Imade Annouri (Groen)
‘Als ons jeugdwerk het beste ter wereld is, waarom geven we het dan steeds minder steun?’
‘Het wordt steeds moeilijker om in Sven Gatz een minister van onze jongeren te zien’, schrijft Imade Annouri (Groen). ‘De acties van de minister stroken niet met waarin hij gelooft. Hoe komt dat?’
Alle jeugdorganisaties die subsidies ontvangen vanuit Vlaanderen hebben een brief in de bus gekregen dat ze 1,5% moeten inleveren op het hen toegekende subsidiebedrag voor 2016. Voor sommige verenigingen betekent dit een bedrag van een paar duizend euro, voor de grootste organisatie meer dan 26.000 euro. Reden van deze plotse besparing: de minister heeft enkele nieuwe jeugdverenigingen erkend, extra geld is daar niet voor, de middelen zijn beperkt en dus moet iedereen een klein stukje (1,5%) inleveren.
Deze beslissing komt hard aan bij de jeugdsector. Hoe komt dit? Niet omdat het bedrag waar we nu over spreken zo onoverkomelijk is (0,2% van de Vlaamse begroting wordt besteed aan jeugd). Wel omdat het vertrouwen in de overheid – dat al stevig tanende was – nu helemaal weg lijkt te zijn. Begin 2015 kreeg de jeugdsector ook al een stevige besparing te verwerken. Niet lineair die keer. Sommige organisaties moesten 20% van hun middelen inleveren, anderen 10% of 5%, de meesten 1,5%. Daar komt nog bij dat de subsidies voor de Vlaamse jeugdorganisaties al jarenlang niet geïndexeerd worden, eveneens een vorm van besparing. Zeker als je weet dat de kosten van personeel ondertussen wel stijgen.
‘Als ons jeugdwerk het beste ter wereld is, waarom geven we het dan steeds minder steun?’
Minister Sven Gatz heeft al vaak het immense belang van ‘zijn’ Vlaamse jeugdorganisaties benadrukt. Jeugdwerk verbindt jongeren, geeft hen een plaats, maakt jongeren weerbaar voor de toekomst, betrekt moeilijk bereikbare groepen, houdt jongeren van de straat, is een middel tegen radicalisering… . En ik treed de minister hierin volledig bij. In Groen vindt hij een partner voor een goede en kwalitatieve ondersteuning van het Vlaamse jeugdwerk. Het is net daarom dat ik het ten zeerste betreur dat nu opnieuw in het vel wordt gesneden van dat jeugdwerk. De acties van de minister stroken niet met waarin hij gelooft. Is het onmacht? Is het een gebrek aan gewicht binnen de regering? Misschien, maar wat wel zeker is, is dat het steeds moeilijker wordt om in hem de minister van onze jongeren te zien.
Maar, hoor ik u al denken, moet niet iedereen een tandje bijsteken in deze moeilijke tijden? Dit adagium wordt te pas en te onpas bovengehaald, ook en vooral in politieke middens. Als we die redenering volgen, kunnen we gerust stellen dat het Vlaams Jeugdwerk al meer dan zijn deel heeft moeten besparen. En plots komt daar nu nog een stukje bij. Daar waar voor sommige sectoren gemaakte afspraken heilig blijken te zijn, moet de jeugdsector besparing na besparing slikken.
Slinkse manieren van besparen
Het vertrouwen is weg en dat is jammer. Het vormt een bedreiging voor het enthousiasme waarmee al deze jeugdverenigingen zich al jarenlang inzetten. Hoe zou je zelf zijn? Je maakt plannen op en werkt een begroting uit op basis van afgesproken inkomsten. Je spreekt duidelijke engagementen af, die je zult waarmaken met deze middelen. En enkele maanden later krijg je plots te horen dat er beknibbeld wordt op deze middelen. Een bijsturing van de engagementen komt er evenwel niet. Hetzelfde doen, maar met minder, daar komt deze verdoken besparing op neer. Ieder huishouden zou hiervan steigeren. Het is een slinkse manier van besparen, net zoals de niet-indexering van de middelen dat eerder ook al was.
Bovendien ondermijnt deze beslissing het vertrouwen in de toekomst. Wat als er volgend jaar opnieuw een rist jeugdorganisaties bijkomt? Moet dan opnieuw iedere organisatie een stukje inleveren? Het siert de minister dat hij nieuwe jeugdorganisaties kansen geeft, maar dan moet hij hier ook extra middelen tegenover zetten. Anders wordt het jeugdwerk het slachtoffer van zijn eigen succes. Hoe kan je plannen maken zonder dat er enige zekerheid is over het budget dat je hiervoor zult hebben? Onzekerheid is nefast voor ondernemingsgezindheid en initiatief. En dit laatste is net wat we van ons jeugdwerk verlangen. Onzekerheid voedt terughoudendheid en behoedzaamheid. Dit laatste is net wat we kunnen missen binnen het jeugdwerk.
‘Dit is geen softe sector die we stiefmoederlijk moeten behandelen, dit is één van de meest cruciale plekken waar we onze samenleving mee vorm geven.’
Ons Vlaams jeugdwerk is iets om trots op te zijn, we staan vanboven in de internatioanale jeugdwerkindex, per 250 inwoners is er een jeugdinitiatief. Heel wat experten uit het buitenland kijken jaloers naar de expertise die wij hebben, naar het goede werk dat onze jeugdwerkers doen. Dag in dag uit werken ze samen met en voor jongeren. Dag in, dag uit werken ze van stadspleintjes tot in dorpsstraatjes aan het potentieel van onze jongeren. Omdat ze als geen ander beseffen dat de jeugd van vandaag onze rechtstreekse lijn is naar het Vlaanderen van morgen. Dit is geen softe sector die we stiefmoederlijk moeten behandelen, dit is één van de meest cruciale plekken waar we onze samenleving mee vorm geven. Geef deze sector dan ook de ademruimte en het groeipad die ze verdient.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier