Bert Bultinck
‘Als Francken en co hun werk hadden gedaan, dan was deze politieke crisis ons bespaard gebleven’
‘Het draait bij de val van deze regering niet om de principes, maar om het moment waarop het opportuun werd geacht om zich die principes te herinneren’, meent Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
Later, mogelijk al in mei 2019, zullen veel Vlamingen zich afvragen waar de regeringscrisis over het Global Compact for Migration van de Verenigde Naties nu precies over ging. Het explosieve verzet van de laatste weken tegen dat pact, een niet-bindende tekst die sowieso zal worden goedgekeurd, valt niet alleen in het buitenland moeilijk uit te leggen. Ook in eigen land groeit het ongenoegen over de tot op grote hoogte symbolische strijd die een regering heeft lamgelegd. Dat er na de tegenvallende balans van Michel I nu ook nog met een minderheidskabinet Michel II moet worden voortgeploeterd, is voor niemand goed. Vallende regeringen, compleet met pathos in de Kamer en larmoyante persconferenties waarin het weer eens de schuld van de anderen is: ze zijn integraal deel van de democratie, zoals bekend de slechtste staatsvorm met uitzondering van alle andere. Maar niemand hoeft het schouwspel van de afgelopen weken mooi te vinden.
Als Francken en co hun werk hadden gedaan, dan was deze politieke crisis ons bespaard gebleven.
De N-VA is terecht bezorgd over het afkalvende draagvlak van supranationale instellingen, die veel invloed uitoefenen zonder democratische legitimiteit. De irritatie groeit over de beslissingen die over de hoofden van de burgers heen worden genomen. Het is de verdienste van Bart De Wever dat hij die wrevel politiek vertaalt. Hij voelt dat probleem al langer aan: met zijn vragen over de Conventie van Genève, die onder meer de bescherming van politieke vluchtelingen garandeert, had de N-VA-voorzitter in 2015 al een voorzet gegeven voor de bredere kritiek op internationale verdragen, conventies en pacten. Maar toen was de directe noch de indirecte invloed (‘ soft law‘) van die internationale verdragen op het Belgische beleid een reden om uit de regering te stappen. Dat is opmerkelijk: de invloed van bijvoorbeeld het beroemde ‘folterartikel’ 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is in het vluchtelingenbeleid nu al véél groter dan wat het nieuwe migratiepact de facto ooit zal kunnen afdwingen. Bovendien is het onduidelijk of de N-VA zich tegen het democratische deficit an sich verzet – of dat die redenering alleen maar geldt als het haar goed uitkomt. Tegen het IMF of de begrotingsorthodoxie van de Europese Commissie, waar zijn eigen regering stelselmatig tegen zondigde, hebben we De Wever nog niet vaak horen razen.
De N-VA-voorzitter kon zich plots en veel te laat niet meer vinden in het pact, nadat de partij talloze kansen had laten voorbijgaan om zich ertegen te verzetten. De echte reden waarom de regering gevallen is, is níét dat de N-VA zich niet kan vinden in het migratiepact. De regering is gevallen omdat de partij haar kritiek veel te laat op tafel heeft gelegd. Het draait dus niet om de principes, maar om het moment waarop het opportuun werd geacht om zich die principes te herinneren. Niet om de inhoud, maar om de angst voor de extreemrechtse concurrentie. Niet om ideologische passie, maar om de politique politicienne. Niet om het maatschappijbeeld, maar om de selfies. Als de partij bij de les was geweest, had ze niet hoeven te wachten op het verzet van de Oostenrijkse premier Sebastian Kurz, en was de onthouding bij de Verenigde Naties in New York, die de afgelopen dagen zo gewenst was, nog een optie geweest.
De N-VA is terecht bezorgd over de supranationale instellingen. Maar deze crisis draaide niet om principes.
In de krant De Morgen beklemtoonde N-VA-woordvoerder Joachim Pohlmann naast het al genoemde democratische deficit ook de mogelijkheid ‘om van migratie een succes te maken’, op voorwaarde dat het ‘gecontroleerde migratie’ is. Dat zijn wijze woorden: de migratie valt niet op korte termijn te stoppen, alleen goed te beheren. Maar laat het migratiepact van de VN nu net aanzetten bevatten om de migratie beter te controleren, vooral op het vlak van de arbeidsmigratie. Als de N-VA beter had opgelet, had de partij de krenten uit het pact kunnen steunen, de ongewenste passages kunnen redigeren of tegenhouden, en had de regering gewoon kunnen doorwerken.
‘Theo toert, en Theo tweet, en Theo zus en Theo zo’, zei Hendrik Vuye, de sterkhouder van de Vlaamse oppositie, enkele maanden geleden over staatssecretaris Francken, ‘maar Theo zou beter wat vaker in zijn kabinet zitten, om dossiers fatsoenlijk voor te bereiden.’ Als Francken en zijn collega’s hun werk hadden gedaan, en wat minder selfies hadden genomen voor de tribune, dan was deze politieke crisis ons bespaard gebleven.
Dit artikel verschijnt woensdag 12 december in Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier