Bart Caron (Groen)
‘Alternatief voor subsidies CultuurInvest kost veel geld, maar haalt weinig resultaat’
De steun aan creatieve economie via CultuurInvest koste de voorbije tien jaar 12 miljoen euro aan de gemeenschap. De resultaten zijn echter zwaar ondermaats, schrijft Bart Caron (Groen). CultuurInvest ondersteunde slechts 70 projecten sinds de oprichting, 10 jaar geleden.
Al tien jaar probeert de Vlaamse overheid, onder impuls van de minister van Cultuur, de culturele industrie te bevorderen. Immers, cultuurbeleid bestaat niet alleen uit uit subsidies voor culturele organisaties met een niet-commercieel doel. De stimulansen voor de creatieve economie hebben een totaal ander karakter. Het gaat niet om subsidies, maar om het verstrekken van leningen en kapitaalparticipaties aan creatieve ondernemers.
De Vlaamse overheid heeft die opdracht uitbesteed aan CultuurInvest. Dat is een afdeling van PMV, de Participatie Maatschappij Vlaanderen. PMV financiert beloftevolle ondernemingen van bij de start tot en met de groei en internationalisering. CultuurInvest doet dat voor de creatieve economie, ook wel culturele industrie genoemd. Naast achtergestelde leningen kapitaalparticipaties biedt CultuurInvest ondersteuning door middel van coaching en advies bij investeringsaanvragen en portefeuillebedrijven.
‘Alternatief voor subsidies CultuurInvest kost veel geld, maar haalt weinig resultaat’
Na tien jaar is het ruim tijd voor een balans. Die werd gemaakt tijdens een hoorzitting in de commissie Cultuur van het Vlaams parlement. Daar werd de evaluatie voorgesteld, opgemaakt door Idea Consult. Aangevuld met een zelfevaluatie van CultuurInvest die niet veel voorstelde. Dat kon ook moeilijk. De evaluatie was niet mals. Er zijn weinig resultaten geboekt, en er is veel geld ingestopt. Bizar.
Er zijn in de voorbije 10 jaar niet bepaald bergen verzet. CultuurInvest ondersteunde slechts 70 projecten in die lange periode. Het gaat over een totaal gecommitteerd bedrag van 11,5 miljoen euro. Van de aanvragers zijn slechts 9% van de dossiers tot een ondersteuning gekomen. Een gelijkaardig instrument in Wallonië, St’Art Invest, realiseerde evenveel dossiers in vier jaar.
In de evaluatie kwamen nog een aantal mankementen naar voor.
Zo laat de missie van CultuurInvest geformuleerd in de beheersovereenkomst teveel ruimte voor interpretatie. Daardoor is er een discrepantie in de visie op de opdracht tussen overheid en CultuurInvest zelf. Het Strategisch Comité vergadert al negen jaar niet meer. Er zijn geen officieel vastgelegde kritische prestatie-indicatoren.
In de werking van CultuurInvest bestaat momenteel geen duidelijke scheiding tussen enerzijds de coaching-activiteiten en anderzijds de investeringsactiviteiten.
Het instrument CultuurInvest dekt slechts een beperkt gedeelte van de financieringsbehoeften in de cultuursector af. Enkel ondernemingen met marktpotentieel kunnen momenteel terecht bij CultuurInvest. Er blijft in de cultuursector een grote groep ‘unserved’. En de intresten op leningen zijn hoog, nl. 8%.
Het multiplicatoreffect dat CultuurInvest teweegbrengt met de investeringen die ze doet, is laag in vergelijking met andere gelijkaardige investeringsfondsen. Klap op de vuurpijl: het multiplicatoreffect is zelfs lager dan subsidies. Het is minder dan 1. In Wallonië is het 2. Voor Arkimedes, het fonds voor starters en KMO’s is dat niet minder dan 7.
Dit alternatief voor subsidies heeft gefaald
De beheersvergoeding die PMV ontvangt voor het beheer van CultuurInvest is zeer ruim in vergelijking met andere investeringsfondsen: iets meer dan 1 miljoen euro per jaar. Over tien jaar komt dat op ruim 11 miljoen euro uit, evenveel als het gecommitteerd bedrag in dezelfde periode. Dat is niet oké.
CultuurInvest zoals het vandaag gerund wordt is dus een peperduur instrument met zeer weinig resultaten, en een zeer laag multiplicatoreffect. Daar moet minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) stevig op ingrijpen. De beheerskosten zijn veel te hoog voor de output. Dat kon voorganger Joke Schauvliege (CD&V), bevoegd van 2009, ook al hebben opgemerkt.
‘De succesvolle bedrijven zoals Studio 100 komen niet langs bij CultuurInvest, zij kunnen ook veel goedkoper lenen bij de bank.’
Wellicht is een instrument als CultuurInvest nuttig, maar dan moet het een veel bredere range van creatieve bedrijven en bedrijfjes steunen. Nu worden enkel bedrijven gesteund waarvan CultuurInvest quasi zeker is dat de centen terugvloeien naar hun rollend fonds. Zo ligt de lat zeer hoog. De succesvolle bedrijven zoals Studio 100 komen niet langs bij CultuurInvest, zij kunnen ook veel goedkoper lenen bij de bank.
De steun van CultuurInvest gaat over bedragen tussen 30.000 en 1 miljoen euro, maar grotere bedragen zijn ook mogelijk. Voorbeelden zijn de uitgeverijen Vrijdag en Witsand, bedrijven uit de gaming zoals Larian Studios, de audiovisuele sector zoals Sputnik TV, mode en design zoals Café Costume of Michaël Verheyden, maar ook in de podiumkunsten, de muziek het erfgoed en andere.
CultuurInvest is deel van PMV, een vehikel dat in louter economische termen denkt. CultuurInvest lijkt wel een cash cow voor PMV.
Kwetsbaarheid en specifieke riscio’s
Nu is het correct dat de kwetsbaarheid en de hoge risico’s in de creatieve economie, specifieke instrumenten vergen. Dat is de verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering. Maar als ze geen grondige hervorming doorvoert, is deze aanpak weinig zinvol. Wat moet gebeuren: duidelijke prestatie-indicatoren, lagere intresten, de coaching onttrekken aan Cultuurinvest en aan een ‘neutrale’ partij geven, een stevige aanpassing van de beheersvergoeding aan CultuurInvest en veel meer inzetten op het verstrekken van bankwaarborgen.
Als dat niet kan, kan Sven Gatz het instrument beter afschaffen. Het falen toont trouwens aan dat de zogenoemde ‘alternatieve financiering’ waar deze regering zo hard voor pleit, soms meer kost dan de klassieke financiering via subsidies. Samengevat, dit ‘alternatief voor subsidies’ is tot dusver gefaald.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier