Atlete Hanne Maudens na de carrièreswitch: ‘Ik noem het een burn-out omdat dat minder erg klinkt’
Hanne Maudens ruilde de zevenkamp voor de sprint en donkere gevoelens voor nieuwe levensvreugde. Zaterdag begint in de Gentse Topsporthal haar tweede carrière. ‘Het zal me niet nog eens overkomen. Ik zie nu in dat ik moet opkomen voor mijn mening.’
Belgische atleten branden kaarsjes opdat de Valckenier IFAM Meeting van komende zaterdag alsjeblieft zou kunnen plaatsvinden. De IFAM wordt gehouden in de Topsporthal in Gent, uiteraard zonder publiek, maar ondanks het kille decor zal het er vanaf het startschot stuiven. Niet alleen is het de eerste grote competitie in ons land sinds de Nacht van de Atletiek in Heusden-Zolder afgelopen september, er staan ook bijzonder veel punten op het spel voor de olympische ranking. Dat is des te belangrijker nu veel wedstrijden werden geschrapt. Iedereen wil erbij zijn, maar de plaatsen zijn duur: wegens corona mogen enkel bewezen eliteatleten starten in Gent. Hanne Maudens is daar normaal gezien bij. De Wetterse atlete was een groot talent in de zevenkamp, maar kampte vorig jaar met een burn-out. Ze deelde een aangrijpende, heftige brief op de sociale media en ging er een tijd tussenuit. Op de IFAM viert Maudens haar comeback, voortaan als sprintster. Het gaat vandaag veel beter met haar. ‘Het plezier is terug’, grijnst een opgeruimde Maudens. ‘Dat voortdurende malen in mijn hoofd is eindelijk stopgezet. Ik geniet weer van wat ik doe.’
De Spelen worden maar om de vier jaar gehouden. Mogen sporters dan niet een beetje worden ontzien, met 500 vaccins?
Hoe voelt een burn-out?
Hanne Maudens: Als een overweldigende moeheid die alles ontregelt. Dat uit zich fysiek, maar nog meer in je stemming. De burn-out keerde mijn persoonlijkheid binnenstebuiten. Ik ben van nature een zorgeloze student. Nooit overstelpt in de blokperiode, elke paper vlot op tijd binnen. Vorig jaar zat ik in tranen in de les wanneer een simpele taak werd aangekondigd. Blinde paniek: ‘Wat komt er nu op mij af?’ Een angstaanjagend, beklemmend gevoel. Als een berg waar ik onmogelijk overheen kon.
Ik sliep veel, zodat het wakkere deel van de dag minder lang duurde. Dan is er minder tijd om na te denken, minder tijd voor ellende. Toch raakte ik niet uitgeslapen. Alsof het van mijn eigen lichaam niet mocht. Ik moest elk halfuur plassen en ik had niet eens veel gedronken. Ik huilde om het geringste en wist niet waarom. Want ik was niet triest. Nee, ik voelde niets en niets maakte nog uit. Mijn atletiektrainingen, waar ik normaal erg perfectionistisch in ben, konden me gestolen worden. Ik kreeg zware hoofdpijn en zelfs wazig zicht: heel eng. Het was een keten van problemen die elkaar versterkten en waar ik geen uitweg uit zag.
Nu heb ik het alleen maar over de symptomen. Ik moest op zoek naar de oorzaken van mijn burn-out. Diep vanbinnen kende ik ze wel, maar ik had het nooit uitgesproken: ik leefde niet het leven dat ik leven wilde. Dat kwam omdat ik in de verkeerde sport zat.
Op uw allereerste EK werd u tiende op de zevenkamp, als amper 21-jarige. Dat betekent dat er veel inzit.
Maudens: De tiener Hanne pakte op elk kampioenschap een medaille. Ik denk dat ik een natuurlijke zevenkampster ben, snel en sterk. Maar waar ik minder talent voor heb, is een betere meerkampster worden. Zevenkamp gaat om techniek, elke dag opnieuw. Je moet herhalen, testen en weer bijschaven. Ik stak er mijn ziel en zaligheid in, en toch werd ik niet beter. Dat was telkens zo’n ontgoocheling. Iedere wedstrijd viel er een hamer op mijn kop. Op de duur dacht ik: de boom in met die stomme techniektrainingen. Ik was bezig met het doel – beter worden – maar genoot niet meer van het proces. Omdat ik al die jeugdmedailles had behaald, leek het vanzelfsprekend dat ik meerkamp deed. Het profcontract lag klaar nog voor ik me kon afvragen: wil ik dit wel?
Mag ik het vergelijken met een scholier die goed is in wiskunde en dat dus maar gaat studeren, maar gaandeweg ontdekt dat ze taal leuker vindt?
Maudens: Zoiets, ja. De loopnummers vond ik minder ingewikkeld. Daar kon ik mij in uitleven. Ik hoefde niet de hele tijd te redeneren, zoals in het speerwerpen of het hoogspringen. Ik geniet van hard werken, daar gaat het niet om. Maar werk dat niet rendeert, blijft niet leuk. En het is niet omdat je ergens goed in bent, dat je het daarom moet doen.
Het is uw leven. U hoeft niets.
Maudens: Maar het kan lang duren voor je dat doorhebt.
Wat ik niet begrijp, is hoe u vijf jaar lang met een scheenbeenblessure kon rondlopen.
Maudens: Het waren twee blessures: eerst aan mijn rechterscheenbeen, dan aan mijn linker. Tussendoor ben ik een klein jaar pijnvrij geweest. Dokters en trainers hebben het nooit gemerkt. Ik verwijt het hun niet, want ik deed er zelf alles aan om het te verbergen. Een atleet rent voortdurend van het ene doel naar het andere. Je tijd is kostbaar en wie aan de kant staat, gaat achteruit. Er waren gevolgen als ik mijn mond opendeed. Het is moeilijk om die trein te stoppen. Pas na het WK van 2019 liet ik mijn blessure onderzoeken. De arts zei dat ik het best even ging zitten. ‘Was jíj dat, Hanne, die vorige week elfde werd op het wereldkampioenschap? Je scheenbeen is nagenoeg doormidden.’
Elfde van de wereld met een gebroken scheenbeen? Wat een karakter, denk ik dan. Of moeten we het vooral niet ophemelen?
Maudens: Het bewijst mijn mentale kracht, maar ik ben er niet trots op. Nee, daar moet je me geen compliment voor geven. Ik heb mijn gezondheid in gevaar gebracht. Er zijn in de atletiek wat mensen die dit verhaal niet geloven, maar ik zweer dat het waar is.
Atleten hebben een dubbele houding tegenover pijn. Pijn is stoer. Beurze benen en pijnlijke gewrichten horen er gewoon ook bij.
Maudens: Je moet kunnen afzien. Bikkelharde trainingen in de ijsregen, thuiskomen, je wonden likken, douchen en voldaan in de zetel ploffen: ook ik kick erop. Nog altijd. Wie niet van verzuring geniet, wordt geen prof, maar nu hebben we het over een andere pijn dan die ik had. Mijn pijn was dieper, ze knaagde meer. De pijn heeft enorm op mijn leven gewogen, en toch zie ik het niet als de rechtstreekse oorzaak van mijn burn-out. Dat ik niet durfde te erkennen dat ik pijn had, toont dat ik mij niet goed in mijn vel voelde. Intussen is mijn scheenbeen trouwens genezen.
Een burn-out is verre van uitzonderlijk en je hoeft er ook geen profsporter voor te zijn. 140.000 Belgische werknemers zitten langer dan een jaar thuis met verschijnselen van burn-out.
Maudens: We razen allemaal hard, ook buiten de sport. Men zegt dat een burn-out zich uit in fysieke klachten en een depressie vooral over mentale moeilijkheden gaat, maar ik kon de twee moeilijk scheiden. Ik noem het een burn-out omdat dat minder erg klinkt. Het taboe rond mentale problemen is erg groot. Wanneer je zegt dat je naar de psycholoog gaat, bekijken mensen je alsof je gek bent.
Er loopt in de zevenkamp een Belgisch talent rond dat altijd en overal wint. Bestaat er een verband met uw burn-out?
Maudens: Niet rechtstreeks. Nafi Thiam is zó uitzonderlijk. Ik heb mij nooit aan haar afgemeten, maar het was niet leuk dat zij met alle aandacht wegliep. In 2018 brak ik het vroegere Belgische record zevenkamp. Dat werd amper opgemerkt, want het gebeurde op ruime achterstand van Thiam, die de meeting won. Maar zij is niet de reden dat ik met zevenkamp stop.
U stond bekend als een lachebek en een zondagskind. Was dat zorgeloze imago schijn?
Maudens: Nee, ik denk dat dát de echte Hanne is. Ik sta positief in het leven en ben een giechelaar, maar vorig jaar was geen enkel mopje grappig. Ik was een wandelend lijk. Zonder emotie, zonder plezier. Vandaag staan die donkere gevoelens alweer ver van mij af. Alsof een ander het heeft meegemaakt.
Hoe reageerden andere atleten op uw overstap?
Maudens: Ik kreeg alleen maar positieve reacties. Ze vonden het ‘moedig’ en ‘een coole uitdaging’. Een aantal sporters, uit atletiek en uit andere sporttakken, liet weten dat ze zich herkennen in mijn verhaal. Hopelijk is het gevoel van onbehagen bij hen minder extreem. Ik was nog het meest ondersteboven van de reacties buiten de sport. Tientallen mensen mailden mij hun ervaringen met burn-out. Er zaten pakkende getuigenissen bij, met het hart op tafel. Ik heb ze allemaal geantwoord. Het was mooi om te zien dat mijn overstap andere mensen inspireerde om hun leven een nieuwe wending te geven.
U was in de zevenkamp zo goed als geplaatst voor de Spelen. Het was geen optie om te wachten tot na Tokio?
Maudens: Mijn ouders smeekten me om dat te doen, maar het ging niet meer. Een jaar is kort. Maar een jaar iets tegen je zin doen, iets wat zo veel van je vergt, is erg lang. Intussen staan ze achter mijn keuze, maar mijn ouders hebben het er moeilijk mee gehad. Zij staken geld en tijd in mijn carrière. De Olympische Spelen waren ook hún droom. De tickets voor Japan hadden ze al geboekt. Mijn zus zou meegaan, vrienden van mijn ouders ook. Het is lastig om dan te zeggen dat je stopt. Ik had het gevoel dat ik het halve dorp teleurstelde.
Op uw blog staat het citaat: ‘Ik ben tevreden als ik mijn omgeving blij maak.’
Maudens: Dat is wie ik ben. Ik vind het fijn om anderen gelukkig te maken en kan moeilijk ‘nee’ zeggen. Daar zijn gevaren aan, besef ik nu.
Hoe reageerde uw trainer?
Maudens: Wim Vandeven vond het jammer, maar hij begreep het. ‘Je hebt talent, Hanne, maar als dit niet is wat je wilt…’ Wim investeerde twee jaar zijn tijd en kennis in mij. (stilte) Ik moest zo veel mensen ontgoochelen, je kunt het je niet voorstellen.
Ik was niet van plan om aan crowdfunding te doen, maar ik kreeg zo veel mails die vroegen naar mijn rekeningnummer dat ik overstag ging.
Kan het u opnieuw overkomen?
Maudens: Opnieuw een burn-out? Nee, zover zal ik het niet meer laten komen. Ik wapen me ertegen. Het liet me inzien dat ik voor mijn mening moet opkomen. Ik ga de trein ook niet meer zo blind laten denderen. Om de zoveel tijd wil ik op pauze drukken en nadenken: is dit nog wel wat het zijn moet?
Uw profcontract bent u kwijt. Komt u financieel rond?
Maudens: Het loon is één ding, mijn onkostenforfait missen is pijnlijker. Er komt veel bij kijken wanneer je wilt leven en werken als een profatleet. Het begint al bij goede voeding: eten als een prof kost geld. Er is de medische begeleiding, het reizen, het vervoer. Ook de coronatests moet ik zelf betalen: 50 euro per wattenstaaf. Dat loopt op. Ik woon gelukkig nog thuis, anders zou het niet lukken. Ik was niet van plan om aan crowdfunding te doen, maar ik kreeg zo veel mails die vroegen naar mijn rekeningnummer dat ik overstag ging. De teller staat bijna op 5000 euro, nooit verwacht. Eén anonieme fan stortte 700 euro! Geen idee wie, maar als mijn weldoener dit leest: u bent erg bedankt. Het geld kan ik goed gebruiken en het is ook een hart onder de riem.
Geld is een van de weinige dingen die geen issue waren bij mijn burn-out. Dat is een luxepositie, ik besef het. Maar ik zou liever duizend pannenkoeken verkopen dan dat ik mijn leven liet afhangen van een contract bij Sport Vlaanderen.
Vindt u dat olympische atleten voorrang moeten krijgen voor het coronavaccin?
Maudens: De Olympische Spelen worden maar om de vier jaar gehouden. Sporters werken een leven lang om daar te raken. Mogen zij dan niet een beetje worden ontzien? Het gaat uiteindelijk over vijfhonderd mensen, atleten plus trainers. Wat stelt dat voor, qua aantal vaccins?
Akkoord, maar iederéén zit erop te wachten.
Maudens: Eigenlijk bestaan er maar twee groepen waarover je niet moet discussiëren. Dat je mensen die in een woonzorgcentrum wonen eerst inent, is logisch. Zij leven samen: één besmet, allemaal in gevaar. Ook de risicopatiënten liggen voor de hand. Maar na hen begint de discussie. Natuurlijk horen profatleten niet bij de levensnoodzakelijke beroepen. Maar ik moet voor mijn job reizen en met mensen in contact komen. Corona werkt in op je longen en je hart. Een besmetting zou een drama zijn. Ik sluit me thuis op en was mijn handen zo vaak dat het op het randje van smetvrees zit. Een vaccin zou veel stress wegnemen.
Nu zal ik iets zeggen waar ik mij onpopulair mee maak: het is niet terecht dat 65-plussers eerst een vaccin krijgen. Geef jonge mensen voorrang. De ouderen hebben al veel kunnen meemaken, wij niet. De studententijd duurt drie, vier jaar. Zowat de helft daarvan zijn we kwijt en dat halen we nooit meer in. Voor een twintigjarige telt één jaar gewoon zwaarder door dan voor een zeventiger die de dagelijkse dingen doet waar hij al decennia mee bezig is. Wie de moeite neemt om terug te denken aan zijn eigen jeugd, begrijpt dat. Ik zie in mijn omgeving veel jongeren die eronderdoor gaan. Niks te doen, vereenzamen, online les die je niets bijbrengt. Het is een ramp.
U bent topsportstudent. Die staan hoe dan ook apart.
Maudens: Het is een eenzaam bestaan. Ik zit in vier studiejaren tegelijk, volg maar sporadisch live een les en ken niemand. Je kunt niet iedere les opnieuw aan je klasgenoten vragen hoe zij ook alweer heten. Die studenten voelen dat je toch maar passeert. Sowieso moet je op elke uitnodiging ‘nee’ zeggen.
Wat mag ik u toewensen voor 2021?
Maudens: Behalve een eind aan corona? Dat ik mij kwalificeer voor het EK indoor. Niet omdat dat op zich het hoogste doel is, maar het zou een keten in gang zetten, met hopelijk de Spelen als beloning. En misschien nog belangrijker: het zou mij veel energie geven. De definitieve bevestiging dat mijn overstap de juiste keuze was.
Ik geloof nog in Tokio. Het kan zowel met de estafetteploeg als individueel. De Belgian Cheetahs zijn al geplaatst. Ik heb dat ticket niet mee afgedwongen, maar ik zie me de selectie halen, en wie weet wat er dan kan. De Cheetahs eindigden op hun eerste WK meteen vijfde. Daar zit iets in. De Belgische vrouwen lopen sneller in de aflossing dan individueel. Puur qua fysica kan dat eigenlijk niet. Maar er hangt een fantastische sfeer rond het team. Dat verklaart het succes.
Benieuwd hoeveel er van die goeie sfeer overblijft zodra er atletes naast de ploeg vallen. De plaatsen zijn beperkt.
Maudens: Sport is genadeloos, dat weten wij goed genoeg. En toch denk ik dat alle meisjes het elkaar gunnen. Gelukkig is er een brede kern nodig. Sommige loopsters hebben ook individueel ambities en zullen niet alle races doen. En sinds deze Spelen is er de mixed relay – een estafetteteam met mannen en vrouwen -, al vindt niemand dat een leuke discipline. Word maar eens als topatlete voorbijgelopen door een peloton mannen, in een vol stadion. Niet tof. Geen idee waarom ze dat hebben ingevoerd.
Hanne Maudens
– 1997: geboren in Wetteren
– 2016: brons op het WK u20 op de zevenkamp
– 2017: 23e op het WK in Londen, wint Gouden Spike voor beloften
– 2018: 10e op het EK in Berlijn
– 2019: 11e op het WK in Doha
– 2020: stopt met zevenkamp en wordt sprintster
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier