Aanvaller Brussel gekend voor enkele ‘baldadigheden’, niet voor terrorisme
De identiteit van de man die vrijdagavond drie militairen met een mes heeft aangevallen in Brussel, is bekend.
Het gaat om een man van Somalische afkomst, maar met de Belgische nationaliteit. Hij had ‘een paar baldadigheden in het verleden’ op zijn kerfstok, maar stond niet geseind omwille van terrorisme, islamextremisme of radicalisering. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) zaterdagochtend gezegd op Radio 1.
Het federaal parket liet ook weten dat hij niet gekend was voor feiten van terrorisme, wel voor één feit van slagen en verwondingen in februari 2017.
De man viel vrijdagavond op de Émile Jacqmainlaan drie militairen aan in de rug, aldus de minister. Hij werd daarop neergeschoten en overleed wat later aan zijn verwondingen.
Volgens Jambon handelden de militairen uit wettige zelfverdediging. ‘De militairen deden wat ze moesten doen’, aldus de minister. ‘Het is de taak van de soldaten en de politie om de burgers en de instellingen te beschermen. Ze hebben dat perfect gedaan.’
Ook het Brussels parket, dat de acties van de militairen onderzoekt, gaat uit van wettige zelfverdediging. Het parket meldde vrijdagavond al dat het ervan uitgaat dat de militair ‘schoten afvuurde conform met de rules of engagement en binnen het kader van de wettelijke zelfverdediging’.
Het onderzoek naar de mesaanval zelf is in handen van het federaal parket. ‘De thesis is dat het een terreuraanval zou zijn’, aldus Jambon, onder meer omdat de dader “allahu akbar” zou hebben geroepen. Verder onderzoek moet meer duidelijkheid brengen.
De minister voegde nog toe dat hij geen glazen bol heeft om te voorspellen hoe lang er nog militairen op straat zullen patrouilleren. ‘Ik zou niet liever willen dan ze morgen te laten terugkeren naar hun kazernes, maar zolang het dreigingsniveau op 3 staat, zijn we heel dankbaar dat we op hen een beroep kunnen doen.’
Het crisiscentrum bevestigde vrijdagavond dat het dreigingsniveau op niveau 3 blijft staan. Dat betekent dat de dreiging ‘ernstig, mogelijk en waarschijnlijk’ is.