Op ArtBrussels wordt vanaf vrijdag in hedendaagse kunst gedeald. Kunstenaar Peter De Cupere over zijn waarden.
Het wordt een grote bol in de vorm van de aarde, bedekt met tienduizend glimwormen. Wanneer ze beginnen te kruipen, veranderen ook de werelddelen. Of hij Smell the Earth ooit zal kunnen realiseren, blijft open. Maar de tekeningen en de maquette gaf ‘geurenkunstenaar’ Peter De Cupere (30) in handen van zijn Antwerpse galeristen Rudi & Tim Van Laere. Die gaan ze verkopen op de ArtBrussels-beurs, waar 140 Belgische en internationale galeries aan deelnemen.
De deal met zijn galerist ontslaat de kunstenaar van allerlei materiële beslommeringen die andere kleine zelfstandigen wel kennen. De Cupere blijft zich wel actief bezighouden met z’n eigen dossiers, catalogi en prijsoffertes. Hij heeft ook een website ontwikkeld (www.smell.yucom.be). Niet voor niets studeerde hij publiciteit, grafisch ontwerpen en elektronische beeldinformatie voor hij zich aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) in Antwerpen vertoonde.
Sinds Jan Hoet hem in 1998 in Watou een geureninstallatie liet maken, bleef hij op z’n elan doorgaan. Dit jaar laat hij voor het eerst België links liggen. Net terug uit Rome, staat hij klaar om naar Berlijn te vertrekken, waar hij aan de Akademie der Künste als artist in residence aan de slag gaat. Op de Sonsbeek-biënnale van deze zomer pakt hij uit met een boom in paradichloorbenzeen. Voor mannen en vrouwen om tegen te pissen. Als hij zijn waar niet zelf moet verkopen, voor welke waarden staat hij dan?
Peter De Cupere: Mijn tekeningen zijn eigenlijk werktekeningen. Ze zijn in principe makkelijk verkoopbaar. Zo’n Cigarette Painting die naar gerookt vlees ruikt in je huis hangen, daar is lef voor nodig. De geur van gerookt vlees verwijst naar de binnenkant van het lichaam van de roker. We worden gerookt als we roken.
Waar heb je die geur vandaan?
De Cupere: Van smaakleveranciers die een Europese goedkeuring hebben omdat hun product veilig is. Ze smeren het over het vlees en houden het even onder een brander, zodat er een korstje op komt. Dan mogen ze hun waar verkopen als gerookt vlees. Maar dat is natuurlijk niet waar. Echt gerookt vlees ontstaat in een rookkast. En waar het op de traditionele manier gaat, wordt er nog met hout gestookt. Zulke machines worden niet veel meer verkocht, want het duurt allemaal te lang en dat is niet winstgevend. Maar de mensen zien en ruiken een bruin korstje: lekker.
Met welke experimenten ben je tegenwoordig zoal bezig?
De Cupere: Ik doe testen met een combinatie van rottende dingen en zeep. Ik wil een mooi mannequin-modellichaam maken uit groenten en vlees. Daar maak ik een pasta van, die in een gietvorm gaat. Aan de buitenkant zit er een laagje zeep. Dat lichaam, dat heel lekker ruikt, ligt heel eenvoudig op een bed of op een tafel, als een persoon. Maar die zeep is behandeld, zodat ze begint te craqueleren. En dan staat ze de geur af van wat aan de binnenkant schimmelt. De ruimte, die in het begin heel lekker rook naar de parfumgeur van een mooi vrouwelijk model, gaat keihard stinken.
Op de manier waarop wij ook vergaan.
De Cupere: Ooit zei iemand tegen mij dat ik een van de enige artiesten ben die na zijn leven nog werk zal maken. Op basis van de geur die je afgeeft wanneer je sterft en verrot. Maar voor mijn tachtigste begin ik niet aan een concept waarbij mijn geur automatisch opgevangen wordt en in potjes tentoongesteld. Of zoiets. Ik moet het nog nakijken.
Je hebt geur nodig.
De Cupere: Ik ben altijd zot geweest van geur. Ik heb de zotste dingen geroken, de zotste dingen proberen te creëren. Ik heb grasparfum op mij gedaan tot ik er groen van uitsloeg. En maskertjes. Ik ben altijd met schoonheid bezig geweest. Ik heb altijd te veel parfum op mij willen doen. Van die goedkope, toen ik jong was. Tot een hele fles toe op een week, van die hele goedkope dan. Ik ging een vakantiejob doen om parfum te kunnen kopen, bij wijze van spreken.
Ik ruik hier niets. (In zijn atelier in de Kolvenierstraat, Antwerpen)
De Cupere: Zelfs als we nu opeens geen geur meer zouden waarnemen, dan zou hij nog harder bij mij aanwezig zijn door het feit dat hij ontbreekt. Omdat het gemis dan groter is dan nu, want we kunnen de snoepjes ruiken die op de grond liggen, of het schimmelpotloodje.
Zoek je plaatsen op om hun geur?
De Cupere: Zeker. Als ik ergens kom en de geur staat mij daar aan, dan kom ik er zeker terug. Ik heb een grote voorliefde voor Canterbury. De kathedraal, de stilte, het morbide in de kelders, de geschiedenis. Op een weekend doe ik er honderd ideeën op. Dan flikker ik in een flits alles op papier wat er mij in een heel jaar overkomen is.
Je werkt vaak met bederfbare waar. Puur verlies toch?
De Cupere: Als ik kippenvel rond een kippeneitje naai, dan eet ik de kip op. Veel van mijn werken zijn experimenten. Dat is leergeld. Ik koop 20 kilo snoepjes. Ik eet er geen enkele van, dat is de ironie, ik proef er zelfs niet eens van. Ik heb een keer 100 kilo chocolade gekocht voor mijn maquettes. Ik heb ze niet aangeraakt. Ze diende voor de experimenten waarbij ik chocolade met zeep meng. Ik heb een schimmelinstallatie die bestaat uit duizend verschillende potjes met allerlei producten en drie activators: water, melk en fruitsap, verwijzend naar het vruchtbare, het plantaardige en het organische. De 50 liter fruitsap die ik gekocht heb, is weg.
Hoe hou je een balans tussen wat bederft en wat bewaart?
De Cupere: Als een kunstenaar een werk in brons maakt, en het wordt op een stadsplein geplaatst, dan komt daar erosie op. Maar dat klopt niet, want dat heeft die kunstenaar nooit gewild. Bij mij is het omgekeerd. Ik wil juist dat door de tijd bepaalde dingen veranderen. Of zelfs dat het werk zichzelf vernietigt door de tijd.
Het visuele is maar één aspect.
De Cupere: Je hebt kunst die heel visueel pakt en dat plastisch benadrukt. Bij mij is het de twee: het visuele, maar aan de andere kant ook de geur, dat is de herinnering. Het werk zal ook vergaan, het zal ook evolueren.
Kan je de emotionele waarde die een werk voor je heeft, omzetten in een prijs?
De Cupere: Mijn originele tekening voor de editie bij de Mosselpot-actie in het SMAK is niet te koop. In mijn zoeken naar de liefdesmens was ik het geloof in de ware liefde kwijtgeraakt, en dat werk heeft er iets zeer persoonlijks en morbide door gekregen. Ik zou het veel te goedkoop moeten verkopen in verhouding tot mijn emoties. Misschien over twintig jaar.
Koketteer je niet met kunst die tot verdwijnen gedoemd is?
De Cupere: Je probeert altijd het beste werk te maken, en dan ben je soms achteraf teleurgesteld. Je wilt het dan nog mooier maken en bij het herdoen, vernietig je het. Soms moet je eens kunnen gooien met werken. Een goede tekening kapotgooien. Voor mijn Model for disappearing art heb ik een meesterlijk perfecte tekening gemaakt. Ik heb dan een grote schaal met water gevuld en ze er een uur in laten liggen. Tot alles doorweekt was, en vuil. Toen heb ik ze laten drogen. Ik heb erop geschreven: ‘In de zon hangen en liefst op een vochtige plaats leggen’. De persoon die ze heeft, zal dat wel niet doen. Die zal ze mooi in haar lijst hangen en haar beschermen tegen agressie.
Duidelijk twee verschillende manieren om met kunst om te gaan.
De Cupere: Wat is kunst? Wat is geen kunst? Kunst is liefde en liefde is kunst. Het zijn de twee zwaarste dingen in het leven. Je gaat voor een relatie of je gaat er niet voor. Je kiest voor je leven voor iemand. Hetzelfde met kunst. Kunst is hard labeur voor uw leven. Je ziet veel zwart zaad als artiest. Er zijn momenten dat het keimoeilijk is, momenten dat je floreert. Tot nu toe kan ik niet klagen. Ik heb het altijd druk gehad.
Kiezen voor kunst én liefde kan een kortsluiting veroorzaken.
De Cupere: Kunst komt bij mij altijd op de eerste plaats. Alles is in het teken van mijn werk. Dat komt soms keihard aan als je dat tegen iemand zegt. De ware liefde komt niet op de tweede plaats. Die kan je niet op een plaats zetten. Die is er gewoon. Dat is iets anders.
Maar het werk kan door van alles gevoed worden, terwijl de ware liefde zo kan afsterven.
De Cupere: Ik heb ooit wekenlang van spaghetti moeten leven en ik heb me toen voorgenomen om, als ik ooit in Italië zou tentoonstellen, een werk met spaghetti te maken. In Una Pasta per Giulietta heb ik nu dat eerste idee gecombineerd met mijn liefde voor Julie, die ik zo hard miste. Ik zal nooit mijn privé in mijn kunst stoppen, maar ik wou aan de wereld tonen: dát is mijn vriendin, ik hou van haar.
De liefde als voedsel voor de kunst. Zet je ze niet op het spel door je voortdurende afwezigheid?
De Cupere: Dat is de ironie. De realiteit wordt pas ingevuld met haar parodie, schreef Kierkegaard. With or without you, klinkt het bij U2. Het kunnen en het niet kunnen. Ik kan niet zonder kunst en ik kan niet met. Ik kan niet zonder liefde en ik kan niet met.
En de productiestress bij dit alles?
De Cupere: Ik ben bezig met mijn werk, ik ben niet bezig met de verkoop. En mijn werk moet juist zijn. Dan komt de rest vanzelf.
Hoe valt het bestaan als zelfstandige mee?
De Cupere: Ik ben creatief genoeg om te kunnen overleven. Ik kijk er niet tegenop om opnieuw portretten te gaan maken. Ik zie het niet als kunst, bijlange niet, en ik gebruik er een andere naam voor.
ArtBrussels, Brussels Expo Hall 3 & 4./ 20, 21, 22.4: 12-20u./ 23.4:12-22u./24.4: 12-18u.
Jan Braet