Actrice Els Dottermans: ‘Wie subsidies krijgt, moet presteren’

Els Dottermans © diego franssens
*
*  

Het nieuwe theaterseizoen trekt zich aarzelend op gang. Met minder voorstellingen en minder toeschouwers, maar als het aan actrice Els Dottermans ligt met veel meer goesting. ‘Ik heb me nooit eerder zo eenzaam gevoeld.’

Ik heb het deze week wel razend druk, zegt de actrice aan de telefoon wanneer we een afspraak vragen voor een interview. De vrouw die de rol van Denise speelde in Wie is bang, de meesterlijke bewerking van Who’s Afraid of Virginia Woolf door Tom Lanoye, zit dus niet werkloos thuis, zoals vele anderen in de cultuursector. Nee, Els Dottermans is volop aan het repeteren voor haar monoloog Compassie. De geschiedenis van het machinegeweer. ‘Zo opgelucht dat ik over enkele dagen weer op de bühne mag staan, ook al zal de zaal niet vol zitten.’

Wat ik nu ga zeggen, zal slecht vallen, maar geef geld en laat ons doen. We zullen het niet verspillen, nee, we maken er iets moois van.

Net als Denise steekt Dottermans meteen een tirade af. Dit keer niet om tegen haar tegenspeler te roepen dat Wie is bang ‘een overroepen, godgeklaagd en totaal afgelebberd klotestuk is’, maar wel tegen het beleid. ‘Het is toch absurd dat de overheid doet alsof alle zalen in Vlaanderen dezelfde zijn, grote theaters en kleine parochiezalen. Waar is het gezond verstand gebleven?’ Het zal niet de laatste keer zijn dat Dottermans een beroep doet op het boerenverstand.

Bent u nog met andere projecten bezig?

Els Dottermans: We zijn ook aan het repeteren voor Poquelin II van tg Stan. Dat stuk hebben we twee jaar geleden al eens gespeeld. Nu doen we het in het Frans en gaan we op tournee in Frankrijk. Een huzarenstuk. Frankrijk heeft zijn cultuurbeleid versoepeld. Er mogen meer mensen in de zaal, volgens een afgesproken percentage van de maximale capaciteit. Daar kan dat dus wél.

Hoe hebt u de lockdown beleefd?

Dottermans: Je kunt daar niet één adjectief op plakken. Op 10 of 11 maart stond ik de laatste keer op het toneel en toen viel plots alles stil. Wow, wat was dat? Maar net als iedereen dacht ook ik dat het enkele weken later wel weer back to normal zou zijn. Niet dus. Het leek op den duur wel Wachten op Godot. Voortdurend moest je je leven bijstellen. Die frank is maar traag gevallen.

Hoe functioneerde het gezin Dottermans-Kerckhoffs?

Dottermans: We hebben het samen aanvaard als iets onweerlegbaars. In vergelijking met de tweede golf verliepen de eerste maanden verdraagzamer en draaglijker. Iedereen zat in hetzelfde schuitje. Op straat, zelfs in Antwerpen, werd je begroet. Er was applaus voor de zorgverleners en contact met de buren, de straat en de wijk waarin je woonde. Ik kan niet zeggen dat het een leuke tijd was, daarvoor zijn te veel mensen gestorven, maar die verplichte onthaasting had ook positieve kanten.

Wat deed u in die periode?

Dottermans: Genieten van de vrijgekomen qualitytime. We hebben onze keuken verbouwd en dus liep ik plots met een verfborstel door het huis. (lachend) Ik ben niet erg contemplatief en kan niet goed stilzitten. Tijdens corona zag ik wel enkele goeie tv-series. Het viel me op hoeveel goede vrouwenrollen daarin waren geschreven: vrouwen met een hoek af, niet eens zo mooi en met een rugzak van twintig, dertig jaar. Niet verbazingwekkend eigenlijk, want zulke vrouwen hebben veel te vertellen. Zoals Emma Thompson in Years and Years, een visionaire reeks over onze maatschappij tien jaar verder. Zij speelt daarin een populistische politica. Fantastisch. Of de serie Stateless, die Cate Blanchett produceerde. Waar blijven de Vlaamse tegenhangers? Ik zou ontzettend graag in zo’n serie spelen, maar ze zijn er niet. Vrouwenrollen bij ons zijn ofwel mooi en jong ofwel moeders en grootmoeders. Bedroevend.

Hoe komt dat?

Dottermans: De scenaristen spelen op veilig. Ze denken dat als een vrouw van 50 meespeelt, er geen hond zal kijken. Omdat het allemaal met minder middelen moet gebeuren, worden er minder risico’s genomen. Alles hangt samen met alles. Vandaar dus jonge vrouwen, mooie mannen, blablabla.

Maar aan alles komt een eind, ook aan de lockdown.

Dottermans: Na de versoepelingen in juni dacht ik, zoals de meeste Vlamingen vermoedelijk, dat we het ergste achter de rug hadden, dat we onze vrijheid zouden terugkrijgen. Maar toen kwam de avondklok van Cathy Berx. Ik heb twee zonen van 21 en 23 jaar. De avondklok kneep hun keel dicht. Die periode vond ik onzekerder en onduidelijker. De sfeer werd ook grimmiger in de stad. De samenhorigheid was weg. Je zag mensen wegkwijnen. Antwerpen was een dooie stad, niet alleen door de horeca die half op zijn gat lag, maar er was verder ook niet veel te beleven. Dan pas voel je hoe bindend cultuur is voor een stad. Sommigen gaan voor een voorstelling iets eten, anderen praten na op café. Het voelde aan alsof ik in een slechte sciencefictionfilm rondliep.

Is dat een verwijt aan Cathy Berx?

Dottermans: Je mag niet op de pianist schieten. Cathy Berx heeft tenminste iets ondernomen, in tegenstelling tot Bart De Wever. Maar sommige beslissingen veroorzaakten wel veel bijkomende schade.

Bent u persoonlijk weleens bang geweest?

Dottermans: Ik ben niet snel bang. Ook niet voor het virus. Niet dat ik ooit dacht: mij zal dit niet overkomen, maar ik voel me erg gezond en mijn lichaam zou dat wel aankunnen. Ik ken ook werkelijk niemand die besmet is geraakt. Natuurlijk zijn er 10.000 mensen gestorven, maar het blijft zo dat (legt de nadruk op elk woord) de overgrote meerderheid van de sterfgevallen gebeurde bij tachtigplussers die al ziek waren. Ik word ook gek van de tegenstrijdige berichten, en van de VRT, die ons tijdens de journaals behandelt als kleuters.

Els Dottermans: 'Iedereen moet uit zijn ivoren toren komen, ook het theater.'
Els Dottermans: ‘Iedereen moet uit zijn ivoren toren komen, ook het theater.’© diego franssens

Wat bedoelt u daarmee?

Dottermans: De betutteling van de kijker is toch stuitend? De wereld staat in brand. Ik ben misschien een doemdenker, maar straks komt het mogelijk tot een burgeroorlog in de Verenigde Staten. En kijk wat er in Wit-Rusland gebeurt. Overal trekken dictatoriale figuren de macht stilletjes naar zich toe. Dat schuift allemaal langzaam aan ons voorbij, en wat krijgen wij te zien in onze journaals? Zeurende toeristen aan de kust, klagende cafébazen, files aan de winkels van Brantano en ga zo maar door. Ik word er ziek van. Met mijn Nederlandse echtgenoot kijk ik steeds vaker naar de Nederlandse journaals.

Zijn die anders?

Dottermans: Toch minder hysterisch. Nederlanders zijn ook anders. Zij tolereren niet dat iemand anders zegt wat ze mogen en niet mogen. Vlamingen zijn meer hiërarchiegevoelig – al komt daar sleet op. Ach, ik zou hier beter over zwijgen, want dan word ik weer kwaad en dat is toch maar verloren energie.

Is het draagvlak voor de opgelegde maatregelen ondertussen geërodeerd?

Dottermans: De mensen zijn het kotsbeu. Iedereen weet ondertussen dat je je gezond verstand moet gebruiken. Als men in Antwerpen de mondmaskers niet meer verplicht, zal de overgrote meerderheid ze blijven opzetten op drukke plaatsen. We gaan ons leven toch niet blijven overhoop laten halen door een paar nitwits die zich niet aan de regels houden?

Hebt u enig idee hoeveel geld de lockdown u gekost heeft?

Dottermans. Dat heb ik niet uitgerekend, maar het zal wel meevallen. Ik heb van het theatergezelschap Stan in juli een compensatie gekregen voor de niet-gespeelde voorstellingen, en van de overheid heb ik gedurende drie maanden telkens 1200 euro gekregen. Mijn echtgenoot is sinds begin januari met pensioen, en de pensioenen in Nederland zijn beter geregeld dan bij ons.

Het is niet vanzelfsprekend om als freelancer in deze zeer kwetsbare sector te werken, met twee studerende kinderen dan nog. Stel dat op een bepaald moment de financiële nood zo groot is…

Dottermans:(onderbreekt) Integriteit vind ik zeer belangrijk. Ik zal niet snel dingen doen voor het geld, al ben ik nog nooit in zo’n situatie beland. Ik doe wel reclamespotjes, nu meer dan vroeger. Ik wil daar niet flauw over doen. Dat wordt relatief goed betaald en daarmee bouw je een buffer op.

Hanteert u een kwalitatieve ondergrens?

Dottermans: Het is misschien vreemd om te zeggen voor een actrice, maar ik kan niet toneelspelen. In de zin van: iets tegen mijn zin doen. Ik wil en kan geen lelijke of oninteressante dingen doen. Dat ik me dat kan permitteren, is mijn hoogste goed.

Twee jaar geleden werd u zelfstandige. Nog geen spijt van gehad?

Dottermans: De vrijheid lachte me toe. Nu zou ik eindelijk kunnen doen waar ik zin in had en niet wat een of andere mannelijke regisseur wilde dat ik zou doen. Los van het zakelijke, was ik daar ook klaar voor. (lachend) Achteraf kun je je afvragen of de timing wel goed was, maar ik heb er geen spijt van. Ik stap graag op mensen af: ‘Hier ben ik. Zullen we samen iets maken?’ Dat geeft erg veel energie.

U bent niet bang voor het virus, maar maakt u zich wel eens zorgen?

Dottermans: Niet om mezelf, wel om jongen mensen. Zij maken een rotperiode mee. Ze hebben drie maanden braaf onder een stolp geleefd, maar hun sociale leven ging wel naar de vaantjes. Dat zal niet zonder invloed blijven.

Wat bedoelt u?

Dottermans: De afhankelijkheid van hun scherm, van hun iPhone en iPad, is alleen maar verhevigd tijdens de lockdown. Dat ging zo ver dat ze volgens mij het contact met hun lichaam bijna verloren.

Ik word gek van de VRT, die ons tijdens de journaals behandelt als kleuters.

Maakt u zich ook zorgen om uw collega’s?

Dottermans: Na- tuurlijk. De culturele sector was al vóór corona een verstoten kind. Hoe zal het in de toekomst zijn? Nog erger? Eigenlijk kan dat niet, want nu al kijkt geen enkele politicus op als we op de barricade kruipen om aandacht te vragen.

U klinkt erg pessimistisch.

Dottermans: Ik ben niet gelovig. Mijn enige religie in het leven is dat er recht evenredig positieve én negatieve krachten op elkaar inwerken. Het leven gaat in golven. Onze sector werkt hard aan creatieve oplossingen om uit dit dal te kruipen. (fel) Het kan niet anders dan dat hier iets goeds uit komt als dat rotvirus getemd wordt door een vaccin. Dan zal je nog eens wat zien!

Was u de afgelopen maanden ook creatief aan de slag, zoals sommige van uw collega’s?

Dottermans: Het is niet zo – en daar word ik zo moe van – dat wij allemaal boordevol passie zitten en dat wij voortdurend moeten zingen, dansen en creëren. Ik zit zo toch niet in elkaar. Voor mij was dit een zéér oncreatieve periode.

Hoe komt dat?

Dottermans: Ik ben nog nooit zo eenzaam geweest. Niet relationeel, maar in mijn werk. Een acteur is van veel mensen afhankelijk. Je kunt niet zonder de tekst van een ander, niet zonder regisseur of medespelers. Nu zat iedereen in zijn eentje thuis van alles te bedenken om iets ‘interessants’ te doen… op het internet. Dat is totaal aan mij voorbijgegaan. Voor mij geen voorleesrage, liedjesmakerij of vrolijke Facebookfilmpjes. Ik heb mij daar trouwens vreselijk aan geërgerd.

***

Dottermans onderbreekt plots het interview. ‘Sinds corona heb ik het gevoel dat mijn hersenen in olijfolie drijven. Ik ben niet meer zo scherp als vroeger. Misschien omdat ik net als een voetballer te weinig kan voetballen en trainen. Een acteur hoort te spelen, teksten te memoriseren. Ik moet volgende week een monoloog doen en ik mag niet trainen op een podium. Ik zal mijn tekst wel kennen, maar het gaat om het scherp reageren op wat er is. De geest moet scherp staan.’

Hoe komt het dat, van alle sectoren in onze samenleving, de culturele wereld zo lang aan haar lot wordt overgelaten?

Dottermans: Het feit dat wij als sector niet bijster goed georganiseerd zijn, zal niet helpen. Er is trouwens te weinig geld om ons te organiseren, maar de belangrijkste reden is dat wij een overheid hebben die totáál geen interesse heeft voor cultuur. Dat begint al bij het verdelen van de bevoegdheden. Cultuur zit als extraatje bij de minister-president. Had niemand anders interesse? Ik zie weinig N-VA’ers die van cultuur houden. De voorbije jaren is er alleen maar bezuinigd op cultuur omdat ons werk niet wordt gewaardeerd door de overheid.

Jan Jambon is toch een operaliefhebber?

Dottermans: Hoe elitair is me dat? Terwijl er zo veel is om trots op te zijn in onze sector. Het buitenland benijdt ons, mijnheer. Kijk naar Ivo van Hove of Anne Teresa De Keersmaeker. Naar Luc Tuymans of Michaël Borremans. Zij werken heel internationaal, met een open geest naar de wereld gericht, terwijl onze overheid precies het tegenovergestelde doet. Cultuur en politiek lijken wel totáál gescheiden werelden. In Duitsland niet, hoor. Bondskanselier Angela Merkel heeft het hardst van allemaal geroepen dat cultuur belangrijk is tijdens corona. Wat ik nu ga zeggen, zal slecht vallen, maar: geef geld en laat ons doen. We zullen het niet verspillen, nee, we maken er iets moois van. Dat vertrouwen zou er moeten zijn. Ik hou me nu al vast voor de reacties, want de nuance in het debat is weg en heeft plaats gemaakt voor polarisering.

Als wij hier niet sterker uit komen, dan is dat onze eigen schuld.

Is de cultuursector slecht georganiseerd omdat er misschien te veel ego’s en individualisten in rondlopen?

Dottermans: Ik vind het een goed idee van Stany Crets om de sector beter te verenigen, zowel het gesubsidieerde als het niet-gesubsidieerde theater. We zijn allemaal een economische speler in dit spel. Niet dat zijn voorstel al veel heeft opgeleverd, maar de gedachte is er wel. Ondertussen vind ik het de verdomde plicht van het gesubsidieerde theater om opvoeringen te blijven geven, voor tweehonderd man, maar ook voor tien als het moet. Wie subsidies krijgt, moet presteren.

En die ego’s?

Dottermans:

Natuurlijk speelt dat mee, maar schrijvers, acteurs, regisseurs hebben ruimte nodig om iets te creëren. De overheid had beter een leefloon gegeven aan de 80.000 werknemers in de culturele sector. Zo kon iedereen een beetje op adem komen en helpen waar er handen te kort waren, zoals bij de opvang van kinderen in scholen zonder onderwijzers. Dat geld is er. Kijk maar naar de miljarden die elders zijn uitgegeven. In de herfst van vorig jaar zijn we nog gaan betogen tegen het stopzetten van de projectsubsidies door minister Jambon. Voor ocharme 7,5 miljoen euro.

Kent u voorbeelden van jonge acteurs, schrijvers die het moeilijk hebben gehad?

Dottermans: Te veel. Sommigen waren verplicht om weer bij hun ouders te gaan wonen of moesten een muziekinstrument verkopen om de huur te kunnen betalen. (stil) Vreselijk. Mijn hart breekt als ik denk aan de jongeren die in juni zijn afgestudeerd aan de toneelschool. Hun eindwerk is zelfs niet bekeken, tenzij op een klein videoscherm. Bijna niemand weet van hun bestaan af. Hoe en waar moeten zij beginnen? Dat geldt trouwens voor alle afgestudeerden. Ik ben zo blij dat mijn jongens nog studeren. Studeer nog maar wat langer, heb ik hen al gezegd.

U bent een grote naam in het theater, elk stuk waarin u speelt is een succes. Maar wat met uw jonge collega’s?

Dottermans: De kans is niet gering dat er veel talent verloren zal gaan. Ik hoop dat ze volhouden en proberen te overleven. De acteursgilde heeft samen met de Vlaamse overheid een noodfonds voor hen opgericht. Dat verricht goed werk achter de schermen. Maar het is ook zo dat er nu een natuurlijke selectie gebeurt van mensen die misschien net niet voldoende talent hebben. Er studeren veel te veel jonge mensen af van de toneelscholen. Dat kunnen niet allemaal Matteo Simoni’s of Evelien Bosmanssen zijn.

Schrijver Jeroen Olyslaegers, maar hij niet alleen, zegt dat de cultuursector het slachtoffer is van de karikatuur van de ‘linkse subsidieslurper’.

Dottermans: Hij heeft gelijk als hij schrijft dat wij ons niet moeten profileren als slachtoffer, maar wel als een belangrijke economische waarde. Het is tijd dat wij ons emanciperen. Wij spelen potverdorie niet in achterafzaaltjes voor twintig intellectuelen. Wel in volle culturele centra en voor een breed publiek. Als je er niet snel genoeg bij bent om te reserveren, zijn de tickets uitverkocht. Hou toch op met die onzin. De mensen zijn terecht boos dat er niet genoeg gespeeld wordt. Vroeger deden wij tournees van zestig, zeventig voorstellingen. Nu is de helft al veel. De mensen hunkeren echt naar een beetje cultuur en ja, dat gaat van FC De Kampioenen tot de Muntschouwburg. We worden voortdurend bestookt met onheilsberichten. Dan heeft de mens nood aan brood en spelen. Mijn collega Tom Van Dyck heeft groot gelijk als hij zegt dat het misschien allemaal een beetje professioneler moet. Dan verdwijnt hopelijk ook het cliché van de linkse subsidieslurper die het geld over de balk gooit. Iedereen moet uit zijn ivoren toren komen, ook het theater. (fleurt helemaal op) Dit moet ik nog zeggen: ik ga vanavond voor het eerst sinds lang opnieuw naar het theater. In Zeeland, naar een stuk over Janis Joplin, geschreven door Gerardjan Rijnders. Heerlijk.

Hoe erg is het dat een theaterzaal zoals De Roma in Borgerhout de deuren sluit tot minstens eind dit jaar?

Dottermans: Dat is intriest, omdat De Roma groter is dan de artiesten die er optreden. De Roma is hét symbool van hoe verbindend en sociologisch belangrijk cultuur kan zijn in onze samenleving. Mensen leggen er niet voor niets bloemen neer.

Overleeft de culturele sector deze crisis?

Dottermans: Iedereen in onze sector moet goed nadenken over hoe wij ons kunnen versterken. Als we ons nu terugtrekken op ons eilandje om daar wat aan te modderen, dan overleven we dit niet en ben ik ook niet langer geïnteresseerd. Maar zo zal het niet gaan, want er ‘brubbelt’ van alles. In Antwerpen is er bijvoorbeeld ETA, Ensembletheater Antwerpen. Jonge acteurs die zich verenigen rond het klassieke repertoiretoneel. Als wij hier niet sterker uit komen, dan is dat onze eigen schuld.

Zit er er een goed toneelstuk of film in deze coronacrisis?

Dottermans: Bespaar ons dat. Toch geen meesterwerken, en ik ga er zeker niet naar kijken. Ik heb het gehad met dit virus.

Els Dottermans

– 1964: geboren in Leuven

– 1982-1986: Studio Herman Teirlinck

– 1993: Gouden Kalf voor Beste Actrice voor haar rol in de film Beck-De Gesloten Kamer.

– 2002: Joseph Plateauprijs als Beste Actrice voor haar rol in Meisje

– Sinds 2005: verbonden aan het NTGent. Daarvoor actief bij onder meer Blauwe Maandag Compagnie, DeSingel, Het Toneelhuis en ’t Arsenaal

– 2006: prijs voor Beste Buitenlandse Actrice tijdens het filmfestival in Shanghai voor haar rol in de film Dennis van Rita

– 2020: speelt Denise in Wie is bang? (Tom Lanoye)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content