Khalid El Jafoufi
50 jaar migratie: de klok tikt om tot een minimaal politiek bewustzijn te komen
Na 50 jaar migratie, schrijft Khalid El Jafoufi, staat de migrantengemeenschap nog steeds niet stevig in haar schoenen en word ze nog steeds niet als volwaardig deel van dit land beschouwd. ‘De klok tikt om tot een minimaal politiek bewustzijn te komen’
Aït (Beni) Touzine, en nog specifieker de Ait Beräiez, is de Rif-streek waar mijn opa vandaan komt. Hij herinnert de dag waarop hij de stap zette om van dit gebied, met al haar mooie ongerepte bergen, prachtige valleien met wilde bomen en gewassen, naar de Kempen te verkassen nog alsof het gisteren was. Uiteraard was dat een hartverscheurend moment, maar door de ontmoedigende vooruitzichten in het Rifgebergte – na jarenlange veldslagen tegen de Westerse mogendheden en met Al Khattabi aan hun zijde – zat er niets anders op dan naar het economisch sterke ‘Bergica’ te trekken met de hoop op een welvarender leven.
De bilaterale akkoorden tussen Marokko en België – dit land vertikte het om na de mijnramp in Marcinelle in te stemmen met bijkomende veiligheidsmaatregelen – berustte op een zekere ‘win-winsituatie’. Er schuilt inderdaad een pijnlijke ironie in een Italio-Belgische premier die 50 Jaar Migratie feestelijk durft inluiden voor de Marokkanen en Turken die ingezet werden na de migratiestop uit Italië!
Mijn opa begon in de landbouw, als tomatenplukker, en klampte zich met handen en voeten vast aan dit beroep, aangezien alles beter was dan het doelloze bestaan in de Maghreb. Het bracht brood op tafel en zelfs de in Marokko achtergebleven familieleden konden hun geluk niet op… en zo was een paradijselijke leugen geboren waarvoor vandaag nog steeds mensen het leven laten bij hun wanhopige oversteek van de Straat van Gibraltar.
Opa stichtte een gezin in het Antwerpse district Borgerhout en ging het leven door als een hardwerkende man die – net zoals zijn generatiegenoten – vooral niet opkwam voor zijn rechten, uit angst om zonder werk te vallen en zodoende het gezin niet meer te kunnen onderhouden. De crisis van de jaren ’70 heeft ook bij hen toegeslagen, terwijl de maatschappij de racistische toer is opgegaan. Om maar te illustreren van hoeveel moed, geduld, doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidszin deze mannen getuigden… en nog steeds doen.
De vele trauma’s die ze hebben doorstaan hadden jammer genoeg ook effect op hun kinderen. Zo wensten onze voorouders dat hun kinderen zich koste wat het kost zo goed mogelijk moesten scholen, tegen de adviezen in van het PMS en CLB, in de hoop om op deze manier het tij te doen keren. Zelfs de derde generatie ontsnapt niet aan de gevolgen van 50 jaar Migraine. Onderzoek heeft ondertussen aangetoond dat vooral hooggeschoolden het slachtoffer zijn van diepgeworteld racisme en islamofobie.
Een vaststelling die opa met lede ogen aanziet. Radeloos staarden we naar elkaar. Zo vaak het regent in de Westelijke Sahara, zo vaak huilde deze moedige man, maar wanneer ik hem vertelde dat er ondanks het beklagenswaardig lot van de nakomelingen van zijn generatie, feestelijkheden zijn losgebarsten waarbij deze pijn en ontreddering wordt overschaduwd door misplaatste euforie, werd het zelfs voor hem te veel. Zijn droom van een gemeenschap die sterk in haar schoenen staat en als volwaardige burgers van dit land worden gezien, is na 50 jaar nog altijd niet waargemaakt en zoals het er nu naar uitziet zal hij dit ook nooit meer meemaken. Een beschamende minuut stilte zou hier dus meer op z’n plaats zijn…
Op politiek gebied zijn we de voorbije decennia in een comateuze slaap gedwongen en worden we in de publieke opinie vooral vertegenwoordigd door de minst capabele mensen. Hoewel Zwarte Zondag in de jaren ’90 een feit was, is de blijvende aanwezigheid van de Marokkaanse gemeenschap in dit land ook een voldongen feit.
Intussen heeft opa al vele kleinkinderen, waaronder ikzelf, en vertelt hij verder over de leukere zaken. Lange reizen naar het thuisland, een goede gezondheid, en af en toe de obligate muntthee. Tussen het ploeteren door werd de tijd gevonden om met vrienden in te kleine appartementen samen te hokken, genietend van de thee als was het een medicijn voor de zieke man. Na het drinken, zo vertelde mijn opa verder, werd de afwas gedaan en bereidde de gastheer de slaapplaatsen. De theepot ging in de keuken en de bijbehorende glazen bleven in het midden van de kamer staan, netjes in de daarvoor voorziene ‘sinjath’ – een ronde metalen schotel met sierelementen. In de plaats van de theepot werd een enorme metalen wekker op 5h00 gezet.
Soms moet een slapende gemeenschap op drastische wijze gewekt worden om tot een minimaal politiek bewustzijn, zoals vereist in het burgerschapstraject, te komen. De klok tikt, tikt, tikt,…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier