‘De Vlaamse regering is een zwalpend schip met een muitende bemanning.’ Aan het eind van zijn eerste werkjaar als Vlaams fractieleider van Open VLD heeft Sas van Rouveroij duidelijk zijn draai gevonden in de oppositie.
Voor het eerst in meer dan twintig jaar is het niet Sas van Rouveroij die in Gent de liberale lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen trekt. Drie jaar geleden ruilde hij zijn schepenambt in voor een zitje in het Vlaams Parlement, en straks steunt hij de Gentse lijst, die door Mathias De Clercq wordt aangevoerd, vanaf de voorlaatste plaats. Ondanks de slechte beurt die zijn partij tegenwoordig keer op keer in de peilingen maakt, is hij er gerust op. ‘Nu de SP.A de paarse coalitie na 24 jaar heeft opgezegd door een kartel met de groenen te vormen, kunnen Gentenaars die het gevoerde beleid willen belonen eigenlijk alleen op ons stemmen’, zegt hij. ‘Je mag dat naïef vinden, maar ik heb nog altijd vertrouwen in de kiezers.’
Hij gelooft zelfs dat het ook met de rest van de partij goed komt. ‘Onze federale ministers bewandelen een moeilijke maar moedige weg. Ze leveren alle drie goed werk. Dus is het een groot pluspunt dat we hen straks lokaal kunnen uitspelen’, zegt hij.
Over de Vlaamse regering is hij een pak minder positief. Niet toevallig omdat zijn partij op Vlaams niveau voor het eerst sinds lang in de oppositie zit. ‘De bemanning is aan het muiten en daardoor zwalpt het schip rond op een woelige oceaan’, klinkt het. ‘De Vlaamse ministers raken het nergens over eens, stellen allerlei dossiers uit, en komen maar heel langzaam tot een besluit. Het gevolg is dat veel voorstellen pas nu, net voor het reces, op een drafje kunnen worden behandeld. Er is niet eens genoeg tijd meer om het hoogstnodige bij te sturen.’
Vorige week kreeg de Vlaamse regering ook nog een negatieve evaluatie van haar toekomstplan Vlaanderen in Actie (ViA) te verwerken. Leuk toch voor de oppositie?
Sas van Rouveroij: Op zich is het een goede zaak dat iedereen ondertussen inziet dat Vlaanderen in Actie niet meer dan een lege doos is. Ik ben niet de eerste die dat zegt en zeker ook niet de enige. Zelfs Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten (SP.A) heeft al een soortgelijke boodschap de wereld in gestuurd. (lacht) Maar dat betekent nog niet dat ik sta te applaudisseren voor de resultaten van dat rapport. Daarvoor is het beeld dat erin wordt geschetst veel te triest. Het is niet alleen slecht nieuws voor de Vlaamse regering, maar voor alle Vlaamse burgers en bedrijven. ViA is zogezegd een belangrijk onderdeel van het relancebeleid van Vlaanderen, maar scoort voor de derde keer op rij ondermaats. Je zou je voor minder zorgen maken.
Is dat slechte rapport niet voor een groot deel aan de economische crisis te wijten?
Van Rouveroij: Dat kan maar een deel van de verklaring zijn, want de ons omringende landen scoren een stuk beter en hebben zich zelfs weten te herstellen tot op het niveau van voor de crisis. En wat gebeurt er in Vlaanderen? De investeringen lopen terug. Als Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) beweert dat je dat op lange termijn moet zien, maakt hij zich er wel erg gemakkelijk van af. Dat is zoals zeggen dat je geld na veertig jaar op de beurs uiteindelijk meer zal opbrengen dan als je het op een spaarboekje laat staan. Daar wordt natuurlijk nooit bij verteld dat je ondertussen wel heel wat zwarte sneeuw kunt zien. Hetzelfde geldt voor investeringen: we kunnen niet zitten wachten tot die vanzelf weer aantrekken. Vergeet ook niet dat de investeringen in Brussel en Wallonië vandaag wél stijgen.
Vooral doordat daar nog meer bedrijfsterreinen zijn en er vlotter subsidies worden uitgedeeld.
Van Rouveroij: Dat ontslaat de Vlaamse regering toch nog niet van haar verantwoordelijkheid? Ik zou nu eindelijk wel eens van Kris Peeters willen horen hoe hij van plan is de relance op gang te trekken. En dat hij dan niet weer met Vlaanderen in Actie komt aanzetten, hè, want die uitleg hebben we nu wel gehoord. Niets levert dat op. Niets. Zo klinkt het heel goed dat Vlaanderen het logistieke hart van Europa moet worden, maar ondertussen staan we wel met z’n allen stil in de file. Slogans genoeg, maar de actie blijft uit. ViA is een reclamestunt. Meer niet.
Tot 2009 zat ook de Open VLD in de Vlaamse meerderheid. Dan kunt u uw handen toch niet in onschuld wassen?
Van Rouveroij: Wij zijn een beleidspartij, en dus nemen we onze verantwoordelijkheid op. Ook voor eventuele fouten uit het verleden. Al zat ikzelf – voor alle duidelijkheid – toen nog niet in het Vlaams Parlement.
Maar wel in de Open VLD.
Van Rouveroij: Ik probeer de verantwoordelijkheid echt niet van me af te schuiven. Ik vind het alleen moeilijk om te praten over fouten in concrete dossiers waar ik niet bij betrokken was. Achteraf is het ook makkelijk praten. Destijds wisten we totaal niet wat voor moeilijke tijden we tegemoet gingen.
Nu die moeilijke tijden daadwerkelijk aangebroken zijn, wordt onder meer bespaard op cultuur. Zelfs organisaties die een positief advies van de cultuurcommissie krijgen, zijn tegenwoordig niet meer zeker van hun centen.
Van Rouveroij: Weet u waarom de discussie dezer dagen alleen nog over geld gaat? Omdat er een totaal gebrek is aan cultuurbeleid. Ik ben het ermee eens dat het huidige systeem om subsidies te verdelen niet echt goed werkt doordat dezelfde mensen tegelijkertijd rechter en partij zijn. Maar een advies is ook maar een advies. De minister hoeft dat helemaal niet te volgen. Dus vind ik het op zich positief dat Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) ervoor heeft gezorgd dat een aantal cultuurhuizen alsnog een deel van de koek krijgt. Het is de taak van een minister om te beslissen, maar dan wel binnen een duidelijke visie. En die is er nu dus niet. Daardoor ontstaat de indruk dat er een verdeel- en heerspolitiek achter het cultuurbeleid zit, een soort veredeld dienstbetoon ook.
Uit een onlangs uitgelekte e-mail bleek dat uw partijgenoot Patrick Dewael, voormalig Vlaams minister van Cultuur en huidig Kamerfractievoorzitter, het onbegrijpelijk vindt dat uw fractie niet meer stampei rond de zaak heeft gemaakt.
Van Rouveroij: Patrick heeft die mail geschreven toen Joke Schauvliege alle adviezen over de cultuursubsidies op het internet had gegooid. Omdat alleen de SP.A en Groen daar in het middagjournaal commentaar op hadden gegeven, vroeg hij zich af waar de Open VLD bleef. Meer was er niet aan de hand.
En waar bleef de Open VLD?
Van Rouveroij: De 22 leden van de liberale fractie in het Vlaams Parlement hebben elk hun eigen opdracht. Als fractieleider respecteer ik dat ook. Dat betekent dat ik in eerste instantie Jean-Jacques De Gucht bel als er iets gebeurt op het vlak van cultuur. Maar waar was hij die bewuste dag? Op huwelijksreis in Tanzania – wat hem natuurlijk gegund is. Zodra de adviezen online stonden, heb ik hem proberen te bereiken. Toen dat niet lukte, heb ik uiteindelijk Herman Schueremans gevraagd om in zijn plaats te reageren. Tegen vier uur was onze persmededeling de deur uit.
Dat is toch rijkelijk laat? Had u niet beter meteen zelf het heft in handen genomen?
Van Rouveroij: Ik ben geen stand-upcomedian, en het is ook niet mijn bedoeling om van het parlement een theater te maken. Met oneliners kom je tegenwoordig misschien wel snel op televisie, maar politiek is meer dan dat. Politiek draait om inhoud. Dat is altijd mijn overtuiging geweest toen ik schepen was in Gent en ik ben niet van plan om het in Brussel anders aan te pakken. Gebeurt er iets, dan praat ik niet voor mijn beurt, maar neem ik contact op met de collega die dag na dag met dat dossier bezig is. De wereld brandt echt niet af als je niet als eerste reageert.
Maar uw electoraat misschien wel.
Van Rouveroij: (onverstoorbaar) Wie te vroeg of te snel reageert, zegt niet altijd wijze dingen. Dan wordt het op den duur toch al te lichtvoetig?
Ondertussen heeft minister Schauvliege 7,5 miljoen euro extra binnengehaald voor de cultuursubsidies. Tevreden?
Van Rouveroij: Ik vind zeker dat er in cultuur moet worden geïnvesteerd. En het is ook terecht dat organisaties die een positief advies krijgen daar financieel voor worden beloond. Alleen was het verstandiger geweest als de Vlaamse regering daar wat eerder over had nagedacht. Toen ze middelen vrijmaakte om het derde net van de VRT te bekostigen, bijvoorbeeld. Wij hebben er toen al op gewezen dat er meer nood is aan kinderjuffrouwen en kinderopvang dan aan een kinderzender.
Een vergelijking die niet meteen vrij was van enig populisme.
Van Rouveroij: Niets van. Voor ons ligt dat voor de hand. Net zoals we nu zeggen dat we er misschien beter voor kunnen zorgen dat kinderen naar het theater gaan dan dat ze voor de buis zitten. Met andere woorden: liever meer geld voor de cultuursubsidies dan voor dat derde net. Ingrid Lieten had dat extra geld voor de VRT kunnen uitsparen ten voordele van het cultuurbudget. Onderschat niet hoeveel je kunt doen door middelen tussen de verschillende bevoegdheden door te schuiven. Alleen is dat in deze regering niet haalbaar, want ze bestaat uit individuen die elk op hun eigen terrein hun plan proberen te trekken en niet samenwerken. Het helpt natuurlijk ook niet dat de SP.A met één been in de regering staat en met het andere erbuiten.
De gevolgen zijn in elk geval enorm: een ploeg die niet overeenkomt, maakt geen keuzes. Geen wonder dus dat deze regering voor de zogenaamde kaasschaafmethode kiest als er bespaard moet worden. Ik heb de betekenis in een online-encyclopedie opgezocht: ‘Een kaasschaafmethodiek bij het bezuinigen op uitgaven is een uitkomst voor een intern verdeeld college of een door tegenstellingen verlamde ministerraad. De politiek verantwoordelijke bestuurders kiezen voor een kaasschaaf wanneer zij geen politieke keuze kunnen maken.’ (slaat triomfantelijk op tafel) Wat zei ik u? De huidige Vlaamse regering vertoont duidelijk te weinig cohesie, en dat komt doordat de politieke doelstellingen van de drie regeringspartners onverzoenbaar zijn. Dat is de voorbije dagen nog maar eens bewezen in de discussie over de toekomst van het secundair onderwijs.
Onverzoenbare ideeën komen wel vaker voor in een coalitieregering.
Van Rouveroij: Ja, maar deze heeft ook nog eens een erg slecht regeerakkoord. Af en toe geeft een van de coalitiepartners wel blijk van voortschrijdend inzicht in een bepaald dossier, maar doordat ze niet overeenkomen wordt er niets bijgestuurd. Zelfs op punten die door de tijd zijn achterhaald – vergeet niet dat we ondertussen een tweede crisis aan het verteren zijn – wordt niet teruggekomen. Dus blijven ze dat slechte regeerakkoord verder uitvoeren. En het parlement kan daar weinig tegen beginnen, want de uitvoerende macht pikt het niet als leden van de meerderheid kritiek hebben op het beleid. Nochtans is dat de verdomde plicht van álle parlementsleden.
Werd ook Ingrid Lieten door een voortschrijdend inzicht gedreven toen ze de beslissing van Joke Schauvliege aanviel om het winkelcomplex Uplace een milieuvergunning te geven?
Van Rouveroij: Dat was van een totaal andere orde. In de vorige regering zijn er zes beslissingen genomen die Uplace, rechtstreeks of onrechtstreeks, mogelijk hebben gemaakt, en in de huidige regering zelfs al zeventien. Als je ook maar een beetje respect voor de rechtsstaat hebt, kun je het dan als loyale coalitiepartner niet meer maken om op je woord terug te komen. Ook niet tegenover de private partners met wie de overheid samenwerkt. Niet alleen de partners in Uplace, maar alle bedrijven die kandidaat kunnen zijn om samen met de overheid brownfields te ontwikkelen of initiatieven te nemen op het vlak van sociale huisvesting, gezondheidszorg of onderwijs. Of denkt u dat zij nog in projecten zullen willen investeren als hun potentiële partner onbetrouwbaar blijkt te zijn? Want dat is de overheid als ze terugkomt op een gegeven woord. Als Peeters II dus een investeringsregering wil zijn, zou Ingrid Lieten beter twee keer nadenken voor ze uitspraken doet die investeerders afschrikt. Zelf ben ik geen groot pleitbezorger van Uplace op zich, maar wel van rechtszekerheid.
In uw eigen partij zijn de meningen nogal verdeeld. Uit intern e-mailverkeer bleek onlangs dat vooral de Mechelse burgemeester Bart Somers het niet zo voor Uplace heeft.
Van Rouveroij: Bart Somers heeft zeker niet gezegd dat we op ons woord moeten terugkomen. Alleen dringt hij erop aan dat ook de steden en gemeenten worden ondersteund. Zeker in de omgeving van Uplace.
Want straks zijn het gemeenteraadsverkiezingen, en complexen als Uplace liggen moeilijk in de centrumsteden?
Van Rouveroij: Dat zal ik niet ontkennen. Uplace is ten gronde geen evident dossier om te verdedigen. Zeker niet als er niet gelijktijdig in de steden wordt geïnvesteerd, want dan dreigen die in ademnood te raken. In mijn jaren als schepen van Gent ben ik nooit voorstander geweest van een winkelcomplex aan de rand van de stad. Zeker in de jaren negentig was Gent nog een grauwe industriestad die dat soort concurrentie nooit had aangekund. Doordat er zwaar in de stad is geïnvesteerd en het centrum ondertussen heel aantrekkelijk is geworden, is dat nu wel het geval.
Bart Somers lijkt helemaal terug te zijn. Wordt hij straks weer partijvoorzitter?
Van Rouveroij: Om te beginnen: hij is nooit weggeweest. De voorbije jaren is hij als burgemeester van Mechelen zelfs zeer vaak op televisie gekomen. En de voorzittersverkiezingen zijn pas voor het eind van dit jaar.
Uw partijgenoot Guy Vanhengel vindt het alvast tijd worden voor een nieuwe coach.
Van Rouveroij: Zelf ben ik nog altijd tevreden met onze huidige voorzitter. Alexander De Croo is een warme man met wie te praten valt. Hij houdt van dialoog en kan tegen kritiek.
Hij mag blijven?
Van Rouveroij: Daar beslis ik niet alleen over .
Nochtans lijkt de Open VLD op een absoluut dieptepunt beland. In sommige peilingen valt uw partij zelfs terug tot 10 procent van de stemmen.
Van Rouveroij: Is dat de schuld van Alexander? Natuurlijk niet. Dat is de schuld van ons allemaal. En alleen als we de krachten van alle geledingen van de partij bundelen, maken we kans om de huidige tendens bij de gemeenteraadsverkiezingen te kunnen ombuigen. Uitspraken als die van Guy Vanhengel dienen tot niets. Meer nog: ze ontmoedigen onze militanten. En dat is wel het laatste wat we nodig hebben. Het allerlaatste.
DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S LIES WILLAERT
‘Ingrid Lieten zou beter twee keer nadenken voor ze uitspraken doet die investeerders afschrikken.’