Per hogesnelheidstrein van Brussel naar Parijs in 5100 seconden. Nostalgie is ook niet meer wat het geweest is. Over berg en dal klinkt hoorngeschal !
Het was een feestelijke dag.
Koning Albert keek blij als een kind dat een nieuwe Märklin-locomotief onder de kerstboom heeft aangetroffen. Koningin Paola droeg haar mooiste mantelpakje. Zowel voormalig minister van Verkeer Herman de Croo als gedelegeerd bestuurder Etienne Schouppe van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen herinnerden er nog eens fijntjes aan hoeveel tegenkanting zij hadden ondervonden, toen zij een eeuwigheid geleden, in 1983, het project van de hogesnelheidstrein (HST) op de rails zetten. Louis Tobback beloofde in het Leuvens Volkshuis desnoods zélf tussen de bielzen te gaan liggen om de HST tegen te houden. Maar nu was het eindelijk zo ver. Met driehonderd per uur ging het naar het Parijse Gare du Nord, en nadat madame Chirac vanuit het Elysée had laten weten dat de soufflé in elkaar dreigde te zakken zette de machinist er nog eens flink de sokken in om zeven minuten van de voorziene reistijd af te knijpen.
En nergens een eland te bespeuren !
Wij van Zwarte Woensdag zijn altijd overtuigde gebruikers geweest van de ijzeren weg. Dat komt door onze romantische inborst. Wij hebben de gloriedagen van de Trans Europe Express nog meegemaakt, toen l’Etoile du Nord en l’Oiseau Bleu met een slakkengangetje van nog geen tweehonderd per uur door Noord-Frankrijk sukkelden. Langzaam voorbijschuivend landschap. Mesdames, messieurs, nous arrivons à Saint-Quentin. Rokerige coupés, met door Venetiaanse blinden gedempt licht. Gefrunnik achter dichtgeschoven gordijntjes. Het zachte gesnurk van je overbuurman. De tijd om een dik boek te lezen. Het restauratierijtuig, met zijn glimmende koperen toog en knipmessende obers. Traag druppende filterkoffie, geserveerd in zwaarverzilverde kopjes. De geur van verse croissants die nog niet in cellofaan waren verpakt.
Maar de vooruitgang is niet tegen te houden daar heeft Herman de Croo natuurlijk gelijk in. Dus stapten wij vierentwintig uur na het vorstenpaar op onze beurt in de Thalys. Onze reis duurde weliswaar ruim een half uur korter dan we gewend waren, maar we hadden exact tweeënvijftig minuten moeten aanschuiven om in te checken aan het loket in Berchem-Station : er waren vier wachtenden voor ons. De volgende trein dan maar genomen. Nog vóór Mons kregen we last van ontwenningsverschijnselen in de Thalys is niet eens tien procent van de plaatsen gereserveerd voor rokers. Daar staat weer tegenover dat er niet één plek is waar je veilig bent voor het aanhoudende gekwek en gekakel van de aan zijn gsm verslaafde medemens.
Sufgeluld en geradbraakt (de beenruimte in de Thalys bedraagt naar schatting zo’n vijfendertig centimeter) arriveerde het team van Zwarte Woensdag precies een uur te laat op zijn afspraak in de befaamde brasserie Au Rendez-Vous des Belges. Daar zocht het troost in een gedicht van Richard Minne.
Laat vrije baan aan de internationale treinen ;
zij schonken ’t zelfvertrouwen aan een geslacht,
dat kroop in ossewagens en in palankijnen,
en nu aan 140 ijlt doorheen de nacht.
In de internationale treinen wordt geboren
de broederschap, die men bij pond en dollar
meet,
Armstrong en Vickers, de trust van ’t koren,
de nieuwe nationaliteiten waar niemand van
weet.
Laat vrije baan aan de internationale treinen,
zij schuiven de toekomst open als gordijnen
en brengen ons reukwerk, guano en schoenen,
den Volkenbond en appels voor citroenen.
Boemelen
Het is ook nooit goed of het deugt niet. Gekankerd wordt er altijd. Terwijl in het Parijse Gare du Nord de rode loper werd uitgerold, de klaroenen schalden en de republikeinse garde de Brabançonne speelde, zette in Bilzen Vlaams parlementslid Johan Sauwens zich aan het rekenen. In plaats van te feesten, zoals iedereen.
De hogesnelheidslijn bedient slechts acht procent van de klanten van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, en daar is zo’n slordige 150 miljard in geïnvesteerd. Dat verklaart afdoende waarom snelheid en comfort op de overige lijnen, met 92 procent van de klanten, iets lager liggen. Daar heb je niet eens een telraam voor nodig. Maar Sauwens wilde weten hoe lang het zou duren om op diezelfde woensdag van de inwijding van de HST-lijn, vanuit datzelfde Brussel-Zuidstation enkele Vlaamse negorijen te bereiken. Zakenmensen kunnen nu in 1 uur en 25 minuten naar Parijs. De pendelaar die naar Herentals wil zal er minstens 1 uur en 6 minuten over doen, een reis naar De Panne duurt 1 uur en 46 minuten, naar Knokke een uur en 16 minuten, naar Aarschot 1 uur en 14 minuten en naar Hasselt 1 uur en 20 minuten.
Sauwens wil ook zo nodig met de trein rijden. Als gewezen Vlaams minister van Verkeer zou hij moeten weten dat hij daarmee de verkeersveiligheid op onze wegen geen dienst bewijst. Recente cijfers bevestigen al de positieve ervaringen van de dagelijkse weggebruiker. Het aantal doden en zwaargewonden op ons asfalt blijft dalen. Dankzij de files blijven meer ongevallen tot blikschade beperkt. Zonder spoorwegen zouden onze wegen nog veiliger worden.
Geen Belg die daar op komt. Zelfs geen Vlaming. En andermaal zijn de Nederlanders ons te snel af. Daar is uitgerekend vorige week een autopartij opgericht. Die ijvert voor meer wegen. Want nieuwe wegen trekken op hun beurt meer verkeer aan en maken de verkeersknoop helemaal onontwarbaar. Waardoor tenslotte het aantal doden tot nul wordt herleid. In stilstand. Leve het poldermodel.
Zonderdag
Van alle parvenues zijn voetballende parvenues de ergste.
Neem Frank en Ronald de Boer.
De tweeling van Ajax Amsterdam heeft in de media zijn beklag gedaan over het wurgende belastingklimaat in Nederland. Minister-president Wim Kok weigert in te gaan op het voorstel om topvoetballers een voorkeursbehandeling te geven, zodat die in de toekomst nog maximaal vijfendertig procent belastingen moeten betalen. Van hun schamele salaris ruw geschat zo’n zestig miljoen frank per jaar houden de broertjes niet eens de helft over.
En dat na alles wat ze voor Nederland hebben gedaan !
Kok zou god op z’n blote knieën moeten danken dat de tweeling nog voor Oranje wil voetballen om straks de Coupe du Monde binnen te halen, liet Ronald weten. ?Als zo’n man ons land moet vertegenwoordigen, pfff !? En Frank dreigde : ?Het wordt ons steeds makkelijker gemaakt om Ajax te verlaten.?
Geen bedrijfstak waar zo openlijk wordt aangezet tot doodslag (?voetbal is oorlog?) en waar afpersing zo gewoon is als de voetballerij. In dat licht bezien is het ook volstrekt begrijpelijk dat de voorzitter van de Belgische Voetbalbond Michel D’Hooghe het parlement chanteert. Als er een wet komt die hem niet bevalt (het voorstel van Tuur van Wallendael om de vrije nieuwsgaring in de stadions te verzekeren) organiseert D’Hooghe een voetballoze zondag.
Zo ver komt het natuurlijk nooit. Want, anders dan in Nederland, is er in België nog altijd één man die het maatschappelijk belang van de voetbalsport begrijpt. Jean-Luc Dehaene, op de vraag van een journalist of er volgend jaar in juni misschien vervroegde parlementsverkiezingen komen : ?Zijddegijzot ? Dan is ’t foetbal.?
Bijdragen : Piet Piryns, Peter Renard
Westende. Winter aan zee (Foto : Patrick de Spiegelaere)