‘Als deze regering na vijf jaar slaagt, bewijst N-VA dat het confederalisme overbodig is’
Eric Van Rompuy (CD&V) is 65 geworden, een mijlpaal in zijn leven. Een ideaal moment om terug te blikken, maar ook om vooruit te kijken. Want het nieuwbakken federaal parlementslid klinkt even strijdvaardig als dertig jaar geleden. “Soberheid moet samengaan met solidariteit. De regering heeft dat onderschat.”
Uw broer Herman neemt morgen afscheid van het politieke toneel. Bent u fier op hem?
Eric Van Rompuy: ‘Natuurlijk. Hij is als Europees president in moeilijke omstandigheden altijd zichzelf gebleven. Rustige vastheid. Het is ook indrukwekkend hoe hij dat leven fysiek heeft volgehouden. Herman is er nu 67, maar ik heb de indruk dat hij fitter en sterker is dan tien jaar geleden toen hij in de oppositie zat. Veel heeft natuurlijk te maken met ingesteldheid en gedrevenheid. Oppositie voeren lag hem minder.’
Dat is meer uw ding.
‘(knikt) Het parlement is mijn biotoop. Ik heb het debat nodig. Ik voel me nog altijd even gedreven en strijdlustig als in de jaren zeventig. Ik voel me zeker geen 65. Onze karakters zijn eigenlijk niet te vergelijken. Ik ben de straatvechter, Herman is de staatsman.’
Was het altijd uw droom om politicus te worden?
‘Ik wou eerst sportman worden: voetballer, wielrenner of loper. Maar ik wist al snel dat ik nooit in de eerste klasse zou spelen. En dat is altijd mijn ambitie.’
Dat is in de politiek wel gelukt. Voorzitter van de CVP-jongeren, Europees, federaal en Vlaams parlementslid, eerste schepen in Zaventem, Vlaams minister: hebt u het gevoel dat u het allemaal meegemaakt hebt?
‘Ik heb veel meegemaakt, maar niet alles. De echte top heb ik nooit bereikt. Ik was nooit premier of partijvoorzitter. Ik zou dat ook niet goed gedaan hebben. Wie een regering of een partij leidt, moet streven naar harmonie en verzoening. Ik ben conflictueus ingesteld, ik wil het debat aangaan.’
Heb ik het juist dat uw echte glansrol zich afspeelde eind jaren zeventig als voorzitter van de CVP-jongeren?
‘Dat waren mijn mooiste jaren. Die rol leunde perfect aan bij mijn karakter: leiding geven aan een strijdlustige groep jongeren. Ik kon helemaal mezelf zijn. Dat lag me zelfs beter dan het ministerschap. Maar ik was niet geliefd door de partijtop en het ACW. Ik was een rebel, hè. Ik heb twee regeringen-Martens doen vallen (1980 en 1981, red.). Het vertrouwen van de generatie-Martens en -Dehaene heb ik nooit helemaal herwonnen.’
Als je dat vergelijkt met jongerenafdelingen vandaag, dan zijn die verschrikkelijk soft geworden.
‘Het is anders. Wij zagen de jongerenafdeling niet als een opstap, maar als een beweging op zich. Wij wilden de partijtop uitdagen. Dat lukt nu niet meer. Jongeren worden zelf al vrij snel ingeschakeld in het partijestablishment. Nu, wij konden ons ook meer veroorloven. De partij behaalde toen 40 procent en meer.’
In 2004 werd u door Yves Leterme gepasseerd om minister te worden in zijn Vlaamse regering. Is die bittere episode al doorgespoeld?
‘Dat is voor mij een afgesloten hoofdstuk. Maar het heeft me wel veel pijn gedaan. Ik weet nog altijd niet waarom Leterme mij heeft laten vallen. Ik dacht dat ik een goede relatie met hem had. Het is nooit meer goed gekomen tussen ons. Wij hebben geen enkel persoonlijk contact meer gehad, ook niet toen hij premier was. Ik heb zelfs zijn telefoonnummer niet.’
Vergeven is een belangrijke christelijke waarde.
‘Vergeven kan ik wel, maar vergeten niet. Met Martens en Dehaene heb ik wel alles uitgeklaard, en daar ben ik blij om. Hén heb ik ook nooit iets kwalijk genomen, integendeel zelfs. Was ik eerste minister, dan zou ik ook kwaad zijn op de persoon die mijn regering doet vallen.’
Toen u aan de kant geschoven werd, schreef uw broer Herman een open brief waarin hij u opriep ook als parlementslid van de meerderheid uw mond niet te houden. ‘Je hebt niet de gave van het kuddedier’, schreef hij.
‘Ik geef altijd onafhankelijk mijn mening. Ik weet dat ik daarmee niet veel vrienden maak, ook niet binnen de partij. Maar als ik dat niet kan, dan verlies ik mijn vitaliteit. Ik blijf wel altijd consequent én loyaal aan het partijprogramma. Dat is nu eenmaal hoe ik ben.’
Wordt u nooit tot de orde geroepen door de partijvoorzitter?
‘Zeer zelden (lacht). Ze denken er waarschijnlijk soms wel het hunne over. Ik ben een ongeleid projectiel, om het negatief uit te drukken. Met Wouter Beke heb ik een goede relatie. Hij weet dat ik geen verborgen agenda heb, dat ik geen kandidaat-minister ben of zo. Als ik mijn mening geef, is dat om een debat op de agenda zetten.’
Dat debat is vandaag de tax shift, de verschuiving van lasten op arbeid naar vermogen, en de bijhorende vermogenswinstbelasting die CD&V wil. Hoe zit het daarmee?
‘Wie inspanningen vraagt aan de bevolking, zoals deze regering doet, moet deze inspanningen ook rechtvaardig verdelen. Dat is vandaag onvoldoende het geval. Het kan niet zijn dat iemand zoals Marc Coucke honderden miljoenen winst maakt en niets moet betalen. Toen de regering-Dehaene in de jaren negentig inspanningen vroeg, heeft ze de hogere inkomens meer laten bijdragen dan de gewone werknemers en gezinnen. Dat moet nu ook het geval zijn. De mensen moeten zien dat er ook aan de andere kant van de einder, dus bij het grootkapitaal, extra inspanningen gevraagd worden. Anders zal er geen maatschappelijk draagvlak zijn voor de maatregelen die deze regering wil nemen, maatregelen waar ik trouwens één voor één achter sta. Maar dat draagvlak is wel noodzakelijk. De regering heeft dat onderschat. Een beleid van soberheid moet samengaan met solidariteit, zoals ook mijn broer zegt.’
Is CD&V niet rijkelijk laat met haar vraag? De budgettaire plannen liggen al op tafel, van een tax shift is geen sprake. De coalitiepartners zeggen ook neen tegen een vermogenswinstbelasting.
‘De geesten zijn aan het rijpen. De regering is nog maar zes weken bezig. De laatste discussie over de begroting is nog lang niet gevoerd. Specialisten trekken nu bijvoorbeeld de twee kapitaalsbelastingen die deze regering wil doorvoeren, de bankentaks en de kaaimantaks, in twijfel. Er zal iets in de plaats moeten komen. De maatschappelijke druk zal ook alsmaar groter worden.’
Verliest CD&V haar geloofwaardigheid als de tax shift er niet komt?
‘Ja. Maar ik heb er vertrouwen in dat het er wel komt. Onze partners gaan zich ook realiseren dat we een draagvlak nodig hebben om de hervormingen in bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en pensioenen te realiseren. Dit mag natuurlijk geen nieuw Brussel-Halle-Vilvoorde worden. Dit mag geen tien jaar aanslepen.’
Voelt u zich goed in deze coalitie met N-VA, een partij die u jarenlang keihard bestreden hebt?
‘Tja, de kiezer heeft deze coalitie gewild. We konden niet om de score van N-VA heen. CD&V zit nu wel als sociale centrumpartij in een federale regering met drie rechtse partijen, en dat maakt het voor ons heel moeilijk. Dat geef ik toe. Anderzijds ben ik opgelucht dat de PS er niet meer bij is. Met de socialisten zou het niet mogelijk geweest zijn de maatregelen te nemen die nodig zijn om onze competitiviteit te verbeteren en tegelijk het budget op orde te krijgen.’
“Als Bart De Wever de verkiezingen wint, dan betekent dat het einde van België”, zei u vóór de verkiezingen. Die voorspelling is niet uitgekomen.
‘Ik stel vast dat N-VA geen punt maakt van haar communautair programma. Het confederalisme was vóór de verkiezingen het wezen van de partij, maar ze heeft dat nu in de koelkast gestopt. Johan Van Overtveldt spreekt vandaag andere taal dan enkele maanden geleden. Idem voor Jan Jambon. N-VA neemt nu haar verantwoordelijkheid in de Belgische structuren. En als deze regering na vijf jaar slaagt in haar opzet, dan bewijst N-VA mee dat dit land wel degelijk bestuurbaar is en het confederalisme dus overbodig’
Uzelf hebt vorig jaar een zware hartoperatie ondergaan. Hebt u nooit gedacht aan stoppen?
‘Vijf jaar geleden wou ik stoppen, nu niet meer. Ik heb de arts wel gevraagd of ik een stresserende verkiezingscampagne zou aankunnen. Hij vroeg me wanneer ik het meest last van mijn hart zou hebben: als ik wel zou deelnemen of als ik niet zou deelnemen. Ik heb niet lang moeten nadenken. Ik ga nu vijf jaar genieten.’ (De Zondag/PC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier