Antwerpen als cocaïnehoofdstad: ‘Er zullen steeds meer ontvoeringen komen’
Met een war on drugs probeert Bart De Wever Antwerpen te onttronen als cocaïnehoofdstad van Europa. Vergeefse moeite of niet? Knack sprak met een ancien in het Antwerpse drugsmilieu.
3 januari 2018 p>
Het gerecht maakt bekend dat de douane zeven ton cocaïne onderschept heeft in de haven van Antwerpen. De lading zat verstopt in een container met bananen. p>
Hij nadert de veertig, de man die me zit op te wachten op een van de terrassen van de Dageraadplaats, in de wijk Zurenborg. Pint voor de neus, zwarte muts diep over de oren, zakjes cocaïne opgeborgen onder de tafelpoten. Sam – niet zijn echte naam – wilde niets over de telefoon of per e-mail bespreken, enkel in persoon. Achterdochtig kijkt hij of iemand op het terras van de politie zou kunnen zijn. ‘Die mannen met hun handschoentjes daar, dat zouden agenten kunnen zijn. Maar goed, dat geldt voor iedereen tegenwoordig. Je hebt informanten, undercoveragenten, het drugsondersteuningsteam (DOT). Met die jongens zijn er nieuwe regels, zij lachen er niet mee.’
Met meer dan twintig jaar drugshandel op de teller is Sam een oudgediende in het Antwerpse milieu. Hij zag de oude garde rijk worden en vertrekken, naar villa’s in Marbella en Marokko. Een jongere, roekelozere generatie nam de handel over. Nieuwe drugs maakten hun entree: ketamine – ‘populair omdat het goedkoop is’ – en smartdrugs, die jonge mensen gewoon online bestellen. Cocaïne zag hij mainstream worden.
De jongere generatie heeft geen eergevoel meer. Ze willen allemaal de grootste gangster zijn.
‘Toen ik begon, in de jaren negentig, was een cokedealer een zware jongen. Ik was veertien en was meteen de koning te rijk. Niemand wilde een Marokkaan aan zijn deur, maar ik was overal welkom. Ik verkocht 330 zakjes per week en haalde tienduizenden euro’s per maand binnen.’ Een ervaren dealer had hem onder de vleugels genomen en leerde hem de kneepjes van het vak. ‘Om acht uur ’s avonds reden we naar de gerechtelijke politie op de Mechelsesteenweg. We schreven de nummerplaten van de wegrijdende wagens op en bleven wachten, tot de ene na de andere Opel Vectra terugkwam met een verdachte op de achterbank. ” Voilà, ze zijn allemaal bezig, nu gaan we drugs verkopen”, zei mijn mentor dan. We wisten perfect hoeveel agenten er rondliepen, en waar.’
Die tijden zijn voorbij. De capaciteit van de gerechtelijke politie is verveelvoudigd, de diensten zijn geprofessionaliseerd. In september trad het lang aangekondigde Stroomplan in werking, een versterkte samenwerking tussen de lokale en federale politie, de douane, het parket en de sociale inspectie om de drugsmisdaad nog krachtiger aan te pakken. ‘Niet zo lang geleden vroeg je gewoon aan een bevriend politieagent om even te kijken of je genoemd werd in een bepaald dossier. Nu kan dat niet meer, ze zien het meteen als een agent op een andere dienst je naam intikt.’
Dealen is gevaarlijker geworden sinds de war on drugs, zegt Sam. Toch is hij fan van de Antwerpse burgemeester. ‘Het is goed dat De Wever de straten heeft opgekuist, hij doet dat fantastisch. Vroeger werd er gedeald op de straathoeken, voor de schoolpoorten. Dat is fel verminderd, en dat heeft het leven voor veel mensen aangenamer gemaakt. Niemand wil een dealer of junkie voor zijn deur.’
Ik vraag of hij nu niet tegen zijn winkel spreekt. Hij haalt de schouders op. ‘Er wordt nog evenveel verkocht en gesnoven. Meer zelfs. Het risico wordt groter, maar als crimineel pas je je daaraan aan. Maakt het een Marokkaanse drugsfamilie iets uit dat er niet meer voor de schoolpoort gebruikt wordt? Helemaal niets. Die verandert gewoon van tactiek. De grote jongens blijven vrij rondlopen, en ze verdienen er meer geld aan dan ooit. De handel is misschien gevaarlijker, maar ook nog lucratiever geworden. De loopjongens worden gepakt, maar dat is niet erg. Daar betaalt de familie wel voor.’
Het is Sams enige bemerking bij De Wevers politiek. ‘Enkel de kleine garnalen worden gepakt, de straatdealers en gebruikers. Mensen durven geen joint meer te roken op straat, geen lijn meer te snuiven in het toilet op café. Dus gebruiken ze thuis. Maar zo raken ze geïsoleerd en is het veel minder zichtbaar wanneer ze in de problemen komen.’
Hij krijgt telefoon. Iemand die cocaïne wil.
‘Een vriend van je?’
‘Vrienden, wat zijn vrienden? Dat zijn klanten. Als dealer heb je geen vrienden.’
Twintig minuten later belt de man terug. ‘Nee, kom naar de basketbalring op het plein. Daar zie je me wel’, zegt Sam. Geïrriteerd legt hij zijn gsm weer op tafel. ‘Er zijn nog altijd mensen die vragen om naar de auto te komen. Dat is het domste wat je kunt doen.’
De man – een theateracteur die net een voorstelling heeft gegeven en zijn high van het podium nog enkele uren wil rekken – schuift aan op het terras. Onder tafel verwisselen drugs en geld van eigenaar. Hij praat wat over zijn voorstelling en vraagt of hij Sam later die nacht nog kan treffen. ‘Hier, nog iets lekkers’, zegt Sam. Hij haalt iets uit zijn pakje sigaretten. De acteur steekt het in zijn borstzakje en vertrekt.
2+1 gratis, 24/7
Vroeger dealde Sam vaak, nu niet meer. ‘Eergisteren heb ik nog twintig zakjes verkocht op een feestje, en ik verkoop aan kennissen. Vaak geef ik het zelfs gratis weg. Maar de tijd waarin je de portier van de discotheek 200 euro gaf en de hele nacht binnen dealde, is voorbij.’
Wat zich vroeger op straat en in nachtclubs afspeelde, gebeurt nu online. Aan het begin van het weekend sturen dealers een appje naar hun klanten: ‘2+1 gratis. 24/7 aan huis geleverd’. Sam weigert eraan mee te doen. ‘Gewoonlijk is het rommel. Je kunt er snel rijk van worden, maar het is riskant. Een grote drugsfamilie kan vijftig dealers op pad sturen, maar ik heb geen hulplijn wanneer het misloopt.’
Beginnende zelfstandigen die evenmin op een familie kunnen terugvallen, komen hem vaak om advies en logistieke steun vragen. ‘”Wat is je doel? Hoeveel wil je verdienen?” vraag ik hun. “Ik ga zakjes verkopen en wil een miljoen”, antwoorden ze.’ Hij schudt het hoofd. ‘Weet je hoeveel zakjes je daarvoor moet verkopen?’
Hij vindt de jonge garde veel te roekeloos. Sommigen bevoorraadt hij, maar hij probeert hen zorgvuldig uit te kiezen. ‘Als je per 100 gram verkoopt, ken je de eindgebruikers niet. Als het bij een minderjarige terechtkomt die het mixt met andere drugs en sterft, wie is er dan verantwoordelijk? Als je gepakt wordt, hang je.’
Vroeger smokkelde hij de drugs naar het buitenland, in opdracht, of om te verkopen op muziekfestivals in Duitsland en Hongarije. Coke, xtc en wiet. Hij smokkelde al liftend – ‘met een scoutspakje aan, me gedragend als een naïeveling, per fiets met een kilo cocaïne in het frame, of met de wagen. Ik naaide de drugs in een kussen en stak die in een trekrugzak met een bordje “Marseille” erbij. Als ze het al ooit zouden vinden bij een controle, kon ik altijd nog zeggen dat ik een lifter had meegenomen die net uit de auto was gesprongen. Als je slim bent, word je niet gepakt. Maar er zijn veel idioten die zitten te blowen achter het stuur terwijl ze een drugstransport doen. Of je asbak leeg is, welke muziek speelt: alles is bij een controle van belang.’
De échte grootverdieners zijn de projectontwikkelaars. Zo zie je maar: drugshandel helpt ook veel mensen.
Uit de Brico
Risicoberekening is alles voor Sam. ‘Echte cocaïneliefhebbers zijn geen junkies. Het zijn succesvolle mensen die nooit in aanraking zullen komen met de politie. Mijn klanten hebben een hoog profiel, ze bestellen geen rommel die hun wordt aangeboden per sms. Het betaamt een advocaat niet om de volgende dag met een verstopte neus te staan pleiten. Maar de meeste mensen weten niet meer wat ze snuiven. Breng eens een gram naar het lab en kijk wat erin zit: meestal voor 80 procent boorzuurschilfers, lidocaïne en cafeïne. We kunnen nu naar de Brico en de apotheek gaan en fake coke maken zonder dat er cocaïne aan te pas komt. Een tijdje geleden was ik in een pand waar de huurders al het bezetsel van de muren hadden geschraapt, tot de tegels eruit vielen. Ze hebben die hele muur verkocht aan 50 euro per gram. (lacht) Zelfs de nieuwe generatie dealers weet niet meer wat goede cocaïne is. Als het glinstert, zijn ze content.’
Geript
Cocaïne versnijden deed de winstmarges exploderen. Zelf doet hij het ook. Hij laat koeriers met capsules zuivere cocaïne in de maag invliegen vanuit Suriname, Venezuela of Peru. ‘Een kilo kost me daar 3000 euro, plus 12.000 euro om die naar hier te krijgen. Die kilo versnijd ik tot drie kilo. Daar haal je 5000 zakjes van 0,6 gram uit, die je verkoopt voor 50 euro per stuk. 250.000 euro dus.’
Hoeveel hij versnijdt, hangt af van de klant en hoeveel die wil betalen. ‘De ene geef je betere coke dan de andere. Het is een speeltuin, je probeert en je ziet waar je mee wegkomt.’
Stuit het de grote drugsfamilies niet tegen de borst dat hij op eigen houtje cocaïne uit Zuid-Amerika laat overkomen? Hij schudt het hoofd. ‘Het raakt niet aan hun business. Ik verzet ook geen enorme hoeveelheden, hè. Bovendien heb ik mijn sporen verdiend, ze respecteren me. Ik zit meer dan twintig jaar in het vak en heb nooit iemand verklikt. Ze weten dat ik te vertrouwen ben.’ Dat is een steeds zeldzamere eigenschap in het drugsmilieu, zegt Sam. ‘Bij de jongere generatie is er geen eergevoel meer. Iedereen verraadt elkaar. Tegenwoordig zijn er veel domme mensen die snel rijk willen worden. Ze willen allemaal de grootste gangster zijn.
‘Mensen worden inhalig, het gaat dan ook om zo verschrikkelijk veel geld. Als jij ervoor kunt zorgen dat een container met vijf ton cocaïne ongecontroleerd door de haven raakt, dan ben je in een paar dagen steenrijk. Het probleem is dat je dan niet kunt zeggen: “Nu stop ik ermee.” Je blijft het doen. Ik ken de juiste mensen om een lading uit een container te laten halen, maar ik zou het risico niet willen lopen. Als het misloopt, gaat je familie eraan.’
Sam ziet daarin de verklaring voor het sterk toegenomen geweld van de afgelopen jaren: auto’s die in brand gestoken worden, verdwijningen, huizen die met zware wapens worden beschoten. ‘Partijen drugs gaan verloren of worden gestolen. Je hebt Marokkanen die zo dom zijn om honderd kilo te stelen van een Latijns-Amerikaans kartel. Die komen erachter, en dan hebben ze hun broertje of neefje vast.’
Ik ken de juiste mensen om een lading uit een container te laten halen, maar ik zou het risico niet willen lopen. Als het misloopt, gaat je familie eraan.
Die zogenaamde ripdeals zijn van alle tijden, zegt Sam. ‘Jaren geleden regelde ik een transactie voor een buitenlandse bende die in Antwerpen wilde inkopen. Ze kwamen tien keer zelf. Er werd familiair gedaan, een band gesmeed. De elfde keer zeiden ze dat ze verhinderd waren, ze vroegen of er een heel grote lading aan hen geleverd kon worden. De bende hier stemde toe en stuurde een transport. Het werd onderweg klemgereden. Een van de transporteurs werd vermoord. Dat is het spelletje, snap je? Wachten tot iemand zwak wordt. Als je ziet dat iemand zwak is en hij heeft 500.000 euro liggen, dan pak je die toch?
‘Je moet altijd op je hoede zijn, zeker als kleine Belg. In de drugswereld worden mensen constant bestolen: wiettelers en dealers die zo stom zijn om het al te breed te laten hangen. Georgiërs en Albanezen vragen me vaak of ik nog iemand ken die ze kunnen rippen. Ik zou nooit kennissen verlinken, maar ik heb ook geript vroeger.’
Hoe dat gaat? ‘We pikken hen thuis op in een busje en nemen hen mee naar het bos. Per twee, allebei naakt, ingetapet. De helft van ons spreekt Georgisch en heeft wapens. We maken twee putten. De eerste schieten we zogezegd dood, we gooien hem erin en schuppen er wat zand op. Niet echt, maar zo lijkt het voor de ander die in het busje blijft zitten. Hij begint voor zijn leven te smeken. “Het is in opdracht, we kunnen niet anders”, zeggen we. Tot ze overstag gaan en hun geld opgraven. Die zaken komen nooit naar buiten, want geef jij dat aan, dat je 400.000 euro drugsgeld onder de grond had liggen?’
Sam verwacht dat er in Antwerpen steeds meer ontvoeringen zullen komen. ‘Daarmee valt nog veel geld te rapen.’
Met BDW op de foto
Mensen rollen vaak in de drugshandel voor ze het goed en wel beseffen, zegt Sam. Een junkie die zijn verslaving wil bekostigen. Een ondernemer die zijn zaak op een faillissement ziet afstevenen en als laatste redmiddel begint te dealen. Plots verdienen ze wel goed hun brood. ‘Maar de échte grootverdieners zijn niet die ondernemers of de Marokkaanse families. Dat zijn de projectontwikkelaars. Zij vangen de vetste vis. Ze kopen in een verloederde wijk vol dealers en verslaafden voor een prikje de huizen op. Dan zitten ze samen met het stadsbestuur om de buurt op te kuisen en te laten heropleven. Plots is die wijk zes keer meer waard. Zo zie je maar, drugshandel helpt ook veel mensen. (lacht)
‘De grootverdieners worden nooit gepakt. Wie wordt er nu in Noord-Amerika schatrijk met wiet? De topmensen van Corona en InBev.’ Sam doelt op brouwer Constellation Brands, die 3,8 miljard dollar (3,4 miljard euro) in medicinale wiet investeerde, en op voormalig AB InBev-marketingdirecteur Chris Burggraeve, die zijn aandacht verlegde van bier naar cannabis.
Ik kan je foto’s laten zien waarop Bart De Wever poseert met mensen aan wie ik coke heb verkocht.
‘En dan zie je in de rechtbank rechters show verkopen tegen kleine dealers en gebruikers. Ik vraag me af of hun verontwaardiging oprecht is. In elke familie zit toch wel een drugsgebruiker, zoals elke familie wel zijn alcoholverslaafde heeft? Net onder de elite wordt er het meest gesnoven. Ik kan je foto’s laten zien waarop Bart De Wever poseert met mensen aan wie ik coke heb verkocht. Dat is niet zijn schuld natuurlijk, dat is gewoon de samenleving zoals ze is.’
Genieten zonder zorgen
We krijgen opnieuw gezelschap op het terras. Een oude kennis van Sam, iemand die voor televisie werkt. ‘Ben jij ooit lastiggevallen door de politie?’ vraagt Sam. ‘Nooit’, zegt de man. Hij gebruikt al twintig jaar. ‘Ik vrees dat ik wel wat verslaafd ben. In het buitenland kan ik er perfect afblijven, maar ik rij de Kennedytunnel door en ik krijg goesting.’
Sam geeft hem een zakje, gratis.
De man twijfelt. ‘Snap je dat ik wat scepsis heb? Ik wil geen rare dingen meemaken, hè, dan betaal ik liever.’
‘Dat zijn mensen die al even niet meer aan mij gelinkt willen worden’, zegt Sam, nadat de man twee rondjes later afscheid genomen heeft. ‘Vroeger wel, toen was het tof om Sam thuis op je feestje te hebben. Maar nu zijn ze hooggeplaatst en willen ze geen problemen. Ik neem hun dat niet kwalijk. Een cocaïneliefhebber wil gewoon genieten zonder zich zorgen te hoeven maken.’ Hij denkt even na. ‘Weet je, de gevangenis vrees ik niet, dat risico hoort erbij. Maar als ik hiermee doorga, zal ik nooit echte vrienden hebben. Dat besef maakt dat ik dringend wil stoppen.’
‘Dat heb je al een paar keer gezegd. Waarom stop je dan niet?’
Opnieuw een korte stilte. ‘Ik kom niet uit de beste gezinssituatie. Als tiener heb ik lang in instellingen gezeten. Toen ik in het drugsmilieu belandde, was dat voor mij de familie die ik nooit had gehad. Ik ben niet trots op wat ik gedaan heb, en ik wil eruit. Maar hoe dan ook zullen mensen me mijn hele leven om drugs vragen. Dit is wat ik kan. Die zaakjes doen, ik krijg daar nog altijd mijn shot endorfines van.’
Reactie van het Antwerpse parket p>
Er bestaan geen betrouwbare cijfers met betrekking tot ripdeals, verklaart het Openbaar Ministerie in Antwerpen. Het is volgens het OM ook bijzonder moeilijk om het fenomeen precies in kaart te brengen. De verklaring daarvoor ligt voor de hand. ‘Vaak zijn betrokkenen in dit soort zaken niet geneigd om het achterste van hun tong te laten zien en om uit te leggen waarom ze slachtoffer zijn van bepaalde feiten’, verklaart parketwoordvoerder Kristof Aerts. ‘Het valt niet uit te sluiten dat bepaalde feiten niet gemeld worden.’ p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier