Bryan Boyle

‘Hoe koninklijk personeel op onzichtbare wijze bijdraagt aan het machtsbehoud van de elite’

Bryan Boyle Doctoraatsstudent VUB

‘Een groot leger aan personeel staat dag en nacht klaar om de status van de monarchie te tonen en te bewaren’, schrijft Bryan Boyle (VUB). Voor zijn doctoraat onderzocht hij hoe het werk van butlers gericht is op het bevestigen van het prestige van hun werkgevers, waardoor zij zich kunnen onderscheiden van anderen.

Na het overlijden van koningin Elizabeth wilde haar oudste zoon, prins Charles, bewijzen dat hij is wat hij nu al een tijd beweert: de koning van het Verenigd Koninkrijk. Hoewel hij automatisch koning werd na het overlijden van zijn moeder, dient hij een reeks rituelen uitvoeren om ook erkend te worden als koning. Dit begon met de eedaflegging, twee dagen na de dood van koningin Elizabeth op 10 september 2022, en zal een hoogtepunt bereiken op de kroning in Westminster Abbey op 6 mei 2023. De uitvoering van de rituelen startte alvast met een valse noot. De schuldige: een inktpot. De specifieke plaatsing van het object op de schrijftafel verhinderde namelijk een vlotte pennenstrook. Zichtbaar gefrustreerd draaide Charles zich naar zijn personeel. Een duidelijk signaal om het schrijfgerei te verplaatsen zodat hij zonder belemmering kon tekenen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dit zorgde voor veel opschudding in de media (althans op sociale media. De BBC, als Britse publieke omroep, nam een ietwat dienende, om niet te zeggen, onderdanige rol aan door het incident te negeren). De beelden gingen viraal en onder de hashtag #inkwellgate ontspon zich een discussie die wekenlang aanhield. Wat velen hieruit meenden op te maken – al dan niet terecht – was dat Charles zijn ware gezicht liet zien: een afstandelijke en zelfs ietwat vijandige houding tegenover bedienden. Achter het incident gaat echter een veel systematischere houding en moraal schuil die gedeeld wordt door een grotere groep in de samenleving dan enkel Koning Charles III, en die ook buiten Groot-Brittannië teruggevonden wordt.

De eedaflegging is niet meer dan een ritueel voor de koning om zijn legitimiteit bevestigd te zien worden. Dat ritueel is dus een sociale constructie, maar het wordt door de samenleving beschouwd als een feit, een proces dat doorlopen moet worden om Koning te worden. Zonder het ritueel zou het koningschap van Charles in twijfel worden getrokken. De Franse socioloog Pierre Bourdieu stelt dat de mogelijkheid, of zelfs dreiging, van een crisis steeds om de hoek loert tijdens een ritueel.

Omdat een onjuiste of onvolledige uitvoering het ritueel van haar haast sacrale status berooft. Alles moet vlot verlopen. Wat niet correct uitgevoerd wordt, is een bedreiging voor haar effectiviteit, en kan zelfs het arbitraire karakter van het ritueel blootleggen. Dit uit zich bijvoorbeeld in de lichaamshouding en -bewegingen die Charles en zijn onmiddellijke omgeving, bijvoorbeeld de koninklijke wacht, dienen uit te voeren. Elegantie en gratie zijn cruciaal. Niet zelden verschijnen video’s op Youtube van toeristen die omvergelopen worden en/of aangemaand worden omdat zij bij het nemen van een selfie deze elegantie en gratie verstoren.

Aandacht voor detail

Tijdens #inkwellgate was Charles gefrustreerd omdat iemand zijn werk niet goed had gedaan. De symboliek van het ritueel is zo gedetailleerd dat het koningshuis, maar ook de elite in het algemeen, steunt op de arbeid van de klassen onder hen om ervoor te zorgen dat de rituelen goed worden uitgevoerd en de juiste signalen worden uitgestuurd. In dit geval verwachtte Charles dat een ondergeschikte zou opmerken dat de inktpot een belemmering vormde bij de uitvoering van het ritueel. Hoewel dit onder normale omstandigheden slechts een detail is, is dit bij de uitvoering van het ritueel onoverkomelijk, omdat dit het ritueel doorbreekt.

In haar recente boek Running the Family Firm: How the Monarchy Manages Its Image and Our Money, beschrijft de Britse sociologe Laura Clancy de monarchie als een familiebedrijf – the Firm – dat zich bezighoudt met het maken van winst via het familiekapitaal, via hun belangen in land en onroerend goed. De idee van de monarchie als een bedrijf is echter wellicht nog uitgesprokener in de manier hoe de koninklijke familie arbeidskrachten inzet. Zij doen dit niet enkel om via de arbeid van anderen winst te maken, zoals andere bedrijven dat doen, maar vooral om symbolisch kapitaal of status te verwerven.

De assistent die Charles te hulp kwam tijdens het ritueel, is slechts één zichtbare persoon in een groot leger van personeel dat dient om de status van de monarchie te tonen en te bewaren. Zo krijgt Charles hulp bij zijn kledingkeuzes, het verzorgen van zijn haar en bij het schrijven van zijn toespraken. Expertise wordt ingezet om ervoor te zorgen dat het juiste protocol wordt gevolgd, met teams van assistenten die toezicht houden. Zelfs in functies die functioneler lijken, zoals beveiliging, ligt de nadruk op het handhaven van de positie van de koning. Dit werd bijvoorbeeld geïllustreerd door een lijfwacht die Charles tijdens zijn eerste bezoek aan Wales afschermde van een criticus, niet om fysiek geweld te voorkomen, maar om Charles te behoeden voor een gênante confrontatie.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dagelijkse sleur van het ondersteunend personeel

Het huishoudelijk personeel van de koninklijke familie verricht dagelijks werk dat dient om Charles te bevestigen in zijn positie als koning.  Dit personeel bestaat, en ik beperk me hier, uit kamermeisjes, lakeien, butlers, curatoren van de koninklijke kunstcollectie, bloemisten, stoffeerders, antiekspecialisten, geüniformeerde helpers, koks, reisfunctionarissen. Al deze functies dienen niet zozeer het ondersteunen van de winst in het familiebedrijf, noch het materiële onderhoud – wat gewone stervelingen ‘het huishouden’ noemen – van de paleizen van de monarchie. Maar wel om zich van anderen te onderscheiden.

Misschien meer dan bij andere leden van de elite is prestige de belangrijkste valuta voor de koninklijke familie en de aristocratie. Maar dat betekent niet dat zij de enigen zijn die arbeidskrachten inzetten voor hun prestige. De Amerikaanse socioloog Rachel Sherman beschrijft bijvoorbeeld op basis van gesprekken met werknemers in luxehotels hoe zij het privilege van het rijke clientèle bevestigen via hun zeer persoonlijke gesprekken, en via de zorg en service die zij direct en op elk moment van de dag aanbieden. De Amerikaanse cultuursocioloog en voormalig model Ashley Mears maakt een vergelijkbare analyse bij een andere beroepsgroep. Mooie vrouwen bevestigen de status van de elite op elitaire feestjes en in luxueuze nachtclubs.

In mijn eigen onderzoek focus ik op butlers, een beroep dat de afgelopen jaren opnieuw populairder is geworden door de recente opleving van de vraag naar hun expertise onder de superrijken.

Butlers achter de schermen

Tijdens mijn veldwerk, waarin ik opgeleid werd en later werkte als butler, leerde ik hoe het werk van butlers gericht is op het bevestigen van het prestige van hun werkgevers, waardoor zij zich kunnen onderscheiden van anderen. Butlers hebben praktische kennis van de meest complexe details van het consumptiegedrag van de hoogste klassen. Dit gaat bijvoorbeeld om de klassieke eetetiquette, maar ook over het herkennen en onderhouden van specifieke attributen gerelateerd aan jachtkleding (een hobby bij uitstek in dit segment), het onderhouden van een sigarencollectie, sigaren aan te steken en te roken, waarbij butlers hun werkgevers helpen om zich staande te houden in een elitaire wereld waarin de symboliek van zulke activiteiten status verleent.

Het is opvallend dat de status die de elite verwerft door deze kennis, niet zozeer eigen verworven kennis is, maar kennis verworven door butlers. Voor de elite om macht en positie te verwerven en te consolideren, is rijkdom niet voldoende. Men moet ook legitieme cultuur en smaak belichamen, waarvoor er een hele markt ontstaat voor arbeidskrachten om economisch kapitaal om te zetten in symbolisch kapitaal. Ook zogenaamd ‘onbeduidende arbeid’ dient dit doel. Door te ondersteunen bij alledaagse en weinig betekenisvolle activiteiten, zoals schoonmaken van het huis, het openen van deuren en het klaarmaken van het bed voorafgaand aan het slapen, ontnemen butlers hun werkgevers de verantwoordelijkheid voor “gewone” activiteiten.

In ons denken over werk wordt dit dikwijls onderbelicht. Zelfs bekende denkers die schreven over arbeid en productieprocessen zoals Karl Marx stonden er niet bij stil hoe niet enkel economische meerwaarde maar ook symbolisch kapitaal wordt toegeëigend via personeel dat daarbij helpt. Wat nog meer frappant is, is dat niet alleen de taken maar ook dit ondersteunende personeel zelf meestal onopgemerkt blijft. Sterker nog, het is zelfs een cruciaal aspect van hun tewerkstelling. De functie (van koning) of levensstijl (van de elite) dient namelijk zo vlot en natuurlijk mogelijk over te komen. De titel of levensstijl behoort hem of haar toe, en aan die status dient het personeel bij te dragen. In het geval van butlerwerk is een belangrijk element van de job zelfs het creatief minimaliseren van de eigen aanwezigheid. Men dient, zoals een van de gezaghebbendste sociologen uit de 20e eeuw, Erving Goffman, het omschreef, te handelen als een “non-persoon”, waarbij de schijnwerpers gericht blijven op de werkgever.

Personeel als statussymbool

Er zijn uitzonderingen op deze regel, met name wanneer personeelsleden zelf expliciet dienen als statussymbolen. Bij de eedaflegging en kroning van Charles is dit bijvoorbeeld het geval wanneer zij zich in hun ceremoniële livrei kleden, terwijl butlers vaak gekleed gaan in een onberispelijk kostuum met zwarte stropdas. Maar zelfs wanneer de witte handschoenen van de butler hun zichtbaarheid vergroten, verbergen ze aan de andere kant hun arbeid, heel letterlijk, door te voorkomen dat vingerafdrukken het glas en het zilver markeren.

Als we opnieuw focussen op #inkwellgate, zien we dat de assistent die Charles irriteerde onzichtbaar bleef voor de buitenwereld. Tijdens het incident trachtte men in een achterkamer om een balans te vinden tussen het onzichtbaar blijven en het probleemoplossend handelen. Het was cruciaal dat het personeel op de achtergrond bleef, zodat de soepelheid van het ritueel en de gratie van Charles’ persoon als natuurlijk overkwamen, en niet als sociaal geproduceerd door ondersteunende arbeid. Toen de correctie moest worden gemaakt, verloor Charles meer dan enkel zijn geduld. Hij verloor de magie van het ritueel. Als wordt onthuld dat de symboliek die een koning onderscheid van anderen in feite wordt geproduceerd door diezelfde anderen, wat blijft er dan nog over?

Voor degenen onder ons die geïnteresseerd zijn in het aanpakken van ongelijkheid, kan deze hypocrisie vreemd genoeg verfrissend zijn. Wanneer instellingen van macht, zoals het Koningshuis en de elite hun status halen uit rituelen en andere vormen van mystificatie (waarin zij zich voorstellen als meer dan een gewone sterveling, zoals een Koning of een lid van de elite), toont de demystificatie hoe gewone mensen bijdragen aan de reconstructie van de positie en status van de elite. Het toont hoe Koningshuis en elite slechts sociale constructen zijn en dat daarmee hun positie in de samenleving instabiel is. Feitelijk is het slechts een ritueel dat hen van gewone mensen onderscheidt.

Bryan Boyle is als doctoraatsstudent verbonden aan de Onderzoeksgroep TOR, Vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel en aan het European Center for the Study of Culture & Inequality. In zijn doctoraat schrijft hij over het beroep van butler, met een focus op hoe hun werk bijdraagt aan de levensstijl van de elite. Deze tekst is gebaseerd op zijn doctoraat, dat hij volgend jaar zal indienen.

De originele, Engelse versie van deze tekst verscheen in The Sociological Review. Deze vertaling werd verzorgd door Petrus te Braak en Mattias Van Hulle.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content