Assistent-bondscoach Graeme Jones: ‘Radja is een goeie vent en tons of fun’
Zaterdag oefenen de Rode Duivels tegen Portugal, volgende week komen Egypte en Costa Rica op bezoek. De laatste rechte lijn naar de Wereldbeker in Rusland is ingezet. Graeme Jones, de Britse assistent van bondscoach Roberto Martínez, heeft er een goed oog in.
Al twee jaar werkt hij met ’s lands beste voetballers, en toch moet je al een insider van het Belgische voetbal zijn om Graeme Jones te kennen. De assistent van bondscoach Roberto Martínez is niet zo happig op interviews. Als voetballer in de lagere Britse reeksen was hij een doelpuntenmachine die van club naar club zwierf. Een journeyman, zoals de Engelsen dat noemen. Zijn beste tijd kende Jones bij Wigan Athletic, in de Engelse derde klasse: 31 goals in één seizoen, waaronder 4 hattricks. Bij die club ontmoette hij Roberto Martínez, en dat partnerschap houdt 22 jaar later nog altijd stand. De rol van Graeme Jones is veel belangrijker dan de buitenwacht beseft, meent Andy De Smet, scout van de nationale ploeg en wellicht de Belg die Martínez en zijn staf het best kent. ‘Roberto is een manager naar Engels model, terwijl Belgische teams hiërarchisch zijn: je hebt de hoofdcoach en zijn dienaren’, zegt De Smet. ‘Roberto beschouwt Graeme als zijn gelijke. Hij is zijn klankbord. Met Graeme trof Roberto iemand die net zo goed een toptrainer is – vaak neemt Graeme de wedstrijdcoaching in handen – maar die niet de behoefte heeft om in de spotlights te staan. Graeme kan 100 procent zijn ding doen, en voor hem is dat genoeg. Elk team drijft op zulke figuren.’
Commotie over Radja viel te verwachten, al dacht ik dat ons parcours – 16 matchen op rij ongeslagen, 42 goals in de kwalificaties – ons krediet zou geven.
Jones blaast wanneer hij het hoort. ‘Andy geeft mooie complimenten maar ik denk dat hij overdrijft. Rob luistert naar zijn staf, hij zou dom zijn als hij dat niet deed, maar iedereen beseft wie de baas is. Hij hakt de knopen door en niemand anders. Ik ben maar een bescheiden radertje in het geheel.’
Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Graeme Jones: Tijdens de stretching op de allereerste training van Wigan Athletic, in de zomer van 1996. Het klikte meteen. Al na drie zinnen voelde ik: dit is een verwante ziel.
Opposites attract?
Jones: Nee, ik denk dat we vergelijkbare karakters zijn: eerder bedachtzaam, maar wel met passie. Onze achtergrond was natuurlijk helemaal anders, daar hebben we ons al vaak over verbaasd. Een Catalaan die een connectie voelt met een jongen uit Gateshead nabij Newcastle: het blijft een onwaarschijnlijke vriendschap. Hoe groot is de kans dat je elkaar ontmoet?
U brak dat jaar het clubrecord bij Wigan met 31 doelpunten.
Jones: Dankzij de voorzetten van Rob. Ik weet dat hij vandaag over zijn spelerscarrière praat alsof hij een inspiratieloze rouwdouw was, maar dan doet hij zich te kort: de klasse droop ervan af. Hij was een creatieve middenvelder met een uitstekende diepe bal, die verdedigers verschalkte en mooi in mijn loop viel. Ik had ze maar af te werken. Een godsgeschenk voor een spits.
Martínez was een soort Kevin De Bruyne?
Jones: Eerder een Youri Tielemans, al praten we natuurlijk niet over hetzelfde niveau. Rob was een rariteit. Een Spanjaard in Division Two (de Engelse derde klasse, nvdr.), dat hadden we nog nooit gezien. Division Two is sowieso niet voor doetjes, en de tegenstanders pikten Rob eruit: ‘We zullen dat Spanjaardje eens laten zien hoe echte mannen voetballen’, die instelling. Hij overklaste ze met sprekend gemak en toonde dat stilisten evengoed werkpaarden kunnen zijn.
Jullie hebben zelfs een tijd samengewoond.
Jones: Ik pendelde vanuit het noordoosten van Engeland naar Wigan, dat in de buurt van Manchester ligt. Dat is bijna drie uur rijden, en wanneer ik te moe was of vroeg op de club werd verwacht, logeerde ik bij Rob. Tot hij vroeg: ‘Waarom blijf je niet gewoon?’
Na Wigan scheidden onze wegen. In 2007 stopte hij nogal onverwacht met voetballen om manager te worden bij Swansea, en hij vroeg mij als assistent. Sindsdien volg ik Rob, waar hij ook gaat.
Bloedde uw hart toen de Rode Duivels Engeland lootten?
Jones: Maar nee, ik was dolblij. Voor zulke matchen doe je het, al zal het Engelse volkslied gemengde gevoelens oproepen. Ik ben een trotse Engelsman en zing normaal altijd mee met God Save the Queen. Dit keer ga ik het toch laten, het zou respectloos zijn tegenover België, tegenover mijn werkgever en tegenover de ploeg. Die dag wil ik dat de Rode Duivels winnen, laat daar geen twijfel over bestaan.
De Engelsen hebben respect voor de Belgen. De Belgische spelers in de Premier League dwingen ontzag af. Maar Engeland blijft Engeland. Onmiskenbaar leeft het gevoel: ‘Uiteindelijk winnen wij wel.’ Engelsen zijn altijd optimistisch als ze naar een toernooi gaan.
Meestal té optimistisch.
Jones: Je zegt het. (lacht) Voor dit WK lijken de ambities minder opgeblazen dan anders, en in mijn ogen maakt dat Engeland gevaarlijker dan ooit. Het is een team dat niets te verliezen heeft.
Toevallig ken ik de Engelse bondscoach ook goed: Gareth Southgate was een klasgenoot in de trainerscursus. Een fijne kerel, een scherpe tacticus maar ook een gentleman, zoals je er in het voetbal niet veel vindt. Hij lijkt wel wat op Rob, als ik er zo over nadenk.
In Engeland wordt Martínez omschreven als een naïeve voetbalromanticus die blind aanvalt en telkens het deksel op de neus krijgt.
Jones: Daar klopt werkelijk niets van. In het prille begin van zijn carrière kon je hem er misschien van beschuldigen dat hij iets te veel voor de aanval koos – als dat überhaupt een verwijt kan zijn: voetbal draait tenslotte om meer goals maken dan de tegenstander. Maar naïef is Rob allerminst. De defensieve organisatie verfijnen, daar is hij op het maniakale af mee bezig.
Buitenstaanders krijgen maar geen hoogte van Martínez. Is hij altijd zo ernstig?
Jones: Verre van. Hij is grappig, maar die kant toont hij zelden in zijn professionele leven. In het voetbal blijft hij altijd serieus, maar daarbuiten? You’d be amazed. (lacht) Rob drinkt geen alcohol, maar hij is altijd de eerste op de dansvloer en meestal ook degene die het feestje afsluit.
Zijn Engelse vrienden noemen hem ‘Bobby’ of ‘Rob’, in Spanje is het ‘Robert’. Eigenlijk zegt niemand ‘Roberto’.
Jones: Alleen de Belgische pers noemt hem zo, het is nu eenmaal zijn officiële naam. In de kleedkamer spreek ik hem ook niet aan met ‘Rob’. Dan wordt het ‘coach’ of ‘boss’.
Bij zijn sollicitatie maakte hij indruk met zijn kennis van het Belgische voetbal. ‘Een wandelende voetbalencyclopedie’, zei een toehoorder.
Jones: Die omschrijving is nieuw voor mij, maar ze klopt helemaal. Rob is verslaafd aan voetbal. Ik ben het ook, maar op een andere manier. Ik hou intens van het spelletje, maar om op mijn best te zijn, moet ik af en toe iets anders doen. Rob niet, bij hem is het de klok rond, zeven dagen per week alleen maar voetbal. Totale overgave.
Twee jaar geleden werd hij ontslagen bij Everton. Heeft dat erin gehakt? Tot dan ging het alleen maar crescendo voor Martínez.
Jones: Dat was een klap, ja. We waren elfde geëindigd in de Premier League, dat is matig voor een club zoals Everton. Bij het begin van het seizoen hadden we ons een doel gesteld: we wilden een prijs winnen. Zowel in de FA Cup als in de League Cup eindigden we in de halve finale. De laatste hordes bleken te hoog, dat is waar, maar ik vind dat al bij al mooie resultaten. Ik kijk erop terug met een gevoel van unfinished business. Het werk was niet af.
Hoe lastig worden de wedstrijden tegen Panama en Tunesië?
Jones: Als je de kwaliteiten tegen elkaar afweegt, dan klopt België die landen ruim, maar we moeten Panama en Tunesië met het grootste respect benaderen. Win maar eens van een team dat tien man achter de bal houdt en aast op elke kans. We zullen er moeten staan.
Beseften jullie hoeveel controverse de niet-selectie van Radja Nainggolan zou veroorzaken?
Jones: Dat hadden we wel ingeschat, ja. Ik begrijp de commotie, want Radja is een geweldige voetballer, maar er was een tactisch issue waar gewoon niet omheen te werken viel. (tekent het schema in de lucht) Wij voetballen in een 3-4-3, met twee nummer tiens. Radja is een natuurkracht wanneer hij de enige aanvallende middenvelder is en de ruimte krijgt om zijn energieke voetbal te ontplooien, maar in zo’n systeem rendeert de Belgische ploeg in zijn geheel minder. Het wérkte gewoon niet.
Nainggolan is bijzonder populair. Het zou weleens kunnen dat er supporters protesteren tijdens België-Portugal.
Jones:(verbaasd) Meen je dat? Dat zou ik kras vinden. We hebben in eer en geweten beslist, en de keuze gebeurde louter om voetbaltechnische redenen. We staan achter die beslissing en concentreren ons op de taak die voor ons ligt.
De Fransen nemen Karim Benzema niet mee, Álvaro Morata haalde de Spaanse selectie niet, Mauro Icardi ontbreekt bij Argentinië. Dat zullen stuk voor stuk lastige beslissingen zijn geweest voor die bondscoaches, en uiteraard heeft iedereen zijn mening wanneer zulke topspelers niet worden geselecteerd. Commotie viel te verwachten, al dacht ik dat ons parcours – 16 matchen op rij ongeslagen, 42 goals in de kwalificatiecampagne – ons enig krediet zou geven.
Waren jullie bang dat Nainggolan in Rusland voor problemen zou zorgen als hij op de bank zou moeten blijven?
Jones: Volstrekt niet. Radja is een goeie vent en tons of fun. Hij is professioneel genoeg om met ontgoochelingen om te gaan. Rob heeft de waarheid verteld: de beslissing viel zuiver om tactische redenen.
Yannick Carrasco en Axel Witsel voetballen in China. De competitie daar is niet van het niveau dat we in Europa gewend zijn. Wordt dat een issue?
Jones: Dat zou me verbazen. Conditioneel zijn Yannick en Axel natuurtalenten, en ze zijn in China hard blijven werken. Plus: we hebben vier weken trainingskamp tot aan de eerste Wereldbekermatch. Het is onze taak als coaches om iedereen in blakende vorm aan de aftrap te brengen. Matchfit volstaat niet, de spelers moeten super zijn.
Toen Martínez voor België tekende, hadden jullie een monsterbod uit China op zak. Het grote geld kon jullie niet verleiden?
Jones: Niet echt. België bood sportief het mooiste perspectief. Jullie noemen dit ‘de gouden generatie’, en terecht. Zo’n kans krijg je maar één keer in een mensenleven.
We voelen ons ook thuis in België, het is een fascinerend land. De evidentie van meerdere talen te spreken, vind ik bijvoorbeeld iets prachtigs. Daardoor kijken jullie op een andere manier naar de wereld. Ik woon in Waterloo, net als Rob.
Een naam met een grote symboliek.
Jones:(lacht) Klopt, maar met een goede afloop voor een Engelsman.
U hebt het ver gebracht voor een speler die tot zijn 23e provinciaal voetbal speelde en destijds parttime als postbode werkte.
Jones:(knikt) En toen er bij de post geen werk meer was, ging ik met mijn vader isolatie leggen. Ik vond er niets aan. Je komt afgepeigerd thuis, hebt nergens nog energie voor, dus je kruipt snel je bed in en ’s anderendaags begint de routine opnieuw. Die harde jaren hebben mij veel bijgebracht. Ik besloot mijn leven in handen te nemen, ging weer studeren en behaalde een lerarendiploma, ook al wist dat ik er waarschijnlijk niets mee zou doen: voetbal is en blijft mijn grote passie. Vijfentwintig jaar later ga ik als coach naar het Wereldbeker met een van de toplanden. Wat een weg. Ik sta er zelf van te kijken.
Wat België nog niet lukte, is een groot voetballand kloppen wanneer het er echt op aankomt.
Jones: We krijgen binnenkort de kans. Of noem je Engeland geen topland? (lacht)
Toch wel, maar dat wordt misschien geen bepalende match. Het zou kunnen dat beide teams al geplaatst zijn voor de volgende ronde.
Jones: Rob krijgt vaak de vraag of België bij de favorieten behoort. Ik vind van niet, en niet omdat we voetbalkwaliteit missen. Alleen landen die het WK al wonnen, mogen zich favoriet noemen: Duitsland, Spanje, Brazilië, en zet er Argentinië en Frankrijk ook maar bij. Die spelers weten dat het kán, wij moeten nog een mentale barrière doorbreken. Dat maakt de rol van Thierry Henry (tweede assistent van Martínez, nvdr.) zo belangrijk: hij begrijpt wat er nodig is om een trofee te winnen. He’s been there, seen it, touched it, felt it. De spelers kijken naar hem op. Wat wil je, met een carrière zoals die van Thierry.
Alles is aanwezig om de grote jongens te verslaan. De kwaliteit, de samenhorigheid, de wil om voor elkaar te vechten. België staat er niet slecht voor.
Voor u en Martínez is het ook nieuw. Jullie hebben nog nooit zo’n toernooi meegemaakt. Niet als speler, niet als coach.
Jones: Akkoord, maar we hebben wel zeven jaar Premier League-ervaring in onze rugzak. Dat blijft het meest uitdagende kampioenschap ter wereld.
Wie is de natuurlijke leider van de ploeg?
Jones:(denkt na) Het hangt ervan af hoe je leiderschap invult. Kevin De Bruyne geeft met zijn passing het tempo van het spel aan: dan ben je een leider. Door zijn acties maar zeker ook door zijn speelplezier bepaalt Eden Hazard het aanzicht van de ploeg. Vincent Kompany, Jan Vertonghen en Thibaut Courtois zijn eerder lead-by-example-types. Nu heb ik al vijf sterke leiders opgenoemd: weinig teams bezitten zo veel luxe. Weet je wat de geheime kracht is van de Belgen, nog meer dan al dat voetbaltalent? Deze kern is ontzettend gedreven.
Hebben jullie al een basisploeg in gedachten?
Jones: Tijdens de kwalificaties hadden we dat wel. Toen selecteerden we een kern met in ons achterhoofd: zonder ongelukken starten deze elf. Nu is er een trainingskamp van een maand, dat is totaal anders werken. De 28 geselecteerde spelers zullen elk een eerlijke kans krijgen om ons te overtuigen.
Tijd voor een pronostiekje: waar eindigen de Belgen op het WK?
Jones: Er bestaat maar één juist antwoord op die vraag en dat is: all the way. Ik geloof daarin, maar laten we geen stappen overslaan. Eerst het trainingskamp en de vriendenmatchen. De oefenwedstrijden hoeven we voor mij niet te winnen. Liever wel dan niet natuurlijk, maar tegen Portugal, Egypte en Costa Rica willen we vooral zaken zien waarop we kunnen bouwen: tactische veelzijdigheid, dreiging voor doel, verdedigende samenhang. En dan op naar Rusland met het idee: het zal een straf team moeten zijn dat ons uit het toernooi knikkert.
GRAEME JONES
– 1970: geboren in Gateshead, Verenigd Koninkrijk
– 1988: jeugdopleiding bij Millwall, krijgt geen contract
– 1991: debuut bij North Shields, in het provinciale voetbal van Noord-Engeland
– 1992-2006: speelt voor 9 kleinere Engelse en Schotse clubs
– 2007: assistent-trainer bij Swansea onder Roberto Martínez
– 2009: volgt Martínez naar Wigan
– 2013: assistent bij Everton
– 2016: assistent-trainer bij de Belgische nationale ploeg
– 2018: met België naar de Wereldbeker voetbal
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier