Zelfs geen tijd voor een maîtresse
Van heldhaftige waarheidsvinder over gewetenloze rioolrat tot frauduleuze fantast: Hollywood heeft de journalist altijd al in verschillende rollen gecast. Negen onthullende films over de machinisten van de media.
1. De magnaat Citizen Kane – Orson Welles, 1941
Orson Welles’ debuut is niet alleen een van Hollywoods grootste klassiekers, het is in meerdere opzichten ook de ultieme journalistenfilm. Hij brengt verschillende niveaus van de branche bijeen, van krantenjongens over drukkers tot mediamogols. Het verhaal wordt op gang getrokken door een reporter die op zoek gaat naar de betekenis achter het woord ‘rosebud’, wanneer dat door mediatycoon Charles Foster Kane wordt uitgesproken op zijn sterfbed. Dat personage modelleerden Welles en coscenarist Herman Mankiewicz naar William Randolph Hearst, een van de invloedrijkste Amerikaanse krantenmagnaten uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Die was allesbehalve ingenomen met de onflatteuze manier waarop hij werd neergezet, waarna hij trachtte om de film, die zijn opkomst en val via flashbacks in beeld zet, te boycotten. Gelukkig voor de filmgeschiedenis mislukte Hearst in zijn opzet, en wordt Citizen Kane tot vandaag gevierd als een vernieuwend meesterwerk dat de moderne Amerikaanse auteurscinema inluidde. Het is een mee- slepende parabel over de macht van de massa- media, met Kane als de eigenwijze entrepreneur die het volk wil bevrijden met de waarheid, maar eindigt als verbitterde oligarch.
2. De onthuller All the President’s Men – Alan J. Pakula, 1976
Het Amerika van de jaren zeventig werd niet alleen getekend door Vietnam, de Koude Oorlog, de oliecrisis en een groeiend wantrouwen in de overheid. Het was ook het decennium waarin New Hollywood doorbrak, een jonge generatie filmmakers die voor het eerst ook in de mainstreamcinema politiek en sociaal gevoelige thema’s durfde aan te snijden. Uit dat koortsige klimaat ontkiemden films als The Parallax View (1974) en Three Days of the Condor (1975). Maar de moeder aller samenzweringsthrillers blijft All the President’s Men, meteen ook de meest memorabele hommage aan de journalist als onthuller van de waarheid. Daarin wordt het op feiten gebaseerde verhaal van Bob Woodward (Robert Redford) en Carl Bernstein (Dustin Hoffman) uit de doeken gedaan, de twee onderzoeksjournalisten van The Washington Post die in 1972 en 1973 het Watergateschandaal aan het licht brachten en daarmee president Richard Nixon tot aftreden dwongen. Het is een briljante dossierthriller waarin regisseur Alan J. Pakula de paranoïde psyche van de jaren zeventig vat, en zelfs uit telefoongesprekken en dictafoontjes suspense tapt. De reporter was geen cynicus of opportunist meer.
3. De leugenaar Shattered Glass – Billy Ray, 2003
Soms is de journalist een koppige kruisvaarder voor gerechtigheid, soms een cynische aandachtzoeker. Maar hij kan – zeker in het digitale tijdperk van soundbites, clickbait en fake news – ook een pathologische leugenaar zijn die in zijn scoringsdrift de deontologie naast zich neerlegt. Dit regiedebuut van Billy Ray is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Stephen Glass, een 24-jarige reporter voor het liberale opinietijdschrift The New Republic, dat indertijd bestempeld werd als ’the in-flight magazine of Air Force One’. Glass was een rijzende politieke sterreporter in Washington. Klachten van politici en overheden over onwaarheden in zijn artikels werden aanvankelijk systematisch genegeerd door de uitgever. Tot zijn hoofdredacteur, enkele collega’s en een journalist van de onlineredactie van het zakenblad Forbes in 1998 in de smiezen kregen dat het gros van zijn spraakmakende artikels gedeeltelijk of volledig uit zijn duim gezogen was. Deze sensatievrije film maakt indruk met de manier waarop hij met veel inzicht een beeld schetst van de journalistieke ijver, de hoge werkdruk en het reilen en zeilen in de redactielokalen van een politiek tijdschrift dat door een schandaal getroffen wordt.
4. De redactie Spotlight – Todd McCarthy, 2015
Aangezien Amerika en zijn droomfabriek Hollywood altijd al in helden hebben geloofd, focussen de meeste mediafilms op de reporter als het individu dat een verschil kan maken. Een uitzondering is dit Oscarwinnende dossierdrama waarin de spots worden gericht op de hele redactie van het Spotlight-team – een stel onderzoeksjournalisten van The Boston Globe, die in 2002 een bom onder de katholieke kerk legden. Ze onthulden niet alleen dat verschillende priesters in en rond Boston zich jarenlang schuldig hadden gemaakt aan seksueel misbruik, hun grondig gedocumenteerde artikels maakten ook duidelijk dat zowel kerkelijke, politieke als juridische gezagsdragers daarvan op de hoogte waren maar liever de andere kant opkeken. Hoe de zaak aan het licht kwam en hoe de journalisten precies te werk gingen: regisseur Tom McCarthy toont het in een zakelijke, pseudo-objectieve manier in een film die zijn suspense vooral haalt uit geduldig geobserveerde redactievergaderingen, drukkende stiltes, nerveuze blikken en moeizaam verlopende interviews. En dat met een prima acterende ensemblecast die de gratuite heroïsering of kerkbashing mijdt. Journalistiek als teamwork.
5. De cynicus His Girl Friday – Howard Hawks, 1940
In de jaren dertig en veertig waren journalisten ongemeen populair in Hollywood, maar dan meestal als bloedzuigers, rioolratten of kolerieke klieren. Dat was in grote mate te danken aan Frank Capra, de Hollywoodgigant die in klassiekers als Mister Smith Goes to Washington en Mr. Deeds Goes to Town de reporter neerzette als verpersoonlijking van het kwaad, als een obstakel voor de alledaagse Amerikaanse held. Ook in de screwballcomedy’s van die tijd werden journalisten meestal in beeld gebracht als snel sprekende, welgemikte oneliners afvurende einzelgängers, terwijl hun hoofdredacteuren vaak nog gewetenlozer bleken. Het prototype van dat soort hardgekookte krantenkomedie blijft His Girl Friday van Howard Hawks. Cary Grant mag alle scrupules overboord gooien als de redactiechef die zijn sterreporter Rosalind Russell tot haar limieten drijf. Tenminste, tot je toch sympathie begint te kweken voor diens humor en scherpte en zijn schaamteloos egocentrische personage in de slotact alsnog tot inzicht komt. Profileert de journalist zich aanvankelijk als geestige antiheld op het slagveld der scoops en seksen, dan mag hij in de slotscènes moreel bewust worden, een stramien dat je in deze periode ook ziet in mildere romcoms als Roman Holiday en politiek gechargeerde drama’s als All the King’s Men.
6. De actieheld The Killing Fields – Roland Joffé, 1984
In de patriottische jaren tachtig van Ronald Reagan werden Sylvester Stallone, Arnold Schwarzenegger en andere spierbundels baas in de bioscoop. Wilde de journalist zijn status van nationale held, die hij na Watergate en All the President’s Men had verworven, behouden dan kon hij dus maar beter zijn stoerste bast opzetten. Op die manier fuseerden de journalist en de actieheld tot de figuur van de oorlogsverslaggever: een reporter die in zijn speurtocht naar de waarheid zijn leven riskeert en enkel een pen, dictafoon en fototoestel heeft als wapen. Meteen mocht hij ook de wereld rond reizen: naar Nicaragua (Under Fire), Indonesië (The Year of Living Dangerously), Libanon (Deadline, Circle of Deceit), El Salvador (Salvador) en Cambodja. Die laatste bestemming is de gevaarlijke werkplek van journalist Sydney Schanberg en zijn collega en tolk Dith Pran, die in opdracht van The New York Times verslag uitbrengen van het schrikbewind van de communistische Rode Khmer, die tussen 1975 en 1979 drie miljoen Cambodjanen deporteerden, martelden en vermoordden. Deze gruwelopera, met een stuwende synthscore van Mike Oldfield, was de eerste film over de genocide door het Khmerregime en schuwde de hallucinante scènes niet, wat niet alleen een golf van verontwaardiging teweegbracht. Hij introduceerde ook een nieuwe polemiek in de journalistenfilms: hoever kun je gaan in wat je toont? Kun je de waarheid manipuleren voor een nobel doel? En kan de waarheid ook iemand ten gronde richten?
7. De rockster Fear and Loathing in Las Vegas – Terry Gilliam, 1998
De journalist als koppige, kettingrokende deadlinejunk die zo verlekkerd is op scoops dat hij amper tijd heeft voor zijn gezin, of zijn maîtresse. Dat is het smakelijke stereotype dat je in veel persportretten opgelepeld krijgt, en dan zeker in die uit de nihilistische nineties. De journalist is niet alleen een vakman en factchecker, door zijn sociale status en non-conformistische levenswandel is hij ook een rockster en rebel. Soms wordt hij naast auteur zelfs mee het onderwerp van het verhaal, een subjectieve stijl die gonzojournalistiek wordt genoemd en begin jaren zeventig uitgevonden werd door Hunter S. Thompson – of zo beweerde die toch. Hoe die alle regels inzake neutraliteit aan zijn slangenlederen laars lapte, en met een kofferbak vol mescaline en cocaïne op pad trok om een motorrace in de woestijn te verslaan: u leest het in zijn cultboek Fear and Loathing in Las Vegas: A Savage Journey into the Heart of the American Dream. Of u ziet het in de cartooneske filmtrip waarin Johnny Depp de founding father van de gonzojournalistiek speelt, en waarin voormalig Monty Python-lid Terry Gilliam diens scherpe, smeuïge proza verbeeldt met uitzinnige close-ups, gepimpte kleuren en andere psychedelische effecten. Andere reporters met een hoog rock-‘n-rollgehalte passeren in hetzelfde decennium de revue in Almost Famous en Natural Born Killers.
8. De uitgever The Post – Steven Spielberg, 2016
‘Een klap in het gezicht van Trump? Ik noem het liever een bloemetje voor de journalistiek.’ Zo omschreef Steven Spielberg zijn biopic over Kay Graham (Meryl Streep) en Ben Bradlee (Tom Hanks), respectievelijk de voormalige uitgever en hoofdredacteur van The Washington Post. Zij namen in 1971 de boude beslissing om The Pentagon Papers openbaar te maken, een geheim rapport van het Amerikaanse ministerie van Defensie waaruit bleek dat de regering systematisch had gelogen over de Vietnamoorlog. Dat was zeer tegen de zin van de regering-Nixon, die met een publicatieverbod dreigde. Spielberg bezigt deze prelude op het Watergateschandaal – in All the President’s Men werd Bradlee al vertolkt door Jason Robards – als spiegel voor het gepolariseerde fakenewstijdperk, en zet Nixon neer als venijnige voorloper van Trump. Hij pent zijn liefdesbrief aan de vrije pers met zo veel metier dat hun verhaal – deels melodrama over uitgevers die professioneel en privé onder druk komen te staan, deels kantoorthriller over een politiek complot – in geen enkele scène stremt. Het is een slim geredigeerd dossierdrama over morele moed, en de machinaties van de macht waarin Hollywoodkeizer Spielberg niet zozeer preekt maar doceert en entertaint. Opvallend trouwens hoeveel films de laatste jaren dezelfde thema’s behandelden – denk aan op feiten gebaseerde klokkenluidersfilms als The Fifth Estate, Snowden en Official Secrets – als Hollywoods antwoord op de toenemende druk op de persvrijheid.
9. De presentator Good Night and Good Luck – George Clooney, 2005
Zelfs in deze door audiovisuele en digitale media gedomineerde tijden focussen de meeste journalistenfilms nog altijd op de schrijvende pers, al worden de schijnwerpers ook geregeld op tv-reporters gericht. Denk maar aan Network, Anchorman of Frost/Nixon. Een van de beste films in dit subgenre blijft Good Night and Good Luck van regisseur en journalistenzoon George Clooney, waarin het niet zozeer om het privéleven van een bekende presentator gaat maar wel over het journalistieke belang van het medium televisie, en de actoren die erin spelen. De tv-presentator in kwestie is Edward R. Murrow, in de jaren vijftig het gezicht van het populaire CBS-nieuwsprogramma See It Now. Murrow was een van de eersten die publiekelijk durfden in te gaan tegen de manipulatieve retoriek en valse beschuldigingen van communistenjager en senator Joseph McCarthy, en daarmee ook tegen de toenmalige vox populi. Zijn onthullingen en kritisch weerwerk brachten McCarthy in 1954 uiteindelijk mee ten val, maar ook Murrow moest een prijs betalen toen adverteerders afhaakten en hij werd wegbezuinigd ten gunste van goedkoop entertainment. Een knap geschreven, geacteerde en in rokerig zwart-wit gegoten film over journalistieke integriteit.