De (s)preekstoel van Knack.be
‘Als aalmoezenier zie ik dat het heel moeilijk is om op eigen kracht uit de problemen te geraken’
Voor deze bijdrage voor ‘De (s)preekstoel van Knack.be’ had Don Zeeman van de Evangelische Alliantie Vlaanderen (EAV) een gesprek met Yvan Thomas, aalmoezenier in de gevangenis van Ieper. ‘Een vrijheidsberoving kan je op verschillende manieren aanpakken. Soms zijn er zachtere vormen die meer effect hebben.’
Overvolle gevangenissen, onmenselijke toestanden, protest van gevangenen én cipiers: we konden er de laatste weken niet naast kijken. Het ongenoegen zit diep en baant zich een uitweg. Verregaande tegemoetkomingen kunnen niet iedereen overtuigen. Tegelijk duiken er weer plannen op die het strafuitvoeringssysteem als zodanig kunnen verbeteren. Een van de grote pleitbezorgers van een andere aanpak is Hans Claus – na een kort intermezzo in Dendermonde als directeur teruggekeerd naar de gevangenis van Oudenaarde. Maar ook anderen, zoals aalmoezenier Yvan Thomas uit Ieper, dringen aan op alternatieven. Vooral de bestrijding van de recidive staat daarbij centraal.
Yvan Thomas: “Toen ik nog maar pas aalmoezenier was, vatte ik al het plan om een brief te schrijven aan de minister van Justitie om op een aantal mistoestanden te wijzen. Dat ging vooral over de nazorg aan de gedetineerden. Ik heb het ontwerp van dat schrijven aan een aantal mensen voorgelegd, en ieder had zo z’n bedenkingen – de brief is er dan uiteindelijk ook nooit gekomen. Toch wilde ik niet alleen kritiek geven, maar vooral voorstellen doen in verband met de opvolging van de gevangenen”.
In het dagelijks leven is Yvan Thomas ortho-agogisch directeur bij vzw Vondels, een pluralistische instelling die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Los daarvan is hij al zo’n zeven jaar een van de aalmoezeniers in de gevangenis van zijn thuisstad Ieper. Eigenlijk had het meer voor de hand gelegen dat hij lekenconsulent geworden was. In zijn studententijd was Yvan immers een fervent atheïst en toen zijn ‘kotgebuur’ blijk gaf van een sterke christelijke overtuiging, nam hij zich voor hem snel van zijn ideeën af te helpen.
‘Als aalmoezenier zie ik dat het heel moeilijk is om op eigen kracht uit de problemen te geraken’
Het omgekeerde gebeurde echter en hij begaf zich zelf op het geloofspad. Sindsdien geeft het christelijk geloof een extra motivatie aan zijn dienstbaarheid aan de medemens. De verandering in zijn eigen leven geeft hem moed om bij de gevangenen de mogelijkheid tot een omkeer te zien: “Ik denk dat zo’n 95 procent van de gedetineerden een slechte jeugd heeft gehad. De negatieve ervaringen brengen veel mensen in een neerwaartse spiraal. Als aalmoezenier zie ik dat het bijzonder moeilijk is om op eigen kracht uit de problemen te geraken. Vanuit geloofspunt ben ik er van overtuigd dat de kracht van God een enorme steun kan zijn, en met die boodschap ben ik ook in de gevangenis gekomen. En ik zie dat het werkt”.
‘De gevangenis zoals ze nu loopt, is geen oplossing’
Een aalmoezenier is en blijft een vreemde eend in de bijt. Hoewel deel van het systeem, staat hij toch het dichtst bij de gevangenen en is er dikwijls een vertrouwensband – een relatie die een cipier vanuit zijn positie moeilijker zal hebben. Yvan voelt zich zeker niet ongemakkelijk als hij alleen met een gedetineerde in een cel zit. Het grootste risico is wellicht dat hij zich teveel gaat identificeren met de man die voor hem zit. Als Yvan beweert dat tal van omstandigheden ertoe geleid hebben, dat iemand gestraft wordt, gaat hij dan juist niet de dader teveel als slachtoffer beschouwen? “In zekere zin is dat vaak wel zo. Als je bijvoorbeeld kijkt naar pedofielen, dan denk ik dat meer dan de helft zelf ook slachtoffer geweest is. Let op, ik ga er van uit dat een misdrijf gestraft moet worden – ik vraag niet dat iedereen vrijgelaten wordt – maar de gevangenis zoals het nu loopt, is geen oplossing”. Hij verdedigt ook zijn functie door te stellen dat een aalmoezenier niet alleen ten dienste van de gevangene staat, maar ook van de maatschappij. De samenleving is er immers mee gediend dat mensen beter uit de strafinstelling komen. En een aalmoezenier kan ook morele steun aan de cipiers bieden: “Je moest eens weten hoe vaak we een babbel slaan met het personeel”, aldus Thomas.
Kleinschalige aanpak om recidive terug te dringen
Het probleem van het huidige gevangenissysteem is dat veel mensen er slechter uit komen dan ze er binnen gaan – terwijl dat juist niet de bedoeling van de straf is. Het is een kritiek die op veel plaatsen binnen het gevangeniswezen te horen is. Vaak wordt dan gewezen op mensen zoals Hans Claus, die wordt voorgesteld als ‘de gevangenisdirecteur die tegen gevangenissen is’. Het zijn niet alleen de gebouwen die vernieuwd moeten worden, de hele manier van werken moet grondig gerenoveerd worden. Claus is inmiddels secretaris van ‘De Huizen‘, een vzw die ijvert voor kleinschalige detentiehuizen, waarbij problemen beheersbaar blijven en gedetineerden aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid.
De persoonlijke aanpak zou het recidivecijfer naar beneden moeten krijgen. Immers, momenteel hervalt 60 procent van de mensen die een tijdlang opgesloten worden in de criminaliteit – sommigen spreken van 70 procent. Dat is bijzonder hoog cijfer, zeker als je bedenkt dat het bijvoorbeeld in Noorwegen nauwelijks 20 procent is. Aan de overbevolking van onze gevangenissen zal weinig gedaan kunnen worden als dit probleem niet grondig wordt aangepakt. Ook Yvan Thomas maakt deel uit van ‘de Huizen’ en is een van de trekkers van het project ‘Uitstap’, dat gevangenen de mogelijkheid wil bieden op een succesvolle manier terug in de maatschappij te integreren.
‘De straf is vrijheidsberoving, maar die moet ook niet erger gemaakt worden dan ze al is.’
Hij speelt daarmee in op het voorstel van Justitieminister Koen Geens om enkele ’transitiehuizen’ in te richten. Het is zijn droom dat de ‘Uitstap’ kan gerealiseerd worden en dat gevangenen op die manier de kans krijgen om aan de criminaliteit te ontsnappen.
Yvan Thomas: “De straf is vrijheidsberoving, maar die moet ook niet erger gemaakt, worden dan ze al is. Een mens kan zich moeilijk voorstellen wat het is om 24 uur per dag in een cel te zitten. Als aalmoezenier kan ik op elk moment weer buiten stappen, maar voor de gevangenen ligt een vast patroon waarlangs alles verloopt.’
‘Mensen zeggen dan vaak: ja, maar dat is nu eenmaal hun straf. Dat is waar, maar vrijheidsberoving kan je op verschillende manieren aanpakken. Er zijn zachtere vormen die meer effect hebben. Niet noodzakelijk zachter voor de gevangene, want als wij ons transitiehuis openen, dan is het wel de bedoeling dat de gevangenen aan zichzelf gaan werken. Ze moeten een strikt programma volgen, dus het is zeker niet gemakkelijker”.
Werkervaring
Een transitiehuis is nog altijd een gevangenis, maar dan wel in de laatste fase van de straf. De mensen zijn er opgesloten, al kunnen ze gemakkelijker naar buiten. Ze worden getraind op het vlak van werk, sociale vaardigheden en dergelijke. Ze krijgen daarom de gelegenheid werkervaring op te doen, maar ook om zich in te zetten in het vrijwilligerswerk. “Als ze nu vanuit de gevangenis werk gaan zoeken, dan hebben ze meteen een stempel. Ze hebben geen enkele referentie en kunnen alleen maar zeggen ‘ik zit in de gevangenis’. Dan verandert het sollicitatiegesprek al gelijk – werkgevers zijn niet geneigd zomaar een gedetineerde in dienst te nemen. Er zijn immers genoeg andere kandidaten”.
‘Wij willen de zingeving aanreiken vanuit een christelijk standpunt, zonder te forceren, want we zijn pluralistisch en iedereen is welkom.’
Het idee voor de praktische invulling van het transitiehuis dat Yvan Thomas met de ‘Uitstap’ voor ogen heeft, komt grotendeels van de Nederlandse ‘Exodushuizen’, waar men al langer met het concept aan de slag is. Die organisatie is gebouwd op vier pijlers: zingeving, werkgelegenheid, onderdak, en het sociale netwerk. Het heeft ook een christelijke ondertoon en juist dat aspect spreekt Yvan aan: “Wij willen de zingeving aanreiken vanuit een christelijk standpunt, zonder te forceren, want we zijn pluralistisch en iedereen is welkom, ongeacht zijn levensbeschouwing. Zingeving is ook niet het enige: het zoeken van een geschikte en betaalbare woning is net zo goed een belangrijke prioriteit.”
“Het is van het grootste belang dat de gedetineerde niet terugkeert naar zijn oude netwerk, want dan kan je moeilijk anders verwachten dan dat die hervalt. Daarbij, bij veel gevangenen hebben de sociale relaties door de jaren detentie serieus onder vuur gelegen, dus moeten ze hoe dan ook nieuwe netwerken gaan opbouwen”.
Een ding is duidelijk: een transitiehuis mag er niet als een gevangenis uitzien. Een gewoon rijhuis in de straat, dicht bij voorzieningen zoals winkels en openbaar vervoer, is ideaal. Maar daar stelt zich al een eerste en niet onbelangrijk probleem: wat vinden de buren ervan? Thomas: “Dat hoeft geen probleem te zijn. De gevangenis van Ieper ligt ook midden in de stad en daar zitten ook mensen met beperkte detentie. Vergeet niet dat er gevangenen vanuit de instelling naar hun werk vertrekken en het openbaar vervoer gebruiken. Het gebeurt dus al. Het verschil is dat wij ze beter willen voorbereiden. De maatschappij wordt nu eenmaal geconfronteerd met mensen met een strafblad. We willen ook de buurt er bij betrekken – ik zou graag een systeem van buddy’s opzetten, zodat mensen uit de buurt ook in een stukje opvang kunnen voorzien”.
‘Om mensen te veranderen, is er ook een ander systeem nodig.’
Intensieve begeleiding is een kostbare zaak. Een transitiehuis zal waarschijnlijk evenveel gedetineerden als personeelsleden hebben. De staat mag dus weer financieren? Yvan Thomas “Vergeet niet dat iedere gedetineerde nu zo’n 50.000 euro per jaar aan de staat kost. Een transitiehuis is misschien wat duurder, maar als je daarmee kunt realiseren dat de recidive van 70 procent naar 30 zakt, dan doe je in feite een belangrijke besparing”.
Wordt die daling dan wel effectief gerealiseerd? “Daar ben ik wel vrij zeker van. In Nederland is de werking van de Exodushuizen van de afgelopen 35 jaar onderzocht, en daaruit blijkt dat zo’n daling effectief gehaald wordt”.
Ook al biedt Yvan graag de nodige geestelijke ondersteuning, hij beseft dat een gevangene dit niet als de grootste prioriteit ziet. Geld zal hij niet geven aan een gedetineerde, maar een telefoontje naar een advocaat of het doorspelen van een vraag naar de directie kan wel. Hij beseft ook dat de nood aan het Hogere er niet echt is als er andere basisbehoeften zijn. En toch wil hij verder gaan dan het tastbare. In die zin is hij een echte idealist. “Maar evengoed een realist. We hebben ook veel onderzoek gedaan voordat we met het idee van de ‘Uitstap’ begonnen en we hebben bij anderen gezien dat het werkt. Het is ook bemoedigend dat mensen zoals Hans Claus achter ons staan. Hij weet ook dat, om mensen te veranderen, er een ander systeem nodig is. En we zullen gecontroleerd worden, we werken uiteindelijk met geld van de overheid. We zijn niet bang van kwaliteitseisen. Er zijn risico’s aan verbonden, maar ik geloof niet dat we zullen mislukken”.
En het geloof tout court speelt een belangrijke rol in het leven van Yvan. Daardoor is hij in het aalmoezenierswerk geraakt – al was de sociale voeling er al in zijn ‘ongelovige’ tijd. “De bekommernis om de mens, die er bij mij altijd al was, wordt nu sterk gevoed door mijn geloof, omdat ik nu veel meer dan vroeger de overtuiging heb dat mensen kunnen veranderen. Ik geloof dat de Bijbel het Woord van God is en dat iemand door het evangelie terug in contact kan komen met God. Niet zozeer door een kerk, maar door een Persoon. Uiteindelijk had ik zelf indertijd de kerk vaarwel gezegd. En ook nu gaat het niet over het gebouw of over doctrines, maar over een relatie. Dat is de hele inspiratie van mijn leven – dat is mijn doel geworden”.
Streng maar rechtvaardig
Yvan Thomas hoopt binnenkort de kans te krijgen om zijn aanpak in de praktijk om te zetten. Mensen veranderen en op het rechte spoor verder te laten gaan. Zelf ziet hij zijn aanpak als ‘streng, maar rechtvaardig’: “De gevangenen gaan veel respect van ons krijgen, maar we verwachten dat ook van hen. Als ze zich niet aan de regels houden, moeten ze desnoods terug naar het klassieke systeem. Maar we willen geduld hebben, we weten dat mensen tijd nodig hebben. We kijken vooral of er verbetering is”.
Is dit idee het ei van Columbus of neemt Yvan zijn dromen voor werkelijkheid? Zelf ziet hij de toekomst positief tegemoet en werkt hij gestaag verder aan de plannen. Op hoop van zegen, om het in zijn eigen termen uit te drukken…
(Opgetekend door Don Zeeman, Algemeen Secretaris van de Evangelische Alliantie Vlaanderen)
De (s)preekstoel van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier