Recente peilingen voorspellen de VLD schamele scores tussen 13 en 16 procent van de stemmen. Waarom de liberale kiezers afhaken? Gebroken beloftes, het interne gebakkelei en vooral: Karel De Gucht.

P ayback time, moet Karel De Gucht (VLD) gedacht hebben toen hij vorig jaar de eed aflegde als minister van Buitenlandse Zaken. Amper een paar maanden nadat het partijvoorzitterschap hem werd afgenomen omdat hij zijn grote gelijk over het migrantenstemrecht weigerde los te laten, nam premier Guy Verhofstadt (VLD) hem in de federale regeringsploeg op. Om de plooien glad te strijken, maar ook om De Gucht het zwijgen op te leggen. Dat laatste was geen onverdeeld succes. Drie dagen voor de verkiezing van de nieuwe voorzitter zette De Gucht de uitsluiting van toenmalig VLD-senator Hugo Coveliers uit de partij op de agenda. Dat versterkte de underdogpositie van Coveliers’ kameraad Jean-Marie Dedecker, en deed Bart Somers, de kandidaat van de partijtop, danig zweten.

Een soortgelijke stunt haalde De Gucht eind vorige maand uit op de vooravond van het voor zijn partij zo belangrijke sociaal-economische congres. In een interview met De Morgen spuide hij kritiek op Dedecker, waardoor niemand nog op de inhoud van het congres lette. Tussendoor beledigde hij ook nog even de Congolese leiders, en begin deze maand schoffeerde hij en passant de Nederlandse regering én de voltallige redactie van Het Laatste Nieuws.

In een interview met die krant noemde hij de Nederlandse minister-president Jan Peter Balkenende ‘een mix van Harry Potter en brave stijfburgerlijkheid’, en hekelde hij het stemgedrag van de Nederlanders. Toen daarover ophef ontstond, liet hij zijn Nederlandse collega in eerste instantie weten dat hij dat nooit zo had gezegd. Waarop de betrokken journalist zijn gelijk bewees door de bandopnames zowel aan de Nederlandse als aan de Vlaamse televisie vrij te geven. Tot grote woede van De Gucht weigerde de redactie ook hem die banden te bezorgen, zodat hij de context van zijn woorden zou kunnen aantonen.

Wat bezielt Karel De Gucht? Dat hij een bijzonder intelligente man is die heel scherpe analyses kan maken, daar twijfelt vooralsnog niemand aan. ‘Alleen snapt hij niet dat het niet volstaat om gelijk te hebben, maar dat je ook gelijk moet krijgen’, zegt een vooraanstaande VLD’er. ‘Karel is zeker geen ijskonijn, zoals vaak wordt beweerd. Integendeel, hij is een emo- tionele man, die geregeld overkookt. Als oud-partijvoorzitter eigent hij zich het recht toe om over alles en nog wat zijn mening te geven. Maar hij moet begrijpen dat hij het als minister niet kan maken om iemand als Dedecker op zijn bekende cassante manier openlijk aan te vallen.’

Dat hij VLD-voorzitter Somers daarmee geregeld in een lastig parket brengt, zal De Gucht worst wezen. Van het oude triumviraat met Verhofstadt en vice-premier Patrick Dewael heeft De Gucht zich maanden geleden al losgerukt. Volgens ingewijden is europarlementslid Dirk Sterckx de enige partijgenoot naar wie hij nog luistert. Verschillende VLD’ers vermoeden dan ook dat de gewezen voorzitter tegenwoordig vooral zijn eigen agenda dient. ‘Dat zijn politieke ambities niet zijn opgebrand, lijdt geen twijfel. Hij hoopt straks het gat te kunnen vullen als Verhofstadt en Dewael van het toneel verdwenen zijn’, aldus een liberale mandataris. ‘Daarbij zoekt hij geen enkele toenadering tot de generatie die na hem komt.’ Nochtans heeft De Gucht zich de jongste maanden al laten ontvallen dat er een paar heel valabele jonge mensen rondlopen in het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV). Zijn eigen zoon Jean-Jacques bijvoorbeeld, die volgens sommigen wel eens zou kunnen uitgroeien tot ‘een mannelijke Freya Van den Bossche’.

Als De Gucht al over een masterplan beschikt, dan schorten daar een paar kleinigheden aan: hij rijdt zijn eigen ambities keer op keer in de vernieling, en sleurt de hele partij mee in zijn val. Voorlopig lijkt Somers niet van plan om hem een sanctie op te leggen. Afgelopen week circuleerde wel het gerucht dat hij zijn ministersportefeuille zou moeten afgeven, maar ook dat zou contraproductief zijn. Dan heeft De Gucht geen enkele reden meer om zijn mond te houden en dreigt hij een even stuurloos projectiel te worden als zijn opponent Dedecker. Maar dan wel een projectiel met veel meer politiek gewicht, en dat maakt sommige liberale ministers bijzonder bang.

Op zijn smoel

Ondertussen wordt Jean-Marie Dedecker steeds populairder. In De Stemmenkampioen, de peiling van Het Laatste Nieuws die de VLD nog een schamele 13 procent toedicht, eindigde hij deze maand als de op een na populairste politicus van het land (na SP.A-minister Freya Van den Bossche) terwijl De Gucht en Verhofstadt in vrije val zijn. Opvallend is wel dat zijn potentiële kiespubliek niet bestaat uit sympathisanten van de VLD. Sommige liberalen opperen dat Dedecker alleen geneutraliseerd kan worden door hem een uitvoerend mandaat te geven. ‘Nu huilt hij mee met de wolven in het bos, en weet hij de publieke opinie als geen ander te bespelen met populistische voorstellen’, zegt een liberaal parlementslid. ‘Maar als minister zou hij al zijn grote woorden onmogelijk hard kunnen maken. Sommige VLD’ers denken dat hij voor de ogen van de kiezers dan zo hard op zijn smoel zal gaan en daardoor in de polls als dood gewicht naar beneden zou tuimelen. Zelfs áls die redenering klopt, zou daardoor ook de geloofwaardigheid van de hele partij nog meer klappen krijgen.’

Dat Dedecker eind vorig jaar 38 procent van de stemmen wist te vergaren bij de voorzittersverkiezingen, was al een teken aan de wand. Zijn populariteit binnen de partij is voor de leiding moeilijk te bevatten. Zijn aanhangers zijn niet de geëngageerde liberalen die zich naar het partijcongres verplaatsen en er alle resoluties goedkeuren. Zijn achterban blijft thuis, en lonkt er samen met Dedecker naar het Vlaams Belang. Dat de VLD haar leden heeft verboden nog openlijk over het cordon sanitaire te discussiëren, betekent niet dat sommigen niet nadenken over een samenwerking. Integendeel, de ironie wil dat de eerste dijkbreuk in het cordon wel eens binnen de liberale partij zou kunnen ontstaan. Vooral de lokale, Vlaams-Brabantse mandatarissen, die door het debacle rond Brussel-Halle-Vilvoorde bijzonder teleurgesteld zijn in hun partij, wijzen de hofmakerij van het Belang niet a priori af.

Hoe dan ook, ‘het probleem-Dedecker’ is tekenend voor de spreidstand waarin de VLD zich vandaag noodgedwongen bevindt. Terwijl Dedecker en zijn donkerblauwe aanhang de partijtop de gordijnen injagen, zien de traditionele liberalen, die nog steeds de overgrote meerderheid van de fracties uitmaken, de opeenvolgende gênante incidenten met lede ogen aan. ‘Ik durf ’s ochtends amper nog de krant open te slaan’, zegt een parlementslid. ‘Niemand heeft nog aandacht voor wat wij in het parlement doen omdat het geruzie van onze boegbeelden alles overschaduwt. Wij kaarten dat aan tijdens de fractievergadering en klagen erover bij de voorzitter, maar er verandert niets. Het is hoog tijd dat al die hoge pieten hun manieren houden. Anders zakken we straks nog onder de kiesdrempel.’ Van verschillende kampen binnen de fracties is volgens de parlementsleden geen sprake. ‘Integendeel, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje.’

Somers’ hoge spel

De premier, die zwijgt ondertussen oorverdovend. Naar verluidt heeft hij De Gucht wel tot de orde laten roepen toen het welles-nietesspelletje met Het Laatste Nieuws al te belachelijk driegde te worden. Verhofstadt heeft zich ook gehaast om de plooien tussen België en Nederland weer glad te strijken. Maar een publieke steunbetuiging aan het adres van zijn minister van Buitenlandse Zaken kwam er niet. Ook niet in het partijbureau – waar Verhofstadt sowieso niet de gewoonte heeft veel uitleg te verschaffen.

De man die de ondankbare taak heeft om de ontredderde parlementsleden na het zoveelste incident gerust te stellen, is Bart Somers. Hij is het ook die er keer op keer op uit wordt gestuurd om het onmogelijke aan de publieke opinie te verkopen. Dat hij daarmee steeds opnieuw in zijn eigen vel snijdt, beseft hij maar al te goed. ‘Hij is wellicht de enige die dezer dagen zijn eigen belang ondergeschikt maakt aan het partijbelang’, zegt een lid van het partijbureau. ‘Hij wéét dat hij misschien wel politieke zelfmoord aan het plegen is, maar hij heeft geen andere keuze.’ Daarbij komt nog dat Somers de jongste jaren met een behoorlijk imagoprobleem worstelt, waarmee tegendraadse liberalen zoals Coveliers en Dedecker graag de draak steken. Als voormalige beschermeling en woordvoerder van Verhofstadt wordt Somers vaak afgeschilderd als ‘een playmobilmannetje’ zonder ruggengraat dat voor elk akkefietje toestemming moet vragen in de Wetstraat 16. Dat Verhofstadt hem onlangs openlijk als zijn troonopvolger aanduidde, is dezer dagen ook niet echt een cadeau te noemen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat hij deze maand in De Stemmenkampioen pas op de 56e plaats opduikt.

De Somers-met-gebalde-vuisten die op maandag na het partijcongres harde taal gebruikte, werkte bij velen dan ook vooral op de lachspieren. ‘Men mag mij testen’, zei hij ferm. ‘Ik daag elk parlementslid of bestuurslid uit om een stommiteit te begaan. Wie vanaf nu nog een own goal maakt, gaat eruit.’ Van het partijbureau had hij toen een mandaat gekregen om elke nationale mandataris die de partijlijn niet volgt of openlijk ruziet uit de VLD te zetten. Een paar dagen later dwong de Evergemse schepen Patricia Dewaele hem de daad bij het woord te voegen nadat ze dat mandaat in een interview had aangevallen. Ze werd voor drie maanden geschorst, en Somers had met- een zijn scalp. Niet dat hij daarmee tot moedige krijger werd gebombardeerd: zowel binnen als buiten de partij wordt vlot verder geroddeld over de zwakte van de voorzitter. ‘We zouden beter blij zijn dat we hem hebben’, aldus een parlementslid. ‘Wie anders voelt zich geroepen om deze knoop van ego’s te ontwarren?’

Op 25 juni komen de fracties van de VLD samen in Luik. Op dat conclaaf zou Somers de mandatarissen moeten kunnen motiveren om sereen – en vooral stilzwijgend – verder te werken tot aan het parlementaire reces. In de hoop dat het volgende incident pas in september opduikt. Dan kan de voorzitter ondertussen nadenken over zijn eigen masterplan om het tij te doen keren. Want als dát hem lukt, zou hij alsnog het boegbeeld van het post-Verhofstadt-tijdperk kunnen worden.

Door Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content