‘We staan op een vreemd keerpunt : niet meer in lockdown, maar ook nog niet terug naar een normale samenleving. We bevinden ons nog steeds deels in een staat van verbijstering die ons tijdens de lockdown overviel. En dat het tijd is om eruit te komen, om over te gaan tot participatie’, schrijft Joël Van Cauter, filosoof en econoom verbonden aan het Itinera Instituut.
Verbazing is een toestand van het ontbreken van daadkracht, van immobiliteit veroorzaakt door een emotionele schok. Veel mensen willen in hun luchtbel blijven, een fenomeen dat sommige psychologen het ‘slakkensyndroom’ noemen. De conclusie van een recente opiniepeiling over de kiesintenties is alsof er niets of bijna niets is gebeurd. We zitten vast.
Op individueel niveau kan dit worden verklaard door de ontdekking, vaak als positief ervaren, van een andere manier van leven dan deze die we vroeger leidden: ‘Dus het is mogelijk…’. Dit is ook begrijpelijk gezien de confrontatie met de dood, door het dagelijks openlijk publiceren in de pers van het aantal doden, terwijl dit sinds lang het voorwerp is geweest van sociale ontkenning.
We staan collectief versteld van de inefficiëntie van on politiek systeem. De hoofdredacteur van Lancet herinnert ons in een boek eraan dat vijf artikelen in zijn tijdschrift de dreiging al eind januari nauwkeurig hadden geïdentificeerd, maar dat de meeste regeringen er weken of maanden over deden om te reageren. Met 843 sterfgevallen per miljoen inwoners is België een van de landen in de wereld met de hoogste sterfte en overmatige mortaliteitscijfers. Een internationale vergelijking maakt het mogelijk een verband te leggen tussen het belang van deze overmatige mortaliteit en de verslechtering van de efficiëntie van de Staat. In België is de achteruitgang al snel 20 jaar aan de gang.
We staan dus voor een dilemma: of ons terugtrekken uit het collectieve leven of er ondanks alles in blijven geloven? Het is onmogelijk een antwoord te geven op deze uiterst moeilijke keuze. Als we bezwijken voor de verleiding om ons binnenshuis terug te trekken en af te haken van ons politiek beleid maken we de weg vrij voor de retoriek van het populisme van links en rechts. Maar als we ondanks alles blijven geloven in de bekwaamheid van onze verkozen vertegenwoordigers om doeltreffend te reageren in de huidige context, is het zeer waarschijnlijk dat het land uit elkaar zal vallen.
Als we blijven geloven in de bekwaamheid van onze politici, is het zeer waarschijnlijk dat het land uit elkaar zal vallen.
Participatie is evident en inherent aan onze democratie: zonder minimale inzet van de burgers is de soevereiniteit van het volk slechts een holle uitspraak. Maar er is nog een tweede kwestie, namelijk die van de methode. Als de covid-crisis het cruciale belang heeft aangetoond van coördinatie van de maatregelen of het gebrek daaraan, dan heeft ze ons ook geleerd dat de deelname van verschillende actoren vruchtbaar is. Francesca Colombo, hoofd van het gezondheidsbeleid van de OESO, wijst erop dat de meest veerkrachtige gezondheidsstelsels deze zijn waar men meer gebruik heeft gemaakt van zorg buiten ziekenhuizen en instellingen, zoals in sommige Scandinavische landen, Australië of Slovenië.
Dit kan onze strategie voor toekomstige acties richting geven, waarbij meer ruimte moet gegeven worden aan de betrokkenheid van mensen bij het beleid en de specifieke middelen. Zo is iedereen het er vandaag de dag over eens dat de gezondheidssector prioritair. Moeten dan miljarden extra voorzien worden? Absurd, want het probleem is niet zozeer de middelen dan wel de inzet van die middelen. Zo heeft Jean Hermesse, ondervoorzitter van de christelijke ziekenfondsen, ter gelegenheid van zijn pensionering zijn standpunt over het aantal ziekenhuisbedden herbevestigd: ‘10.000 overtollige bedden (…) Het gaat er niet om te bezuinigen, maar om middelen te heroriënteren, om van acute naar langetermijnzorg over te gaan.’ En om te pleiten voor een benadering van ‘positieve gezondheid’ waarbij men een sociaal leven in de buurt voorschrijft in plaats van een antidepressivum voor zij die zich slecht voelen.
Een ander voorbeeld van deelname op het vlak van gezondheidszorg is de heroriëntatie van middelen naar preventie. In rijke landen wordt 75% van de totale uitgaven voor gezondheidszorg besteed aan belangrijke chronische ziekten, zoals kanker of diabetes, en dit terwijl 70 tot 90% van deze ziekten zou kunnen voorkomen worden door een gezondere levensstijl. Deze deelname hangt af van de inzet van ieder van ons, van onze voedingskeuzes, onze consumptie van alcohol of tabak, onze sportactiviteiten… Soortgelijke veranderingen zijn mogelijk in diverse sectoren, van onderwijs tot economie en het verenigingsleven.
En het kan ervoor zorgen dat iedereen weer uit zijn schulp wil komen…
De Doordenkers van Knack.be: Wat na corona?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier