De kopzorg van Dehaene: kiezen is verliezen. Wie in de faciliteitenrel voor Vlaamse homogeniteit kiest, zal Belgiës diversiteit verliezen. En omgekeerd.
Alles is betrekkelijk. Het is dus maar waar je voor kiest: voor de verschillen of voor de overeenkomsten. Vlamingen en Franstaligen hebben heel wat gemeen, maar ze verschillen ook van elkaar. Hoe dan aan politiek te doen: vanuit datgene wat beide groepen in België bindt of vanuit wat hen scheidt? Beide visies zijn verdedigbaar. Maar een politieke positie innemen is een ideologische en dus géén objectieve keuze.
De ideologie van de Vlaamse regering, zo blijkt ook uit de faciliteitenrel, berust op de keuze voor het eigene, het specifieke, de identiteit, een nieuwerwets woord voor wat vroeger de volksaard heette. Daarmee streeft ze naar zuiverheid en homogeniteit. Faciliteiten voor anderstaligen moeten dus worden afgeschaft, want die houden een (taalkundige) onzuiverheid in stand. Vandaar de confrontatie met de Franstaligen, die eveneens de politiek van het eigene kiezen, en dus ijveren voor het behoud van Franstaligheid op Vlaamse bodem.
Maar, aldus Luc Huyse in De Morgen, die verschillen hebben altijd al bestaan. Alleen gaven de politieke elites, de christen-democratie in Vlaanderen en de sociaal-democratie in Wallonië, er altijd de voorkeur aan om het gemeenschappelijke te laten primeren op het afwijkende. Dat is nu anders. Die politieke keuze roept dan weer reacties in de andere zin op, zoals in een manifest eerder deze maand in De Standaard. Daarin waarschuwen enkele intellectuelen voor de aan beide kanten aangewakkerde “nationalistische dwaasheid”.
Sindsdien vult De Standaard ettelijke pagina’s met veelal kwaaiige, met uitroeptekens en Grote Woorden doorspekte reacties op dit manifest. Daarin verdwijnt de subjectieve, want ideologische keuze altijd onder een vermomming van vermeende objectieve waarheid. Twee Vlaams-nationalistische historici gaan zelfs zo ver om de auteurs van het manifest op een hautain toontje “historische onkunde” te verwijten. Magister dixit: kennelijk kennen zij – en zij alleen – de waarheid. Het past paradoxaal genoeg perfect bij het onderhuidse anti-intellectualisme van veel van die reacties.
Bij al dat geblaf wil de karavaan het liefst snel voorbijtrekken. Maar de meerderheidspartijen zitten met een probleem. In hun diverse geledingen maken ze immers uiteenlopende keuzes. In de Vlaamse regering kiezen CVP en SP voor Vlaamse homogeniteit, in de federale regering voor Belgische diversiteit. En ze zouden graag vermijden dat er eens een kameel door een hond wordt gebeten.
Afzijken
Wie wil weten wat er bij de bevolking leeft, moet de lezersbrieven in kranten en weekbladen spellen. Altijd prijs: hondenpoep. Maar ook niet mis: pannenkoek. Ruim twee jaar na de spellingshervorming, is de ergernis daarover nog altijd niet weggeëbd. Tot die conclusie is ook de Nederlandse minister van Onderwijs Jo Ritzen gekomen, die onlangs zijn Vlaamse collega Luc Van den Bossche opvolgde als voorzitter van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. In Taalschrift, het blad van de Taalunie, sloeg hij een mea culpa: “Toen Mao in 1948 aan de macht kwam, heeft hij de spelling van het Chinees gewijzigd. Daar was alle reden toe, maar in 1964 vond hij dat de spelling weer veranderd moest worden. Dat is het enige moment geweest in de hele geschiedenis van Mao als leider van China, waarin hij in gevaar was. Mensen hebben iets met de spelling die ze geleerd hebben. (…) Terugkijkend zijn we in sommige opzichten toch nog té ver meegegaan met de taalkundigen. Bijvoorbeeld bij de uitzonderingen op de regel voor de tussen-n. Maar terugkijken heeft niet zoveel zin. We moeten naar de toekomst kijken. De komende twintig à dertig jaar geldt: handen af van de spelling.”
Maar de openbare boetedoening van Ritzen viel niet bij iedereen in goede aarde. In de Volkskrant noemde schrijver Remco Campert hem “de Soeharto van onderwijs”. “Was er zelf met je vurige tengels afgebleven, man. (…) Ritzen kan kennelijk niet langer vooruit denken dan dat hij zelf oud wordt.”
En in het tijdschrift Onze Taal betoogden taalkundigen die zichzelf de “Ontstelde Spellers” noemen dat de officiële Woordenlijst van de Nederlandse Taal, het befaamde Groene Boekje van 1995, meer dan duizend fouten en inconsequenties bevat – en niet 31, zoals de uitgever zelf destijds toegaf. Voor de aardigheid citeren we er een paar.
– coauteur naast co-assistent
– body-art naast fancyartikel
– ruimtelijkeordeningsbeleid
naast koude-oorlogsdenken
– extra-ordinair naast ultraorthodox
– privé-handel naast (in) privéhanden
– kandidaat-Kamerlid naast oud-kamerlid
– in godsnaam naast van Godswege
– on-Nederlands naast onhollands
– lease-auto naast raceauto
– amateur-wielrenner naast profwielrenner
– Alzheimer naast pfeiffer
– Keltisch naast kelt
– zeiken naast afzijken
Naar de toekomst toeTen Oorlog!
We moeten niet zo ondersteboven geraken van al die kinderen die met hun schietgeweren door de televisiejournaals paraderen. Zij voeren alleen maar oorlog, een internationaal erkend en gereglementeerd spel. Ook zij zijn onderworpen aan de regels van “het volkerenrecht, de menselijkheid en het algemeen rechtsbewustzijn”. Daarbij moeten de toeschouwers – de burgers – worden ontzien. Zo weet iedere deelnemer sinds jaar en dag dat “de keuze der methoden of middelen van oorlogvoering niet onbegrensd is” en dat het “verboden is wapens, projectielen en stoffen alsmede methoden van oorlogvoering te gebruiken, die naar hun aard overbodig letsel of onnodig leed veroorzaken”.
Dankzij de onverdroten inzet van wijlen prinses Diana keurde de reglementencommissie van de Verenigde Naties een nieuw Verdrag goed, “inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben”.
Het zopas in Het Belgisch Staatsblad/Le Moniteur Belge gepubliceerde werkstuk leert dat er in het verleden nogal wat “bedrog en perfidie” in het spel was. Valstrikmijnen bijvoorbeeld. Het woord zegt het al: dat zijn mijnen die niet zomaar in een rijstveld werden gedumpt, maar verstopt in graven, ambulances, kinderspeelgoed, voedsel en kookpotten, godsdienstige voorwerpen, historische monumenten, en zelfs in levende en dode dieren.
Dat mag dus niet meer. VN-secretaris-generaal Kofi Annan stuurde afschriften van het verdrag aan alle staten. Het is voortaan een verplicht onderdeel van de militaire opleidingsprogramma’s, zodat de strijdkrachten weten wat hen te doen staat.
Zo schrijdt de beschaving voort. Het spel moet voortaan eerlijk gespeeld worden. Men gelieve de vijand in de toekomst met machetes de keel af te snijden. Leve de propere oorlog.
Bijdragen: Guido Despiegelaere, Piet Piryns en Marc Reynebeau