Mens van het jaar: Gisèle Pelicot, de vrouw die overlevers van seksueel geweld moed geeft
Dominique Pelicot, een doorsnee man, verdoofde zijn echtgenote Gisèle, een doorsnee vrouw, en liet haar meer dan 200 keer verkrachten door 72 doorsnee mannen. Seksueel geweld is alledaagser dan we willen geloven. Maar dat is niet het uitzonderlijke in het dossier-Pelicot. De schaamte waar overlevers van seksueel geweld onder gebukt gaan, wijst Gisèle Pelicot resoluut af. Daarom is zij Knacks Mens van het jaar.
Maandagochtend, 2 september 2024. Geflankeerd door haar advocaten Stéphane Babonneau en Antoine Camus arriveert de 72-jarige Gisèle Pelicot in de rechtbank van Avignon. Het is de eerste dag van het proces-Mazan, genoemd naar het dorpje waar Gisèle samen met haar echtgenoot Dominique Pelicot woonde. Die laatste staat samen met 50 andere mannen terecht voor verkrachting.
Even voordien heeft Gisèle Pelicot, die tot dan alleen onder pseudoniemen in krantenartikels verscheen, de beslissing genomen om de historische rechtszaak in het openbaar te voeren.
‘Zelfs al zullen er ongelooflijk moeilijke momenten zijn’, legt advocaat Babonneau uit. ‘Mevrouw Pelicot is van mening dat ze niets te verbergen heeft. Zij hoeft zich niet te schamen. Il faut que la honte change de camp. De schaamte moet van kamp veranderen.’
Sinds de aanvang van het proces is de zin een feministische leuze geworden. Tegen wil en dank werd Gisèle Pelicot een nieuw symbool in de strijd tegen seksueel geweld.
Op protestacties die in haar naam worden georganiseerd, prijkt de quote over de schaamte op pancartes. Gisèles beeltenis – rosse bob, zonnebril met donkere, ronde glazen – prijkt op muren in Rijsel, Parijs en Lyon.
Aan de rechtbank wordt ze dagelijks begroet met bloemen en applaus, omringd door journalisten en fotografen van internationale media en geflankeerd door haar kinderen en advocaten.
‘Ik ben geofferd op het altaar van de ondeugd. (…) We zien een gedrogeerde, mishandelde vrouw die dood op haar bed ligt. Het lichaam is niet koud, het is warm. Maar ik ben zo goed als dood. Ze maken misbruik van me, ze beseffen niet dat deze vrouw in nood is, ze zien me als een lappenpop, een vuilniszak…’
Gisèle Pelicot
In 2013 krijgt Gisèle, dan 61, onverklaarbare gezondheidsproblemen. Haar haar valt uit, ze heeft moeite om haar arm te bewegen, ze vermagert zienderogen en haar geheugen wil niet langer mee.
Op een dag staat ze bij de kapper voor een knipbeurt, terwijl ze de dag ervoor al was langs geweest. Haar kinderen, Florian, David en Caroline, vrezen dat hun moeder alzheimer of een hersentumor heeft.
Samen met Dominique, intussen al vijftig jaar haar echtgenoot, schuimt ze tevergeefs dokters en ziekenhuizen af, op zoek naar antwoorden. Ze krijgt ook gynaecologische klachten. Dokters stellen in de loop van de jaren vier soa’s vast. Haar echtgenoot vraagt plagerig wat ze toch allemaal uitsteekt.
Haar diagnose krijgt Gisèle niet in een dokterskabinet, maar in een politiekantoor. Op 2 november 2020 wordt ze bij de politie van Carpentras geroepen. Op 12 september was Dominique in een supermarkt tegengehouden door een beveiligingsagent toen hij onder de rokken van drie vrouwen probeerde te filmen.
Zijn persoonlijke computer werd gecontroleerd en daar troffen inspecteurs een map aan met als titel ‘Misbruik’. De inhoud: 20.000 foto’s en video’s van zijn vrouw, ontkleed of in ondergoed, terwijl ze verkracht wordt.
Gisèle wordt uitgenodigd op het politiekantoor en ze tonen haar de foto’s. Vermoedelijk werd ze tussen 2011 en 2020 meer dan 200 keer verkracht. De politie onderscheidt minstens 72 daders, 54 mannen worden geïdentificeerd. Twee van hen werden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs, een derde vluchtte naar het buitenland, een vierde staat niet terecht wegens gezondheidsproblemen.
‘Wie verkracht is, schaamt zich. Maar het is niet aan ons om schaamte te voelen, het is aan hen.’
Gisèle Pelicot
Dat Pelicot weigert om zich te schamen voor wat haar is overkomen, is een niet te overschatten signaal, zegt Ciska Hoet, directeur van het kenniscentrum voor gender en feminisme RoSa. ‘Veel slachtoffers van seksueel geweld worstelen met schaamte en dat bepaalt vaak hoe een slachtoffer omgaat met wat haar of hem is overkomen.’
Ines Keygnaert, professor seksuele en reproductieve gezondheid, verbonden aan de Universiteit Gent en het UZ Gent: ‘Schaamte speelt een doorslaggevende rol bij de overweging van het slachtoffer om hulp te zoeken of een klacht in te dienen.’
Volgens cijfers uit de recentste veiligheidsmonitor van de Belgische federale politie dient slechts 25 procent van de slachtoffers van seksueel geweld een klacht in – dat is een schrikwekkend laag cijfer. En volgens onderzoek van professor Keygnaert ligt dat percentage nog een pak lager als het slachtoffer de dader goed kent: 4 procent.
De keuze om een klacht in te dienen hangt af van verschillende vragen, zegt Keygnaert: ‘Wie zal mij zien in de rechtbank? Wat betekent dit voor mijn verdere leven? Wat zal er in de pers verschijnen? Slachtoffers vrezen dat ze publiek goed zullen worden, iemand over wie iedereen een mening mag hebben.’ En dat is vaak een te grote aantasting van hun privacy.
‘Sinds ik in deze rechtszaal ben, voel ik me vernederd. Ik ben een alcoholist genoemd. Er is me verteld dat ik zo dronken was dat ik een handlanger van meneer Pelicot ben.’ (…) ‘Ik kan begrijpen waarom verkrachtingsslachtoffers geen klacht indienen, want in de rechtbank doen ze echt hun best om het slachtoffer te vernederen.’
Gisèle Pelicot
Rechtszaken spelen vaak in op de schaamte van de slachtoffers. De zaak-Mazan vormt daar geen uitzondering op. Ondanks het overvloedige bewijsmateriaal insinueerden advocaten dat Gisèle misschien verslaafd was aan alcohol. Isabelle Crepin-Dehaene, advocaat van Dominique, toonde tijdens de rechtszaak 27 privéfoto’s van Gisèle, waaronder ook enkele van haar geslachtsdelen. Volgens haar bewijzen de foto’s dat Gisèle niet zo braaf is als ze wilde laten doorschemeren.
Een andere advocaat vroeg of ze geen exhibitionistische neigingen had. Nadia el-Bouroumi, een advocate van twee beschuldigden, postte op Instagram een video van zichzelf waarin ze de Wham!-klassieker Wake me up before you go-go zingt. Ze verontschuldigde zich nadien.
Advocate Barbara Huylebroek, gespecialiseerd in strafrecht, benadrukt dat een rechtszaak voor een slachtoffer niet zonder risico’s is: ‘Dat noemen wij “secundaire victimisatie”, waarbij het slachtoffer voor een tweede keer wordt getraumatiseerd, bijvoorbeeld omdat zijn of haar reactie ter discussie wordt gesteld.’
Is die secundaire victimisatie tijdens een rechtszaak te vermijden? ‘Dat is een zeer dunne lijn’, zegt Huylebroek. ‘Enerzijds mag en moet de verdediging elementen uit het dossier inroepen die de onschuld van de verdachte kunnen bewijzen. Want een verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Anderzijds moet er altijd oog zijn voor het slachtoffer, dat vaak al getraumatiseerd is. Wat sommige advocaten in de zaak-Mazan van argumentatie hebben opgevoerd lijkt mij louter interpretatie.’
Kan een publieke rechtszaak een manier zijn om de schaamte die slachtoffers overvalt te verminderen? Huylebroek knikt: ‘Voor sommige – zeker niet alle – slachtoffers is een rechtszaak een vorm van de controle terugnemen. Ze worden gehoord en hopelijk ook geloofd.’
Het maakt de figuur van Pelicot des te belangrijker, zegt Lotte De Schrijver, directeur wetenschap en beleid van de Vereniging van Klinisch Psychologen: ‘Zij grijpt de controle terug over het narratief, en dat is een belangrijk signaal naar andere slachtoffers. Onderzoek toont aan dat een getuigenis horen andere slachtoffers kan aanmoedigen om sneller hulp te zoeken. Want ze beseffen dat ze niet alleen zijn.’
Tegelijk is er ook een keerzijde aan de nieuwe heldenstatus van Pelicot. ‘We moeten opletten dat we niet in een scenario belanden waarin slachtoffers alleen als slachtoffer worden beschouwd als hun reactie overeenkomt met die van Gisèle Pelicot’, legt De Schrijver uit. ‘Elk slachtoffer gaat daar anders mee om.’
‘Dominique en ik hebben vijftig jaar ons leven gedeeld. Ik ben altijd gelukkig en tevreden geweest. We hebben geluk en verdriet gedeeld, jij hebt moeilijke momenten gehad, maar ik heb je nooit opgegeven (…) In de vier jaar dat ik me voorbereidde op dit proces, begreep ik nog altijd niet waarom. Hoe kon deze man, die voor mij perfect was, zover komen? (…) Voor mij ben je altijd een goede, lieve man geweest. Ik heb je altijd vertrouwd. (…) We hebben samen vakanties, verjaardagen, kerstmissen gedeeld (…) Dat alles, voor mij, was geluk. (…) Ik heb altijd geprobeerd je naar het licht te trekken, maar jij koos voor de duisternis van de menselijke ziel.’
Gisèle Pelicot
Het doorsnee leven van Gisèle Pelicot staat in schril contrast met de gruwelen waar haar naam nu mee wordt geassocieerd. Gisèle wordt in 1952 geboren. Haar moeder verliest ze aan kanker als ze negen is, maar desondanks beleeft ze een gelukkige jeugd. Ze groeit op in het dorpje Azay-le-Ferron, waar Dominique Pelicot zich vestigt na het behalen van zijn diploma voor elektricien. Ze ontmoeten elkaar in juli 1971 – ‘liefde op het eerste gezicht’, volgens Dominique. De twee trouwen in 1973 en bouwen even buiten Parijs een leven op.
Zij werkt als verantwoordelijke bij het Franse staatsbedrijf Electricité de France. Hij is een man van twaalf stielen en dertien ongelukken. Zij heeft een affaire, hij verlaat haar even voor een andere vrouw, maar vrienden omschrijven hen als een gelukkig koppel. Dominique is niet goed met geld, ze scheiden zelfs even om aan zijn schuldeisers te ontsnappen.
Hertrouwen doen ze in 2017. Ze wonen dan al vier jaar in Mazan, een middeleeuws stadje in de Vaucluse op een boogscheut van de Mont Ventoux. Hun kinderen en zeven kleinkinderen komen vaak op bezoek en brengen er aan de rand van het zwembad hun zomers door. Er wordt getennist, gezwommen en gelachen. Een gelukkig paar, met een gelukkig leven achter de rug en nog enkele goede jaren te gaan.
In 2011 begint Dominique zijn vrouw te verdoven met Temesta en Zolpidem, twee doordeweekse slaapmiddelen. Op de populaire Franse chatsite Coco.gg – 500.000 bezoekers per maand – post hij op het forum ‘A son insu’ ‘(Zonder haar medeweten’) foto’s van zijn bewusteloze vrouw. Ze vormen een uitnodiging voor andere mannen om haar te verkrachten. De site, die in 23.000 Franse rechtszaken wordt genoemd, werd in juni 2024 afgesloten.
Dominique was de kok in huis, en vooraleer er een man op bezoek kwam, draaide hij de slaapmiddelen in Gisèles avondeten – volgens medische experts verkeerde ze in haast comateuze staat. Zodra zijn vrouw buiten westen was, kleedde Dominique haar in pikante lingerie. Dan mocht de gast het huis van de Pelicots binnenkomen. Omkleden gebeurde in de keuken, de mannen moesten hun handen verwarmen, en ze mochten geen parfum gebruiken.
Dominique filmde het misbruik, de video’s sloeg hij met naam en datum meticuleus op. ‘Deels voor het plezier,’ verklaarde hij tijdens het proces, ‘deels uit verzekering.’ Tien jaar lang hield hij zijn werkwijze vol. Al die tijd was Gisèle zich van geen kwaad bewust. Zelf wijt Dominique zijn seksuele deviatie aan zijn moeilijke jeugd.
‘Ik kwam hem soms tegen bij de bakker. (…) Hij zei altijd heel vriendelijk goedendag.’
Gisèle Pelicot
Net zo doorsnee als het echtpaar Pelicot zijn ook de 50 beschuldigden die terechtstaan in de zaak-Mazan. De daders komen uit alle lagen van de Franse samenleving. Eén dader is een journalist, een andere truckchauffeur, nog een andere verpleger. ‘Messieurs tout le monde’, zo omschrijft de Franse pers hen. Ze zijn tussen de 20 tot 70 jaar oud.
Sommige mannen waren eerder al beschuldigd van verkrachting, andere hadden een gelukkig gezinsleven met vrouw en kinderen. Een van hen was een buurman die 200 meter verder woonde. Een man, een soldaat, miste de geboorte van zijn dochter omdat hij bij de Pelicots thuis was. Een andere man, die besmet was met hiv, kwam zes keer langs – hij gebruikte geen enkele keer bescherming.
Een partner van een beschuldigde zei dat haar man ‘een gouden hart’ had. Gisèle zelf noemde haar man een ‘super mec’. Mazan is ook geen stadje met gigantische criminaliteitscijfers. Toch vond Dominique Pelicot in een straal van 50 kilometer 72 mannen die bereid waren een bewusteloze vrouw te verkrachten.
Tijdens de rechtszaak kwam ook naar boven dat verschillende beschuldigden elkaar kenden en contact hadden met elkaar. ‘Laten we zeggen dat het een kleine wereld is’, zei beschuldigde Quentin H., een cipier.
Het verrast Lotte De Schrijver niet. De omvang van de zaak-Pelicot mag dan een aberratie zijn, de daden en daders zijn dat niet: ‘In de overgrote meerderheid van de gevallen vindt seksueel misbruik plaats in de familiale kring. De daders zijn heel vaak bekenden: (ex-)partners, familie, vrienden, collega’s. Dat een verkrachter iemand is die je bespringt in een donker steegje is een mythe die dringend de wereld uit moet.’
Dat vindt ook professor Keygnaert: ‘Die verkrachtingsmythes helpen om een afstand te creëren van dergelijke feiten. We maken onszelf wijs dat we nooit in zo’n situatie terecht zullen komen.’
(Nadat een advocaat van twee beschuldigden gevraagd had: ‘Waarom wil u uw achternaam behouden?’)‘Toen ik deze rechtszaal betrad, schaamden mijn kinderen zich voor die naam. Maar ik heb kleinkinderen die Pelicot heten. Ik wil dat ze trots zijn op hun oma. Ik denk dan vooral aan mijn kleindochters, die net gestart zijn in de middelbare school. Vandaag ben ik over de hele wereld bekend. Ik kan daar niets aan doen, het is nu eenmaal zo. Maar ik denk dat Madame Pelicot veel meer herinnerd zal worden dan Monsieur Pelicot.’
Gisèle Pelicot
Terwijl MeToo seksueel misbruik binnen machtsrelaties blootlegde, doet de zaak-Pelicot dat voor intrafamiliaal misbruik. Dominique Pelicot stopte ook niet bij zijn echtgenote. Tussen de 20.000 foto’s zaten er ook enkele van zijn dochter, slapend in haar ondergoed, en zijn schoondochters.
Schuilt er echt ‘in iedere man een demoon’, zoals Dominique Pelicot het zelf omschreef tijdens zijn ondervraging? Hoet klinkt stellig: ‘Natuurlijk niet. We moeten niet in mannenangst vervallen. Maar het is wel tekenend dat geen enkele man het nodig vond om bij Gisèle Pelicot te toetsen wat ze ervan vond. Blijkbaar vinden we nog altijd dat de man in een huwelijk eigenaar is van het lichaam van de vrouw. De daders maakten zich ook geen zorgen over zoiets als toestemming. Daar is dus nog een lange weg af te leggen. De zaak-Pelicot toont bovendien aan dat een verkrachter niet die rare, onbekende man is. Het zit in onze huizen.’
Keygnaert gaat helemaal akkoord: ‘Gisèle Pelicot beantwoordt niet aan het clichébeeld van wat we vaak in de media zien. Ze is een doorsnee vrouw, met een doorsnee gezin en een doorsnee echtgenoot die doorsnee mannen heeft uitgenodigd om zijn vrouw te verkrachten. Ze is geen jonge vrouw die te veel had gedronken en zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevond.’ Klopt helemaal, zegt De Schrijver: ‘De veelgehoorde insinuatie dat een slachtoffer “het vast zelf gezocht zou hebben” gaat hier voor geen meter op.’
‘Op welk moment, toen u die kamer binnenkwam, gaf mevrouw Pelicot (Gisèle Pelicot spreekt over zichzelf in de derde persoon tijdens de rechtszaak, nvdr) u haar toestemming? Op welk moment, wanneer u het bewegingsloze lichaam zag, zei u tegen uzelf dat er iets niet pluis was in die kamer?’
Gisèle Pelicot
Die verkrachtingsmythes leven ook in de hoofden van de mannen. Verschillende beschuldigden geven aan dat ze zichzelf niet als een verkrachter zien. Want ze hadden helemaal niet de intentie om te verkrachten, ze dachten dat het ging om een seksueel spel van het echtpaar Pelicot. De toestemming van de echtgenoot betekende dat ook zij akkoord ging.
Ik ben geen verkrachter, verklaarde Ahmed D. want ‘als ik iemand had verkracht, zou het geen dame van 57 jaar geweest zijn, maar een knappe…’ Een andere verdachte wist niet wat ‘toestemming’ betekende tot hij in de gevangenis zat. Jacques C. gaf als enige van de 50 beschuldigden toe dat hij dacht dat er iets niet klopte, nadat Dominique hem de kamer had uitgejaagd omdat Gisèle tijdens de verkrachting leek te bewegen. Even overwoog C. om naar de politie te stappen, maar die gedachte moest algauw wijken voor het leven van alledag: ‘De volgende dag vertrok ik vroeg naar mijn werk, en voilà.’
‘Ik sta hier niet met haat en woede, maar met volharding om deze maatschappij te veranderen. Ik wil dat alle vrouwen die verkracht zijn zeggen: als mevrouw Pelicot het kon, dan kan ik het ook.’
Gisèle Pelicot
Op 20 december volgt de uitspraak in de zaak-Mazan. Tegen Dominique Pelicot wordt de maximumstraf van 20 jaar geëist, wat voor de 71-jarige neerkomt op levenslang. Hij pleitte schuldig en verklaarde ‘dat hij een verkrachter is, net als alle andere mannen hier in deze ruimte’. De andere beklaagden hangt 4 tot 20 jaar opsluiting boven het hoofd. Gisèles kinderen spreken over een vernietigde familie, zijzelf verklaarde dat ze een verwoeste vrouw is. Ze vreest dat haar nog te weinig jaren resten om van het trauma te herstellen.
Maar dat Gisèle Pelicot veel betekent voor slachtoffers van seksueel geweld, daar twijfelt niemand aan. ‘Ik kan niet genoeg benadrukken hoe moedig het is wat ze doet’, zegt Keygnaert. Zelf spreekt ze niet over moed, maar over de wil om de samenleving te veranderen.
* Alle quotes komen uit het proces-Mazan.
Reactie advocaat Gisèle Pelicot (4/12/2024)
Antoine Camus: ‘De keuze van Knack om Gisèle Pelicot uit te roepen tot mens van het jaar is meer dan gerechtvaardigd. De beproeving die Gisèle Pelicot drie maanden lang heeft moeten doorstaan, is ook een opoffering. Voor haar zou het veel makkelijker geweest zijn om op de eerste dag van het proces te verschijnen en dan te verdwijnen. Daar had ze bovendien ook alle recht toe. Maar onze cliënt verkoos om bijna elke dag naar de rechtbank te komen, te verschijnen voor de ogen van haar verkrachters en om met moed, kalmte en waardigheid deel te nemen aan het proces met als enige ambitie dingen te veranderen voor toekomstige generaties.
Het belangrijkste doel van Gisèle Pelicot om het proces niet achter gesloten te deuren te houden was om te tonen wat verkrachting werkelijk is, aangezien we hier beeld en geluid hebben, wat uiterst zeldzaam is. Ze wou laten zien hoe verkrachting in Frankrijk anno 2024 voor de rechtbank wordt verdedigd.
Omdat de verscheidenheid aan profielen op de beklaagdenbank lijkt op een caleidoscoop van de Franse samenleving – de leeftijden variëren van begin twintig tot ouder dan 70, de beroepen en hun culturele achtergronden zijn zeer gevarieerd, net als hun levenslopen – wilde ze van dit proces, waarvan ze persoonlijk het gevoel had dat het haar helaas niets zou opleveren, een soort laboratorium maken voor de samenleving om na te denken over vragen die deze zaak oproepen.
Wat Gisèle Pelicot wilde, was dat de maatschappij collectief zou nadenken over de rol van de porno-industrie in seksuele voorlichting, de constructie van mannelijkheid en seksualiteit, de manier waarop er in 2024 nog steeds naar vrouwen wordt gekeken. Er is geen verklaring over waarom een vrouw nog steeds kan onderworpen worden aan wata Gisèle bijna tien jaar lang werd aangedaan. Er is geen verklaring voor het feit dat er binnen een straal van 50 kilometer bijna 70 personen (waarvan er nog een twintigtal nog steeds op vrije voeten zijn) onbewust profiteren van een inert, bewusteloos lichaam dat zo dood lijkt dat het omgerold moet worden om verplaatst te kunnen worden.
Filosofen, sociologen, psychologen, seksuologen, historici, advocaten, politici… ze zouden allemaal stof tot nadenken moeten vinden in het proces van de afgelopen drie maanden.’