Niels De Rudder
‘Als jonge voetballer speelde ik de ibuprofen als snoepgoed naar binnen’
Niels De Rudder is ex-voetballer en staat stil bij het overmatig gebruik door sporters van medicijnen en producten die niet op de dopinglijst staan. ‘Hoe onschadelijk zijn al deze zaken voor het hart als ze over langere periodes en gecombineerd genomen worden?’
Onlangs klopte mijn hart heel anders waardoor ik een dagje in het ziekenhuis mocht doorbrengen. Niet voor het eerst trouwens. Ik ben een ex-voetballer, een ex-doelman om juister te zijn. Als speler op geen onaardig niveau heb ik te vaak naar mijn zin de broek op de bank versleten, maar later als hulptrainer en keeperstrainer toch ook op het hoogste niveau mogen werken.
Het hoeft dus niet te verwonderen dat ik diep onder de indruk ben door het plotse overlijden van jonge sporters de afgelopen dagen en weken. ‘We vallen toch niet zomaar dood,’ was mijn eerste gedachte. Bovendien worden sporters op topniveau zodanig intensief (medisch) begeleid dat het moeilijk is de dramatische gebeurtenissen zonder meer te aanvaarden en verder te gaan. Op radio en televisie kwamen hartspecialisten aan het woord die voor de zoveelste keer vertellen wat we eigenlijk allemaal reeds weten. Onder hen voor- en tegenstanders van het screenen van alle jonge sporters, en ergens hoorde ik ook een oproep om een waslijst aan symptomen die op hartfalen kunnen wijzen niet te negeren.
‘Als jonge voetballer speelde ik de Ibuprofen als snoepgoed naar binnen’
Maar wat ik nergens hoorde en waar ik het uit eigen ervaring wil over hebben, is het gebruik van medicatie en supplementen die sporters vaak als snoepgoed naar binnen spelen om toch maar enigszins fit en speelklaar te geraken en te blijven. Ik herhaal, speelklaar, niet zozeer blakend van gezondheid. Hoe belastend is dat en wat zijn de negatieve gevolgen op het lichaam nu, maar ook op latere leeftijd.
Ik wil er eerst de nadruk op leggen dat ik uit persoonlijke ervaringen spreek en dit absoluut geen betrekking heeft op de jonge sportmannen die onlangs overleden zijn. Ik weet dat immers niet.
Competitiesporters willen meedoen aan de wedstrijden. Hoe minder je aan de kant moet staan door blessures of vermoeidheid hoe beter. In het geval van voetballers op hoger niveau zijn de euro’s op het veld te verdienen, niet in de tribune. Op de hoogste niveaus is de concurrentie moordend. Wie even aan de kant moet blijven, wordt vervangen door iemand die wel fit is. Hoe ver gaan we daarin en wat hebben we daar voor over? Voor alle duidelijkheid, ik heb het niet over doping of het gebruik van andere illegale prestatiebevorderende middelen maar enkel over producten die perfect legaal zijn en niet op de dopinglijst staan.
‘Dat je hart van sommige producten wel erg stevig in de borstkas klopte, was maar een nevenffectje.
Laat mij beginnen met ontstekingsremmers. Ik durf er geen getal opplakken hoeveel dozen Ibuprofen ik gedurende mijn actieve spelersloopbaan geslikt heb. Dat waren bijna snoepjes. We namen ze zelfs voor een training of wedstrijd om de pijn die er toch aan kwam preventief te bestrijden. En was de ontstekingspijn in één of ander gewricht echt niet te harden dan was het gebruik van cortisone (mag voor therapeutisch gebruik) de volgende stap. Met een zodanig snel genezingseffect dat de kans om speelklaar te geraken groot was.
En lukte het dan echt nog niet, dan werd een injectienaald bovengehaald en werd het irritant plekje plaatselijk verdoofd.
Geloof het of niet, maar ik kreeg ooit een zalfje, de naam ontsnapt mij, toegestopt dat eigenlijk diende om de eikel te verdoven om een vroegtijdige zaadlozing te voorkomen maar tevens ontzettend efficiënt bleek om schaafwonden mee in te smeren en zodoende te verdoven. Niets zo vervelend als schaafwonden voor een doelman. En hopla, we konden het veld op!
Vermoeide spieren of gewoon moe zijn? Dat kon niet. Dat was geen reden om in de kleedkamer te blijven. Zeker niet bij wedstrijden. Magnesium en vitaminen namen we een heel jaar door. Maar voor een wedstrijd een stevig shotje cafeïne of guarana deed wonderen. In de vorm van ampules of bruistabletten. Bye bye vermoeidheid, al was het maar voor even.
Dat het hart wel erg stevig in de borstkas klopte, was slechts een neveneffectje. En dat je in combinatie met de opgelopen adrenalineboost de nacht erop geen oog dicht deed evenzeer! Creatine of andere eiwitten. Graag! Zeker in de voorbereidingsfase wanneer er intensieve fysieke arbeid verricht moest worden. Het spul gaf je immers meer kracht en je had minder moeite bij het leveren van inspanningen. En ook je spiermassa vergrootte ervan.
‘Al deze dingen staan niet onder de noemer ‘prestatiebevorderend en schadelijk voor de gezondheid.’
Isotone drankjes, om snel te hydrateren en te recupereren, vol met zouten en elektrolyten, in alle kleuren en smaken. Met liters gedronken. Bovendien erg lekker!
Al deze dingen staan niet onder de noemer ‘prestatiebevorderend en schadelijk voor de gezondheid’. Maar hoe onschadelijk zijn al deze zaken voor het lichaam en dan specifiek voor het hart als ze over langere periodes en gecombineerd genomen worden?
Gepaard met de ontzettend grote stress, de gierende zenuwen in de keel, die sporters de uren voor een wedstrijd ervaren? Soms de nacht voor de wedstrijd van zenuwen en de nacht erop als gevolg van de adrenalinerush de slaap niet kunnen vatten. Week na week, jaar in jaar uit. De druk om te presteren is immers zéér groot.
Wil er iemand daar op antwoorden aub? Jonge mensen vallen toch niet zomaar dood! Toch?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier