De gesprekken over politieke vernieuwing tussen Guy Verhofstadt en gelijkgestemden verlopen toch minder vlot dan verwacht.
Midden januari, tijdens een bijeenkomst met enkele bevriende partijgenoten, maakte gewezen VLD-voorzitter Guy Verhofstadt er geen geheim meer van : ?Als Herman De Croo partijvoorzitter blijft, dan stap ik op.? Waarna de voorts amicale bijeenkomst prompt werd verstoord door een woordenwisseling tussen Patrick Dewael en André Denys, die er door de Limburger werd van beschuldigd destijds, ?samen met die van Gent?, diens kandidatuur tegen De Croo onvoldoende te hebben gesteund. Eén ding werd op de samenkomst alvast duidelijk : behalve de populaire Marc Verwilghen, voorzitter van de Dutrouxcommissie, was alleen Verhofstadt zelf voldoende gewapend om het duel met De Croo aan te gaan. En aangezien Verwilghen momenteel boven het platvloerse partijkrakeel uitstijgt, zal Verhofstadt nog verplicht worden zelf de handschoen op te nemen en binnenkort zijn kandidatuur voor het VLD-voorzitterschap, tegen Herman De Croo, aan te kondigen. Maar die beslissing, zo beweert hij, werd nog niet genomen.
Gewezen CVP-voorzitter Johan Van Hecke, nog steeds overtuigd dat hij door een aantal conservatieve complotteurs werd uitgeschakeld, lijkt met een gelijkaardige vervreemding van de eigen partij te worstelen. Onlangs nog liet hij er in een gesprek met jonge CVP-mandatarissen nauwelijks twijfel over bestaan : mocht het binnenkort tot verkiezingen komen, dan denkt hij eraan langs de zijlijn te blijven.
Verhofstadt en Van Hecke dreven eind vorig jaar nader tot elkaar. Elk soigneerde de wonden opgelopen binnen de eigen politieke familie. Bij de VLD was Herman De Croo zonder meer over elke tegenstand naar de voorzitterszetel gewalst. Medestanders van Verhofstadt, Patrick Dewael en Rik Daems, werden door de VLD-kiezers opzij geschoven, alsof er nooit een vernieuwingscongres was geweest, alsof er nooit een Burgermanifest was verschenen.
Van Hecke van zijn kant moest het meemaken dat zijn opvolger Marc Van Peel feilloos en zonder al te veel plichtplegingen de stoel innam die hij zelf enkele maanden eerder, in juni 1996, overhaastig had achtergelaten omwille van een privé-probleem. In een mum van tijd was zijn invloed, zelfs binnen de eigen Kamerfractie die hij mee had uitgebouwd, tot nul gereduceerd. Alleen bij de jongere CVP-mandatarissen die met zijn hulp in het Vlaamse en federale parlement waren beland, kon Van Hecke op sympathie rekenen. Maar zijn veelvuldige verblijven in het buitenland gingen gaandeweg ook die contacten aantasten.
In de tweede helft van 1996, in volle witte woede, werden zowel Verhofstadt als Van Hecke door bevriende perscommentatoren meermaals aan de mouw getrokken. Allemaal verkeerden ze in de overtuiging dat met het Dutrouxschandaal en de Witte Mars het einde van een tijdperk, van het regime, werd ingeluid. Een grondige politieke hergroepering was aan de orde.
Verhofstadt was intussen al aan de praat geraakt met vertegenwoordigers van Agalev. Die waren gecharmeerd door de toespraak die Verhofstadt op 1 oktober voor de Antwerpse Kamer van Koophandel had gehouden en waarin hij zijn licht had laten schijnen over de lijst met maatschappelijke en politieke wantoestanden. Verhofstadts uiteenzetting leek ze bij Agalev alleszins een betere aanzet tot een gesprek dan het wat schonkig geformuleerde Sienjaal, de oproep van de socialist Norbert De Batselier en VU-veteraan Maurits Coppieters.
Die eerste contacten leidden in november al tot de eerste vertrouwelijke gesprekken van Verhofstadt met vertegenwoordigers van Agalev zoals Jef Tavernier, Jos Geysels, Eddy Boutmans en Wilfried Bervoets en enkele VU’ers met voorzitter Bert Anciaux aan de spits. Gesprekken die plaatsvonden in Gent. Later kregen die bijeenkomsten een vervolg in De Ultieme Hallucinatie in Brussel.
VAN EEN ONSTELLENDE ONNOZELHEID
Gaandeweg begon de Wetstraat lucht te krijgen van die discrete bijeenkomsten. Alle betrokkenen hielden bij hoog en bij laag vol dat van het vormen van een nieuwe partij een intentie die Verhofstadt werd toegeschreven geen sprake was. ?Het gaat alleen om mogelijke, wetgevende initiatieven over de partijgrenzen heen,? werd benadrukt.
Maar door de geruchtenstroom bleef de onduidelijkheid, ook bij enkele vrienden van Verhofstadt die niet begrepen waar hij met die gesprekken precies naartoe wilde. Nu eens had Verhofstadt het over ?zijn Senaatslijst die niemand hem nog zou afpakken en waar hij kon laten opnemen wie hem en hem alleen zinde?. Dan was er weer sprake van een platformtekst waarrond gelijkgestemden binnen de VLD en malcontenten van andere partijen zich konden scharen.
In één van de voorgestelde scenario’s zou een regeringscrisis worden uitgelokt, waarna de groep, uiteraard na verkiezingen, in het parlement een aparte fractie zou gaan vormen om eigen ideeën en vernieuwende initiatieven te ontwikkelen.
Omdat er nooit een éénduidig antwoord kwam, meenden enkele VLD-compagnons, onder wie een aantal vernieuwers, Verhofstadt te moeten waarschuwen voor een onbezonnen avontuur. ?Nog eens een nieuwe partij oprichten, zou ongetwijfeld faliekant uitdraaien,? zegt één van zijn Gentse vrienden. ?Bovendien maakten enkele vooraanstaande verruimers hem snel duidelijk dat ze weinig zin hadden om hun kiezers uit te leggen dat ze, na enkele jaren, alweer van partij veranderden.?
Van Hecke, zo wordt verzekerd, koesterde dan weer zelf plannen voor een vernieuwende beweging binnen de eigen partij, met de CVP-jongeren, de jonge verkozenen in het federaal en het Vlaams parlement en de verruimers die hijzelf bij de CVP had binnengeloodst. ?Van Hecke denkt aan een soort Vlaamse EVP,? zegt één van zijn vrienden. Maar de CVP’er bleef aanvankelijk buiten de gesprekken van Verhofstadt met Agalev en VU.
Elk van de deelnemers aan die gesprekken met Verhofstadt bleek er evenwel een eigen agenda op na te houden. Waardoor niemand zich echt durfde te engageren. ?Daarom was het niveau van die gesprekken soms van een ontstellende onnozelheid,? zegt één van de deelnemers. ?Eigenlijk zat iedereen gewoon elkaar te beloeren.?
IN EEN JAPANS RESTAURANT
Die van Agalev kregen dan weer de indruk dat zij als excuus dienden voor Bert Anciaux van de Volksunie. ?Die wil liefst zo snel mogelijk zijn eigen partij lozen, op voorwaarde dat hij voor zichzelf een uitkomst vindt,? oordeelt een Agalev-mandataris. ?Omdat wij met Verhofstadt praatten, kon Anciaux het bij zijn partijbestuur gemakkelijker verkopen dat ook hij met de liberalen gesprekken voerde. Maar dat Verhofstadt ook intens overlegde met christen-democraten hebben we pas later vernomen. Want Van Hecke of een andere CVP’er hebben we op die eerste bijeenkomsten in de Holdiday Inn of in De Ultieme Hallucinatie nooit ontmoet. Teksten van wetsvoorstellen kregen we pas veel later te zien. En die bleken ineens verdacht veel te gelijken op sommige hoofdstukken uit het Burgermanifest.?
Dat laatste was ook wat Verhofstadt later, tijdens één van de schaarse door hem bijgewoonde VLD-bureaus had gezegd : namelijk dat hij enkele medestanders had gevonden om onderdelen van zijn burgermanifesten in wetteksten te gieten.
De aanwezigheid van CVP’ers werd pas later, op vrijdag 7 februari, duidelijk tijdens een discrete bijeenkomst in een Japans restaurant aan de Brusselse Louizalaan. Daar wachtten Guy Verhofstadt en Patrick Dewael voor de VLD, op Johan Van Hecke en Pieter De Crem voor de CVP en Bert Anciaux en een medewerker voor de VU.
Enkele uren eerder hadden een aantal jonge CVP-mandatarissen met Van Hecke overlegd in de Gentse Holiday Inn. ?Alleen was het ons niet duidelijk waar Van Hecke precies naartoe wilde,? zegt één van de betrokkenen. ?Er werd ons op het hart gedrukt dat bevriende perscommentatoren teksten zouden schrijven. Waarover ? Mysterie. Er stonden evenwel belangrijke zaken te gebeuren. Eén en ander zou trouwens zijn beslag krijgen, later op de dag. Er werd daar zeer geheimzinnig over gedaan.?
Het vervolg bleek de bijeenkomst in Brussel te zijn. In het Japanse restaurant werden tal van goede voornemens geformuleerd. Want de groep was eensgezind in de vaststelling dat zij alleen gewapend waren om de dynamiek losgeweekt door ?de witte beweging? op te vangen en te kanaliseren. Dat zou gebeuren middels gezamelijke wetgevende voorstellen.
?Daar werd voor het eerst omstandig gepraat over de praktische uitwerking van een aantal wetsvoorstellen,? zegt één van de deelnemers.
DE PRANG OP DE NEUS
Ook in de media werd het initiatief van Verhofstadt gekoesterd als een teer kasplantje. Er werd in sommige vraaggesprekken slechts en passant op gealludeerd. Kwestie van het project een kans te gunnen. Want, luidde de boodschap : ?Over het project zwijgen kon weliswaar op politieke medeplichtigheid duiden ; erover berichten evenzeer, want door vroegtijdig uitlekken ging het intiatief onvermijdelijk kapot. Dus…?
De heropflakkering van het Dassaultschandaal en de aanhouding van enkele vooraanstaande PS’ers zorgde voor een onvoorziene stroomversnelling. Want een aantal jonge CVP-mandatarissen meenden van de gebeurtenissen gebruik te kunnen maken om de weinig inspirerende coalitie van christen-democraten en socialisten op de helling te zetten. Vooral de verlammende aanwezigheid van de Parti Socialiste bleek de jonge CVP’ers dwars te zitten. De opstandige groep die zich had verzameld rond Vlaams parlementslid Joachim Coens, de kamerleden Pieter De Crem en Luc Willems en senator Ludwig Caluwé een groep die met het uur uitbreiding nam , eiste een dringende herijking van het regeringswerk. Op het CVP-partijbureau van maandag 3 februari zou premier Jean-Luc Dehaene de prang op de neus worden gezet. In afwachting van die confrontatie begon elk van de jongeren alvast een eigen boodschap naar de media door te seinen.
De confrontatie met de regering draaide op een sisser uit. Een kruimig geformuleerde uiteenzetting van een zichtbaar geïrriteerde premier volstond blijkbaar om de prille revolte de kop in te drukken. Maar door het incident was de CVP-top des te meer op haar qui-vive en werd ook eens nader geïnformeerd over de precieze inhoud van die gesprekken met Verhofstadt. Was het daar dat de jongeren ?hun zotte gedachten? haalden ? Ook in kringen van de arbeidersbeweging werden wenkbrauwen gefronst. Want Van Hecke, Joachim Coens, ze genieten beiden een uitgesproken ACW-steun.
Twee weken later kreeg het overleg door een vraaggesprek van dit blad met Guy Verhofstadt een wat officiëler tintje. Want daarin omschreef de gewezen VLD-voorzitter zeer precies de initiatieven waarover hij met zijn partners overlegde. Eén en ander zou, volgens Verhofstadt, duidelijker worden als de wetsvoorstellen, ondertekend door vertegenwoordigers van partijen uit de oppositie en de meerderheid, werden neergelegd. Die handtekeningen zou op maandagnamiddag 17 februari onder de teksten worden geplaatst.
Waarop een eerste kink in de kabel kwam. De teksten die Verhofstadt wilde voorleggen, hadden betrekking op het invoeren van het (bindend) referendum op alle bestuursniveau’s, het afschaffen van de opkomstplicht bij verkiezingen, het afschaffen van de lijststem, het rechtstreeks verkiezen van bepaalde mandaten te beginnen met dat van burgemeester.
Geen van de deelnemers aan de gesprekken had die teksten vooraf te zien gekregen. Ook die van Agalev niet. Nadat ze die maandagnamiddag de voorstellen hadden doorgenomen, meldden ze Verhofstadt dat Agalev alleen wilde praten over de invoering van het referendum. Maar dan niet op alle niveau’s, zoals Verhofstadt beoogde. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kon van zo’n bindend referendum voor gemeenschapsmateries hoe dan ook geen sprake zijn.
Bij de CVP bleek behalve Van Hecke niemand op de hoogte te zijn van het feit dat er die namiddag wetsvoorstellen ondertekend dienden te worden. De verwarring was dan ook navenant. Of er die dag vooraf overleg werd gepleegd tussen Verhofstadt en Van Hecke is niet duidelijk. Alleen kregen enkele van de jonge CVP’ers in de loop van de namiddag Van Hecke aan de lijn. Die verbleef op dat moment in het Burundese Bujumbura. Van hem kregen ze te horen dat ze zich naar zaal F van de Senaat moesten reppen om hun handtekening te plaatsen onder de teksten die Verhofstadt had uitgewerkt. Daarbij werden twee namen vooruit geschoven : volksvertegenwoordiger Pieter De Crem en de Limburgse senator Erika Thijs. Maar die bedankten voor de eer, want geen van hen had ooit één van de teksten gelezen.
EEN PARTIJTJE CVP-PESTEN
Uiteindelijk zou een medewerker van De Crem de voorgelegde wetsvoorstellen gaan inkijken en vaststellen dat het hier handelde om onderdelen van het Burgermanifest. In elk geval betrof het teksten die in hun ongewijzigde vorm voor geen van de andere partijen aanvaardbaar waren.
Een week later werd Van Hecke door de jonge CVP’ers gevraagd wat nu eigenlijk zijn bedoeling was geweest met die demarche. In een elders onopgemerkt gesprek met Le Soir stelde senator Caluwé, een ex-voorzitter van de CVP-Jongeren, een aantal vragen bij het optreden en de uiteindelijke bedoelingen van Van Hecke. Een meerderheid van de jonge CVP’ers liet tijdens de daarop volgende bijeenkomst met de gewezen CVP-voorzitter duidelijk verstaan dat voortaan elk van de wetgevende initiatieven hoe dan ook in afspraak met de eigen fractie diende te gebeuren en dat de teksten aan de eigen congresbesluiten moesten worden getoetst.
De afgelopen weken dreigde het overleg vast te lopen. Agalev leek te zullen afhaken. ?Wat aanvankelijk een goedbedoeld project leek, begint stilaan op het zoveelste partijtje CVP-pesten te gelijken,? zegt één van de Agalev-tenoren. Bovendien bekoelde het enthousiasme van de fractieleider van de Vlaamse groenen, Jef Tavernier, toen die ontdekte dat één van de gesprekspartners bij de CVP niemand anders was dan zijn Aalterse rivaal Pieter De Crem. Want Tavernier heeft van het bestrijden van de De Crem-clan in Aalter een levenstaak gemaakt. Het verraste hem geen klein beetje dat Verhofstadt zijn bezwaren tegen De Crem als de verpersoonlijking van de vernieuwing geenszins deelde. Niettemin hebben de groenen een aantal eigen thema’s aangereikt, in verband met cumul en de inkomenscompensatie van de verkozenen. Die werden afgelopen maandag voor het eerst besproken. De andere, aangepaste wetsvoorstellen worden komende zaterdag door het Agalev-bureau gekeurd.
Eind vorige week lagen de eerste wetsvoorstellen opnieuw bij Verhofstadt, weliswaar zwaar geannoteerd, onder meer door Johan Van Hecke. In die mate zelfs dat een medestander van Verhofstadt vermoedde dat Van Hecke en de andere CVP’ers een breekpunt zoeken om uit het overleg te stappen. Al is Verhofstadt tot grote toegevingen bereid. Zegt één van de CVP’ers : ?Wij hadden zelfs de indruk dat hij wou instemmen met een referendum op parochiaal niveau, als we maar iets tekenden.? In elk geval worden de inmiddels bijgewerkte voorstellen voorgelegd aan de CVP-instanties.
Het overleg met de andere partijen mag dan wat aanslepen, toch heeft Verhofstadt volgens zijn medestanders zijn doel bereikt. Hij heeft de achterban van de VLD aangetoond dat hij niet langer door de andere partijen wordt gemeden ; daar waar zijn persoon tot voor kort een obstakel vormde voor de dialoog. ?In die zin is de onderneming geslaagd. Het is nu aangetoond : de andere partijen willen opnieuw met Verhofstadt praten,? benadrukt één van zijn medewerkers. ?Zijn opgemerkte optreden in de Rwandacommissie wordt een al even belangrijk element in zijn campagne voor het VLD-voorzitterschap. Als ik De Croo was, ik zou wat minder noten op mijn zang hebben.?
Rik Van Cauwelaert
Guy Verhofstadt : het overleg loopt vast, maar het doel is bereikt.
Bert Anciaux : met Agalev als excuus.