Theo Francken (N-VA)
Alexander De Croo over Sharia4Belgium: vrije meningsuiting stopt waar geweld begint
Als een recht gebruikt wordt om een even fundamenteel recht te vernietigen, dan moeten we optreden. Ik kan als liberaal niet relativistisch opzij kijken wanneer iemand oproept om met geweld onze vrijheid in te perken.
Voor liberalen is vrijheid de kernwaarde bij uitstek. Iedere burger moet in volle vrijheid kunnen bepalen hoe hij zijn geluk nastreeft. De overheid kan ons niet vertellen waar we moeten leven, hoe we moeten werken of met wie we moeten trouwen. Enkel het leven dat de mens zelf kiest, is het leven waarin hij zich echt kan ontplooien. Van alle mogelijke waarden die ik hoog in het vaandel draag, staat vrijheid dus met stip op één geplaatst. Daarom ook dat we een maand geleden het inhoudelijk vernieuwingstraject van Open Vld zijn gestart rond het begrip “rechtvaardige vrijheid”.
Helaas heeft iedere waarde of ieder maatschappelijk denkbeeld een achilleshiel; een punt waar het oog in oog met zichzelf komt te staan en de twijfel kan toeslaan. Voor liberalen is het niet anders. Hoe reageren wij, die de vrijheid zo koesteren, op zij die de vrijheid gebruiken om ze te vernietigen? Hoe tolerant kunnen we zijn voor zij die onze tolerantie gebruiken om intolerantie te promoten? Geven we iemand de vrijheid om de vrijheid te beknotten? Halen we dan de schouders op en lachen we hen cultuurrelativistisch weg? Of gaan we in het offensief, trekken we grenzen en verdedigen we de kern van ons pluralistisch denken?
Over daden zijn we het snel eens. Stelen of geweld plegen, kunnen we niet als een duurzame vorm van vrijheidsbeleving beschouwen. Deze levenswijze schaadt immers het gelijke vrijheidsrecht van de andere. Mensen zijn vrij om te doen wat ze willen, zolang ze anderen diezelfde vrijheid evenzeer gunnen. Het is de taak van het recht om de grenzen van de vrijheid af te bakenen en te garanderen. Het liberalisme staat dus niet afkerig tegen het idee van een staat. Zonder de overheid leven we in een anarchie, waar de vrijheid al gauw verglijdt tot het recht van de sterkste. In zo’n jungle is de vrijheid van de ooievaar, de dood van de kikker. Zo’n vrijheidsbeleving is snel eindig.
Maar wat dan met woorden? Wat met een cartoon, die de ene kwetst en de andere doet lachen? Of met iemand die zaken uitkraamt die te verachtelijk zijn om hier te herhalen? Als liberalen zien we iedere burger als een uniek individu, die in alle diversiteit een eigen mening vormt. Respect voor de autonomie van elke mens maakt dat we de gedachten vrij moeten laten. Respect voor de vrije mening staat dan ook, dankzij liberalen, in onze grondwet.
Maar respect voor de vrije meningsuiting is, en was, nooit absoluut. Door het al te gratuit aanhalen van deze waarde zijn we dit soms vergeten. Het recht op vrije meningsuiting betekende en betekent dat geen enkele mening preventief verboden mag worden.
Iedereen heeft het recht zijn of haar mening te geven. Maar dat recht betekent niet dat men, er achteraf niet meer op aangesproken kan worden. Bepaalde meingen kunnen dus bestraft worden.
Uiteraard heb ik als liberaal de nodige reserve bij zo’n vorm van repressie. Een al te rigide toepassing van dit repressieve recht holt het debat uit en verhindert maatschappelijke vooruitgang. Een vrij debat is pas mogelijk wanneer we alternatieve, afwijkende, vreemde of zelfs provocerende standpunten toelaten. Uit de botsing van de ideeën ontstaat het licht. Dat bewezen tal van wetenschappers en maatschappelijke denkers, die tegen de stroom durfden te zwemmen. We moeten als gezonde, stevige samenleving zo’n botsing van ideeën dus aandurven. Zelfs meningen die de fundering van ons denken dreigen te ondermijnen, moeten we tolereren. Door ze met pen en woord te weerleggen met zinvolle argumenten, wordt onze overtuiging sterker en evolueert ze mee met de tijdsgeest.
De voorbije dagen is dit debat actueler dan ooit. De rechtstaat, de gelijkheid van man en vrouw en de scheiding van kerk en staat worden in twijfel getrokken. Hoewel ik zoals Voltaire bereid ben mijn leven te geven voor deze waarden, moet ik als liberaal iedereen het recht geven om met woorden diezelfde waarden publiek in twijfel te trekken. Eerder dan het debat onder de mat te vegen door angstig meningen te verbieden, wil ik het debat aangaan en met woorden de – mijn inziens lamentabele – structuur van hun denken bloot leggen.
Maar dan moet het een volwassen debat zijn. Een debat met enkel woorden en zonder daden. De voorbije dagen zagen we hoe enkele individuen van Sharia4Belgium hun recht op vrije meningsuiting misbruikt hebben om tot geweld op te roepen. Daarmee hebben ze een cruciale grens onherroepelijk overschreden. Ze zaaiden haat en riepen burgers op misdaden te begaan. Ze waren de motor van het geweld, en tastten op die manier de basisvrijheden van honderden andere burgers aan. Het recht om zich te verplaatsen, het recht op integriteit en het recht op bezit was de voorbije dagen in gevaar de opruiende taal van enkele figuren. Daardoor hebben ze zichzelf buiten het debat geplaatst. Het verbieden van organisaties en het vervolgen van mensen moet kunnen als blijkt dat zij op geen volwassen manier met hun recht op vrije meningsuiting kunnen omgaan en tot geweld oproepen.
Als een recht gebruikt wordt om een even fundamenteel recht te vernietigen, dan moeten we optreden. Ik kan als liberaal niet relativistisch opzij kijken wanneer iemand oproept om met geweld onze vrijheid in te perken.
Alexander De Croo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier