Zomerlied
Waarom moet het alle dagen kermis zijn tijdens de Zomer van Antwerpen?
O p de Grote Markt
D’r staat een houten huizeke
D’r woont een toverheks in
En die piept gelijk een muizeke
Oepsa falderaliere
Oepsa falderala
Op de vrolijke tonen van dit volkswijsje gaf de Antwerpse zanger Axl Peleman vorige week dinsdag ‘de Bourlaschouwburg terug aan het volk’. De Antwerpenaren mochten in hun schouwburg gratis naar Pelemans versie van twintig Volksliekes luisteren (en ze meezingen). Een mooi initiatief. Al laat dat volk zich de komende maanden met geen stokken de Bourlaschouwburg in slaan. Want de Zomer van Antwerpen lokt de mensen naar alle (on)mogelijke plekjes van hun koekenstad. Dat is, uiteraard, een joviaal gebaar van de sinjorenstad waar onze hoofdstad een voorbeeld aan kan nemen.
Hoewel! De Zomer van Antwerpen wil elke inwoner (en bezoeker) een behaaglijk zomergevoel bezorgen. Fijn. Al lijkt de organisatie dit zomergevoel steeds meer te verwarren met een kermisgevoel. Voor vernieuwend of belangwekkend podiumtalent is er almaar minder plaats. Nochtans kan dit festival een brug slaan tussen (jonge) makers en een potentieel publiek. Nee, ik ben niet die zuurpruim die een zomer lang getormenteerde kunst wil aanschouwen, maar ik houd van variatie. Moet het alle dagen kermis zijn? Ze zijn er, de creaties die meer dan joligheid of sensatie nastreven. Zoals Gezjost van Stefan Perceval of De broers Perdu, een beloftevolle samenwerking tussen het teksttheatergezelschap De Roovers en de figurentheatermakers van FroeFroe. Voorts bestaat het wat eenzijdige programma overwegend uit circus en (solo)shows die naar stand-upcomedy neigen.
Terwijl het luchtig zomert in Antwerpen, maken we de oversteek naar de noorderburen. Naar het Theaterfestival Boulevard in ‘s-Hertogenbosch, bijvoorbeeld. Ook een stadsfestival. Eveneens met de focus op locatietheater. Maar met meer aandacht voor het hele spectrum van de Nederlandstalige podiumkunsten. Voilà, nog een onontgonnen troef voor de Zomer van Antwerpen: het moois dat onze noorderburen maken een podium én een publiek geven.
Als kind vroeg ik aan het begin van de zomer telkens aan oma waarom de draaimolen, de fanfare en (vooral) die majorettekes ons dorp aandeden. ‘ Omdat ge jarig zijt, meiske. Ze komen speciaal voor u.’ Nu weet ik beter. Oma’s fabeltje ligt wél aan de basis van mijn bewondering voor podiumkunstenaars die zich opmaken voor hun publiek. De Zomer van Antwerpen is dé biotoop waar dit gevoel zich als een virus verspreidt. Het maakt het publiek ontvankelijk voor kwaliteitsvol theater uit de Lage Landen en alles daarboven. Te beleven in hun schouwburg of in een houten huizeke op de Grote Markt. Oepsa falderlaliere. Oepsa falderala.
INFO: WWW.AXLPELEMAN.BE, WWW.ZVA.BE EN WWW.FESTIVALBOULEVARD.NL
Els Van Steenberghe