Akkoord over begrotingsbijstellingen zonder extra belasting of besparing
De federale regering heeft al bij al vlot een akkoord gevonden rond de begrotingscontrole. Op een persconferentie zondagochtend gaf premier Charles Michel toe dat het dit keer niet de moeilijkste oefening was. Maar dat is ook een gevolg van de hervormingen van deze regering, onderstreepte hij.
Volgens de cijfers van het monitoringcomité moest het kernkabinet op zoek naar 313 miljoen euro. Doordat ze bovendien drie kwart van de ingeschreven buffer (van 739 miljoen) behoudt, kwam daar nog eens 559 miljoen euro bovenop – plus nog 60 miljoen euro voor justitie, politie, energietransitie en de onderhandelingen met de non-profitsector.
Coalitiepartners N-VA, MR, CD&V en Open Vld dichten het gat zonder nieuwe belastingen of besparingen, benadrukte premier Charles Michel. Enkele grote en een hele reeks kleinere correcties op de cijfers van het monitoringcomité volstonden voor een bijsturing van 932 miljoen euro.
Concreet zou de notionele intrestaftrek bijvoorbeeld 325 miljoen euro minder kosten dankzij de lage rente. Voorts haalt de regering 165 miljoen euro aan structurele uitgaven rond terrorisme uit de berekening. De Europese Commissie laat daar immers dit jaar nog wat flexibiliteit toe. Het is ook via die flexibiliteit dat staatssecretaris Theo Francken (N-VA) er 232 miljoen euro bij krijgt voor de extra kosten in de asielopvang.
Door het akkoord blijft de federale begroting op koers voor een structureel tekort van nog 0,8 procent van het bbp dit jaar. In principe blijft een evenwicht in 2018 – een verkiezingsjaar – dus mogelijk, bevestigde premier Michel. Hij waarschuwde echter voor euforie. ‘Dat evenwicht is een ambitieuze doelstelling in het regeerakkoord. En ambitieus, dat betekent dus ingewikkeld. We zullen dus bij elke oefening moeten blijven kijken hoe de cijfers evolueren’, aldus de eerste minister.
Ook N-VA-vicepremier Jan Jambon nuanceerde. ‘Eén procent is wel vier miljard’, beklemtoonde de N-VA’er, eraan toevoegend dat ook de taxshift nog deels gefinancierd moet worden. Potentieel voordelig is dan weer dat de regering voorlopig blijft werken op basis van een economische groei van 1,4 procent, terwijl verschillende instanties intussen spreken van 1,6 procent.