Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Speurders in Luik en Brussel worstelen met de tijd en met het politieke kluwen.

Het gerechtelijk onderzoek in Luik naar het smeergeld dat in 1989 door het Italiaanse Agusta en het Franse Electronique Serge Dassault werd betaald, gaat dezelfde weg op als de enquête in Brussel naar kommissielonen én steekpenningen die tussen mei 1985 en februari 1987 ook al in de zakken van enkele Belgische besluitvormers belandden. Donateur was toen de Amerikaanse producent van obussen, GDC.

In beide zaken duiken gelijkaardige internationale konstrukties op om de begunstigden af te schermen. Hun betalingscircuits lopen ondermeer via Jersey, Zwitserland en Luxemburg en er zijn altijd weer advokaten bij betrokken, zoals Alphonse Puelinckx, die meer dan juridisch advies verstrekken. In beide gerechtszaken wordt echter niet of nauwelijks uitgezocht wie de fraudekonstrukties uittekende, welke de vermogensstaat van sommige genoemden is en welke hun politieke bindingen zijn. Het Luikse gerecht moet er zich zelfs voor hoeden bepaalde sporen niet te veronachtzamen die niet naar de SP, maar wel naar andere regeringspartijen leiden ; zoals Brussel in het obussensmeergeld-onderzoek bepaalde PVV/VLD-sporen niet of nauwelijks onder de loep nam.

Het militair-industrieel complex is het gerecht wel biezonder vreemd. Zo hebben de Luikse onderzoekers pas eind vorige week een kroongetuige gehoord, die hen kwam duidelijk maken hoe het kabinet van defensieminister Guy Coëme (PS), aan de vooravond van de regeringsbeslissing van 28 april 1989 om Electronic Counter Measures (ECM) voor de F16 te kopen, de luchtmacht dwong om een voor Dassault vernietigende technische evaluatie zodanig te relativeren dat die ECM wel degelijk in Frankrijk kon worden gekocht.

Werd Serge Dassault intussen al ondervraagd ? Of wordt daarvoor gewacht tot de Zwitserse banken eindelijk hun geheimen prijsgeven en blijkt dat Dassault goed is voor minstens 90 in plaats van de bekende 60 miljoen frank (10 miljoen Franse frank) ? En waarvoor werd ook de met de ASLK-geliëerde Banque Universelle et Commerciale du Luxembourg door gewezen SP-adjunkt-sekretaris Luc Wallyn zoal gebruikt ?

Het Luikse gerecht bewandelt de Dassault-pistes zo behoedzaam, dat het geweld waarmee het Agusta-geld bij de SP wordt opgespit, bijna op overdreven ijver gelijkt. Al wordt het gerecht daartoe gedwongen door de halsstarrigheid waarmee toenmalig SP-nationaal-sekretaris Carla Galle beweert dat zij, na eind 1988, geen geld meer kreeg van SP-penningmeester Etienne Mangé. Haar houding verplicht de speurders uit te zoeken waar de centen die Mangé van Agusta (en Dassault ?) ontving dan wél terecht kwamen. Maar dat helpt het korruptie-onderzoek niet noodzakelijk stroomopwaarts.

Zo is uiteindelijk ook het Brusselse onderzoek naar het obussensmeergeld op 31 maart, na negen jaar, wellicht definitief verzand. De kamer van inbeschuldigingstelling trad die vrijdag de Kortrijkse advokaat Jan Leysen bij, en oordeelde dat er geen redenen meer zijn om zijn kliënt, gewezen legerkommandant André Vandenheede, langer vast te houden. Toch ontving de man via een bank in Jersey van de obussenlobby zo’n slordige 44 miljoen frank, waarvan hij er 27 overmaakte aan een schermvennootschap in het Zwitserse Bern. Vandenheede werd op 10 maart door Spanje aan België uitgeleverd, maar zoals mr. Peulinckx bleef hij zwijgen. De onderzoeksrechter, de openbare aanklager en zelfs de rechter in de raadkamer bleven beweren dat er in deze zaak bijna tien jaar na de feiten nog belangrijke onderzoeksdaden nodig waren. Brussel en Luik mogen niet vergeten dat de voorhechtenis niet dient om verdachten tot bekentenissen te dwingen. En dat de aanklager het bewijs van schuld moet leveren.

Frank De Moor

Louis Tobback op campagne (foto : Patrick Despiegelaere).

De aard van het beestje

Zou het aan de Reinaert liggen, die diep in ons volksgemoed sluimert, dat politici zich tegenwoordig zo graag in de dierensymboliek mogen verdiepen ? Of hoort het gewoon bij hun als altijd beestige taalgebruik ? In alle geval, het zal niet aan Agalev-kamerlid Hugo Van Dienderen liggen, want die doét er tenminste wat aan.

Blijkens het Bulletin van Vragen en Antwoorden van de Vlaamse raad, hebben de dokters Beaucourt onder ons toch al te weinig oog voor een biezondere kategorie verkeersslachtoffers. Jawel, onze vrienden de dieren. Van Dienderens zorg betreft niet zozeer de vele vliegjes wier lijkjes aan voorruiten en tussen radiatorroosters blijven kleven, de onoplettende katten die hun carrière als een vormeloze wegmarkering eindigen, of de bronstige padden die, door geilheid verblind, onder de wielen terecht komen.

Nee, Van Dienderen heeft het over de vogels die zo stom zo laag over de wegen te scheren dat ze pijnlijk in botsing komen met meer courante en ook robuustere weggebruikers. In Nederland waar elders ? bestaan voor hen gespecializeerde opvangcentra, waar vorig jaar 411 gekwetste laagvliegers werden binnengebracht. Negentig miljoen frank heeft Nederland ervoor over om deze argeloze avifauna in het verkeer te beschermen.

Minister van Openbare Werken Theo Kelchtermans (CVP) antwoordde dat hij er geen benul van heeft hoeveel dieren in Vlaanderen het verkeer niet overleven en dat het zal hem verder ook een rotzorg wezen. Er valt over Kelchtermans veel kwaads te vertellen, maar niet dat hij rond de pot draait. Dat kan dan weer niet worden gezegd van zijn gouwgenoot, verkeersminister Johan Sauwens (VU).

Voor Sauwens had Van Dienderen twee andere vragen in petto, zeer pertinente vragen zelfs, over Streep, de NV die de reklameaktivitiveiten bij de openbare vervoersmaatschappij De Lijn exploiteert. Van Dienderen wou weten hoeveel de bestuursmandaten bij Streep opbrengen en of de vertegenwoordigers van De Lijn in de raad van bestuur, die dat mandaat dus in de baas z’n tijd vervullen, dat geld gewoon op zak steken. Sauwens antwoordde met een uitvoerige samenvatting van de statuten van Streep, met de verdoken bedoeling dat Van Dienderen daaruit indirekt mocht besluiten dat hij daar allemaal geen zaken mee heeft.

Ook het Rekenhof, aldus het Groene parlementslid, heeft te klagen over het gebrek aan openbaarheid bij Streep. Of daar al iets aan gedaan was ? Sauwens gaf een haast identiek non-antwoord : samenvatting van de statuten, plus de boodschap dat zelfs het Rekenhof verder zijn mond te houden heeft. Juju, wat ’n grof ministertje. Men zou haast denken dat het iets te verbergen heeft.

Marc Reynebeau

Artsen zonder aandacht

Artsen Zonder Grenzen is geen hulporganizatie. Artsen Zonder Grenzen is een persbureau. De lijken van Ruandese Hutu in het vluchtelingenkamp van Kibeho waren nog niet geteld, of woordvoerders van Artsen Zonder Grenzen (AZG) stonden her en der al haarfijn uit te leggen wat er was gebeurd, en hoe alert AZG had gereageerd. De dagen die volgden, werd de goegemeente tot de kleinste details op de hoogte gehouden van de initiatieven die AZG ontplooide om de Ruandese ontheemden zo goed mogelijk op te vangen.

In één moeite door werd nog maar eens met scherp geschoten op de in Ruanda aanwezige blauwhelmen van de Verenigde Naties (VN). Om een of andere reden beschouwt AZG hen als konkurrenten voor de hulpverlening. Blauwhelmen hebben bloed aan de handen, peroreerde Jacques Milliano, direkteur van de Nederlandse afdeling van AZG.

In dat verband is misschien de getuigenis nuttig van de enige journaliste die op het ogenblik van de feiten in Kibeho aanwezig was : de Nederlandse Linda Polman, die bij de Zambiaanse blauwhelmen in het kamp verbleef. Op zaterdag 22 april de dag van de moordpartij was er niemand van AZG in het kamp, behalve wat “lokale mensen”. In de loop van de namiddag daalden “enkele engelen met in de wind fladderende witte jassen” in het kamp van de blauwhelmen neer, met de opdracht : haal de gewonden. Een mooie jongeling met Alain Delon-achtige allures begon verbanden rond hoofden te leggen.

Drie kwartier later bliezen de artsen zonder grenzen maar blijkbaar niet zonder orders de aftocht. Het was bijna vier uur. De dag zat erop. Negen gewonden waren er verzorgd, onder wie de enige gewonde Tutsi-soldaat die was binnen gebracht. Tientallen mensen met zware verwondingen bleven zonder bijstand achter, tot de medische diensten van de VN zelf toekwamen.

AZG heeft gelijk als het zegt dat de blauwhelmen geen nuttig werk doen in Ruanda. Maar AZG is daarvoor wel slecht geplaatst. Als de impakt van de VN op de chaos in Ruanda niks is, dan is die van AZG twee keer niks.

Dirk Draulans

Limburg, mi landj

Wat te doen ? Dat was de vraag die een aantal politologen en sociologen van verschillende Vlaamse universiteiten probeerde te beantwoorden in een buitengewoon lezenswaardig boekje dat verscheen kort na zwarte zondag. (“24 november 1991, De betekenis van een verkiezingsuitslag”, Kritak, 1992) Vlaanderen verkeerde toen nog in een post-elektorale depressie en de politici wisten het ook niet meer. Misschien kon de wetenschap een verklaring bieden.

Luc Huyse c.s. wezen toen op de rampzalige gevolgen van een “overmatig geloof in politieke marketing”. De politiek heeft geen behoefte aan blitse specialisten in kommunikatie : “Partijen die doen alsof ze op een markt zitten, worden almaar banger, bevreesd als ze zijn voor de grillen van de kiezer-koper. ” De politici kregen het advies niet op zoek te gaan naar one-liners maar naar een koherente ideologie.

Goede raad en toch niet duur. Maar wie dezer dagen de verkiezingscampagne een beetje volgt, krijgt niet de indruk dat de politici er veel van hebben geleerd. We lachen wat af : de Wetstraat blijkt een neerhof te zijn geworden. De grappen over pluimvee en veelwijverij zijn niet meer te tellen nog heel even en het begrip scharrelpoliticus is geboren.

“Men moet in ieder geval vermijden dat men de politieke agenda zoals het Vlaams Blok die definieert overneemt, ” schreef de kommissie-Huyse na 24 november 1991. Ruim drie jaar later proberen politieke partijen elkaar de loef af te steken met statistieken over het aantal asielzoekers dat ze buiten de deur hebben gehouden. In 1991 voerde de Antwerpse liberaal Ward Beysen campagne met de slogan : “Het belangrijkste land is… het binnenland. ” Een slap aftreksel van Eigen volk eerst zoals ook de kiezer begreep. Nu, in 1995, brengt de Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden Theo Kelchtermans (CVP) de boodschap : “Eerst Limburg, dan Vlaanderen. ” Zo is het maar net : eerst oompje en dan oompjes kinderen. Een nieuwe Ambiorix is opgestaan. Is er op de Grote Markt in Peer nog ruimte voor een standbeeld ?

Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content