Ewald Pironet
‘Angst voor nieuwe verkiezingen is de slechtste motivering om in een coalitie te stappen’
Verkiezingen zijn het hoogtepunt van de democratie, heet het. Soms, zoals vandaag, zijn ze een dreigement om een regering te vormen.
Verkiezingen zijn het hart van de parlementaire democratie. Dan moeten de politici rekenschap geven over wat ze de afgelopen periode hebben gepresteerd, uitleggen wat ze de komende tijd willen doen en rekening houden met wat onder de bevolking leeft. Verkiezingen bezorgen de politici legitimiteit en macht. Tenminste, zo wordt al decennia gezegd en geschreven, want ondertussen zijn de verkiezingen als hoogmis van de democratie enigszins uitgehold. Enerzijds moeten politici steeds meer hun beleid afstemmen op wat de Europese Unie of zelfs het IMF en andere niet-verkozen instellingen zoals de OESO of de Wereldbank aanbevelen, zoals de Leuvense socioloog Luc Huyse bijna tien jaar geleden al opmerkte. Anderzijds is de Belgische democratie vermolmd tot een particratie, waarin een handvol amper gelegitimeerde partijvoorzitters de belangrijke politieke beslissingen nemen, wat de Leuvense politoloog Wilfried Dewachter al jaren aanklaagt. Verkiezingen zijn niet meer wat ze geweest zijn.
Angst voor nieuwe verkiezingen is de slechtste motivering om in een coalitie te stappen.
Op 26 mei 2019 vonden er verkiezingen plaats en sindsdien worden er pogingen ondernomen om een federale regering te vormen. Zowat alle mogelijke coalities zijn de voorbije 14 maanden al de revue gepasseerd en alles is spaak gelopen. Alle partijen hebben tegen elkaar al weleens ‘nee’ gezegd. Nu probeert koninklijk opdrachthouder en Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert nog eens een coalitie te smeden tussen Open VLD, MR, PS, SP.A, Groen en Ecolo, die samen 75 of 76 van de 150 Kamerzetels halen (afhankelijk van hoe de ‘onafhankelijke’ Emir Kir stemt). Dat is te krap en daarom hoopt Lachaert ook de CD&V met 12 zetels aan boord te hijsen. En als die niet wil, is er nog altijd de CDH met 5 zetels. En als ook die niet wil, is er nog het Défi met 2 zetels. Waarbij het allesbehalve zeker is of de socialisten, liberalen en groenen zelf wel een akkoord zullen vinden. Lukt dat alles ook dit keer niet, is het terug naar af. Daarbij dringt de tijd, want over twee weken, op 17 september, zal premier Sophie Wilmès (MR) de Kamer om het vertrouwen vragen dat ze eigenlijk al langer niet meer geniet.
De voorbije weken hebben steeds meer partijvoorzitters nieuwe verkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Het Vlaams Belang en de PVDA/PTB wrijven zich al maanden in de handen bij het ontluisterende politieke schouwspel en zien een nieuwe stembusgang zeker zitten. Begin vorig jaar zei de voorzitter van de grootste Vlaamse partij, Bart De Wever (N-VA), dat als er één jaar na de verkiezingen geen uitzicht was op een regering ‘het wellicht onvermijdelijk wordt dat een roep naar nieuwe verkiezingen luider klinkt’. De voorzitter van de grootste partij in Wallonië, Paul Magnette (PS), had het voor de zomer ook over nieuwe verkiezingen als een regering met de N-VA onmogelijk zou blijken. Een paar weken geleden herhaalde hij op Facebook: ‘Ofwel is er een oplossing, ofwel zijn er verkiezingen eind oktober, begin november.’
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez verklaarde al dat hij ‘niet bang is voor nieuwe verkiezingen’. Ondertussen liet ook SP.A-voorzitter Conner Rousseau weten: ‘Als er halfweg september geen regering is, dan moeten er nieuwe verkiezingen komen.’ En Groen-voorzitter Meyrem Almaci verspreidde een filmpje waarop ze over de poging van Lachaert zegt: ‘Als dit alles nu niet lukt, dan moeten we terug naar de kiezer. Dat is democratie.’
Zo ontstaat langzamerhand een meerderheid voor nieuwe verkiezingen. Al is het duidelijk dat sommigen spreken van nieuwe verkiezingen om andere partijen ertoe over te halen mee in de regeringsboot te stappen. Ze beogen daarbij nu vooral de CD&V, die verkiezingen met een bang hartje tegemoet mag zien. Net als de andere traditionele partijen trouwens. Verkiezingen als dreigement in plaats van als hoogtepunt van de democratie, het bestaat.
Angst voor nieuwe verkiezingen is de slechtste motivering om in een coalitie te stappen. Net zoals het binnenhalen van het premierschap, iets waar sommigen bij de CD&V (met Koen Geens) en bij de Open VLD (met Alexander De Croo) op vlassen. Het lijkt voor de hand liggend maar is het blijkbaar niet: alleen op basis van een deftig, geloofwaardig akkoord kan een partij in een regering stappen, als die een werkbare meerderheid heeft. Lukt dat niet, dan moeten er nieuwe verkiezingen worden gehouden ook al zijn die in waarde gedevalueerd. Dan kan de kiezer oordelen over wat er is gebeurd en wat er moet gebeuren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier