gewoon twee verschillende werelden. Het individualistische denken hier en het collectieve denken daar. Om begrip te kunnen opbrengen voor elkaar, moeten we ons tenminste al van die verschillen bewust zijn.
Het leger en de rechtspraak hebben twee zaken gemeen: je kunt er iets door betekenen voor je land en er is orde. Dat heb ik nodig: regels, structuur, regelmaat.
Inmiddels bent u al jaren getrouwd met een Nederlandse man. Naar verluidt lijkt hij innerlijk heel erg op een Pakistaan. Hoe dan?
Tahir: Mijn man heeft iets heel traditioneels. Hij is een echte familie- en groepspersoon, met veel respect voor ouderen. Hij hecht veel belang aan religie. En aan gemeenschapszin. Dat je in een buurt woont en elkaar helpt, door bijvoorbeeld eten te brengen naar de buurvrouw als haar man op zakenreis is. Dat soort dingen, de hele dag door.
Hij is Pakistaanser dan u?
Tahir: Ik ben meer een individualist, ja, daar heeft hij me ook al op attent gemaakt. Maar hoe ouder ik word, hoe meer Pakistaans ik aan het worden ben.
U bent geboren in Slough, even buiten Londen, groeide op in het Nederlandse Etten-Leur en het Pakistaanse Faisalabad, u studeerde in Leiden en werkte in Lagos en Straatsburg. Wat is ’thuis’ voor u?
Tahir: Ik heb in Nederland gewoond van mijn tiende tot mijn veertiende en van mijn zestiende tot nu, maar toch voel ik me hier nog altijd niet echt thuis. Ik voel me totaal out of place. En dat uit zich in heel kleine, triviale dingen. Ik heb geen jeugdvriendinnen. Twee jaar geleden begon mijn dochter me te corrigeren: ‘Mama, het is niet het tafel, maar de tafel.’ Toen besefte ik: I haven’t nailed it, ik ben niet geïntegreerd. Nog een voorbeeld? Ik kan nog altijd niet zwemmen. Toen ik twaalf was, mocht ik van mijn ouders ineens niet meer deelnemen aan de gemengde zwemlessen: ze vonden geen geschikt, bedekkend badpak voor me en dus moest ik voortaan aan de kant blijven zitten.
Als motto voor uw roman Eenzaam heden koos u een citaat uit De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry: ‘De mensen? Ze hebben geen wortels en daar hebben ze veel last van.’
Tahir: Voor mijn vijftiende ben ik vijf keer gemigreerd, wat voor een enorme ontheemding heeft gezorgd. Ik wil niet het slachtoffer uithangen, maar ik heb zo’n groot verdriet, zo’n pijn van mijn migratie, het is bijna een migratietrauma. (zwijgt)
Ooit wil ik naar Engeland terug, dat gevoel heb ik de laatste tijd heel erg. Ik ben niet over Engeland heen, besefte ik onlangs. Mijn eerste school, de eerste boeken die ik las, de eerste taal die ik goed leerde spreken: het belangrijkste deel van mijn jeugd speelt zich in Engeland af. Ik heb me altijd enorm thuis gevoeld in Nederland, maar mijn heimwee naar Engeland is nooit weggegaan. Je voelt je als migrant pas thuis in een nieuw land als er genoeg mensen zijn zoals jij. Hier ben ik een van de weinige bruine Nederlandse vrouwen, ik behoor niet tot de dominante groep. In Engeland zou dat wel het geval zijn, daar zijn zo veel British Asians.
Hebt u de onrust van uw vader?
Tahir: Ja, ik denk het wel. Hij kon nooit lang ergens blijven, en dat herken ik bij mezelf. Al was zijn onrust dieper, fundamenteler dan de mijne. Hij kwam op zijn negentiende naar Engeland, hij wilde er heel even werken om op die manier een nieuwe radio te kunnen kopen, maar hij is nooit meer teruggekeerd. Enkele keren voor een kort bezoek, maar niet definitief. Hij was een soort transmigrant, tussen zijn land van herkomst en zijn nieuwe land, of nieuwe landen in zijn geval: Engeland en Nederland.
Toen u als tienermeisje twee jaar in Pakistan woonde, wilde u het leger in. Uiteindelijk werd het de rechtenfaculteit van Leiden. Een keuze van het hoofd boven het lijf, van de open hand boven de gebalde vuist?
Tahir: Had gekund, maar het had simpelweg met ambitie te maken. In Pakistan is het leger het best georganiseerde instituut: er gaat veel overheidsgeld naartoe, het is erg geavanceerd. Toen we kort erna terugkwamen naar Nederland ben ik hier opnieuw van de beste werkplekken beginnen te dromen, en in mijn ogen kon ik die het gemakkelijkst bereiken via een studie in de rechten. Het leger en de rechtspraak hebben wel twee zaken gemeen: je kunt er iets door betekenen voor je land en er is orde. Dat heb ik nodig: regels, structuur, regelmaat.
Ik wil niet het slachtoffer uithangen, maar ik heb zo’n groot verdriet, zo’n pijn van mijn migratie, het is bijna een migratietrauma.
Als kind al was u erg gefocust op slagen in de maatschappij. U wordt dit jaar 50. Bent u in uw ogen geslaagd?
Tahir: Op een andere manier dan ik had gedacht. Toen was ik fel bezig met ambitie en status. Ik zag mezelf als baas van een VN-orgaan, of als ceo van een groot internationaal bedrijf. Ondertussen heb ik voor de VN gewerkt, als juriste, en besef ik dat ik geslaagd ben door te weten, door mijn onwetendheid te overwinnen, meer dan door de functies die ik bekleed heb.
Zijn uw lichaam en geest in balans?
Tahir: Geestelijk gaat het prima, lichamelijk kan het altijd beter. Ik probeer af en toe te wandelen en ik heb sinds kort een hometrainer, maar ik sla het sporten nog te gemakkelijk over. Ik leef wel al een hele tijd op een speciaal dieet. Ik eet hoofdzakelijk groenten, fruit, noten en zo weinig mogelijk vlees en zuivel, en ik stel een maaltijd zo lang mogelijk uit. Soms tot vijftien, zestien uur. Ik slaap beter, ben wat afgevallen en voel me fitter. Ook daarin schuilt voor mij het minimalisme.
Uw man is rechtsfilosoof en voormalig kampioen gewichtheffen. Wanneer heeft hij u voor het laatst boven zijn hoofd getild?
Tahir: (lacht) Dat gebeurt niet, gelukkig, maar hij zou het wel kunnen. Eind jaren tachtig stootte hij 110 kilo en hij traint nog steeds op hoog niveau, tien uur per week. Soms oefenen we samen, thuis, elk met onze eigen halters. Onlangs hielp hij in een parkeergarage een vrouw met een enorme buggy, echt state of the art, met de baby er bovendien nog in, de trappen op. ‘Zal ik je even helpen?’ vroeg hij, en met één hand tilde hij de buggy zo naar boven. Volgens mij woog dat ding wel twintig kilo! Dat kan hij dus.
En ik die dacht dat u meer van het hoofd was dan van het lijf.
Tahir: Klopt, maar dat neemt niet weg dat ik waardering kan hebben voor het lichamelijke. Op YouTube kijk ik ook heel vaak naar de top tien van mooiste doelpunten van Lionel Messi. Zo’n natuurtalent, en hij gaat er zo bescheiden mee om: heel ontroerend vind ik dat.
Naema Tahir
– 50 jaar
– geboren in Slough, even buiten Londen
– opgegroeid in Engeland, Pakistan en Nederland
– werkte van 1996 tot 2003 als juriste voor de Nederlandse overheid en voor de Verenigde Naties
– was tot maart 2006 juriste Mensenrechten voor de Raad van Europa in Straatsburg
– bracht verschillende boeken uit, onder meer Eenzaam heden, Een moslima ontsluiert, Kostbaar bezit en Brieven uit Urdu
– is nu voltijds onderzoekster en schrijfster, heeft een vaste column in de krant Trouw
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier