1 jaar na #PanamaPapers: onderzoek belastinginspectie vordert moeizaam

Mossack Fonseca © Franky Verdickt
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

De Bijzondere Belastinginspectie claimt 175.000 euro van Belgen die opdoken in de Panama Papers. Een gebrek aan medewerking van belastingplichtigen en belastingparadijzen vormen hinderpalen in het onderzoek.

Een jaar geleden, op 4 april 2016, publiceerde het International Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) de Panama Papers, een schandaal over offshore bedrijven die in sommige gevallen werden gebruikt om belastingen te ontwijken of geld wit te wassen. In België onthulden Knack, MO*, Le Soir en De Tijd dat minstens 732 burgers en inwoners via tussenkomst van het Panamese advocatenbureau Mossack Fonseca bedrijven hadden opgericht in elf verschillende belastingparadijzen.

Dankzij de publicaties en informatie op de website van ICIJ kon de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) 239 Belgische belastingplichtigen identificeren. De fiscus sprak af met diverse parketten welke dossiers correctioneel dan wel administratief afgehandeld zouden worden.

In juli 2016 stuurde de BBI een vraag om bijkomende inlichtingen naar de 239 personen. Hoe staat vandaag met het BBI-onderzoek?

‘In totaal werden 202 Panama Papers-dossiers voor verder onderzoek weerhouden’, zegt Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën. ‘Tot op heden heeft de BBI voor een bedrag van 175.000 euro inkohieringen inzake Panama Papers uitgevoerd.’

Volgens Adyns wordt de BBI met belangrijke hinderpalen in het fiscaal onderzoek geconfronteerd. ‘Het gebrek aan medewerking vanwege de belastingplichtigen en de afwezigheid van internationale uitwisseling van inlichtingen met de gekende belastingparadijzen, bemoeilijken de fiscale onderzoeken.’

Bovendien waren verschillende betrokkenen reeds gekend in andere fiscale onderzoeken of hadden hun fiscale situatie reeds rechtgezet. Adyns: ‘Daarnaast wordt de BBI geconfronteerd met de verjaring en andere beperkingen inzake de onderzoeksbevoegdheden van de fiscale administratie.’

Ook het feit dat ICIJ de originele 11 miljoen gelekte documenten niet publiek maakt, hindert volgens Adyns het onderzoek. ‘De BBI kan de betrouwbaarheid en de datakwaliteit van de brongegevens niet nagaan.’

Gisteren werd BBI-topman Frank Philipsen gehoord in de onderzoekscommissie Panama Papers. Gezien dat gebeurde achter gesloten deuren, kan Adyns over de hoorzitting ‘niets communiceren’.

Partner Content