FLV Athlon Ieper is pas de vierde Belgische club die de halve finale van een Europese basketbalbeker haalt. Opmerkelijk resultaat van een op zijn minst opmerkelijke club.
Zestien jaar is Freddy Dewulf al voorzitter van Athlon Ieper, maar een jaar als dit… nee, nog nooit meegemaakt. Een ‘pathetisch’ jaar, noemt hij het zelf: het ene moment in de wolken, het andere met de neus op de – minder fraaie – realiteit gedrukt. Sportief kon het nauwelijks beter. Ieper, dat vorig jaar de competitie als 12de afsloot – ternauwernood in eerste klasse gebleven -, is dit jaar nog op drie fronten actief. In de play-offs, voor de nationale titel, wordt het door de meeste kenners als de outsider gezien: het kan nog altijd de finale van de Belgische beker halen, en het is dit seizoen de meest succesrijke Belgische club op Europees vlak. Halve finale, slechts drie Belgische ploegen deden het voor: Standard in 1972, het roemrijke Mechelen een jaar later, en Oostende in 1999. Van die ploegen drong alleen Mechelen door tot de finale, waarin het verloor van het Italiaanse Cantu: een klassieker voor elke basketballiefhebber.
Dat precies Ieper dit huzarenstukje uithaalt, is opmerkelijk. De ploeg mocht eigenlijk niet eens Europees spelen: met een twaalfde plaats in de competitie ben je nooit gekwalificeerd. Maar Ieper raakte op de valreep aan een startbewijs voor de Korac-beker omdat Oostende een plaats kreeg in de Suproliga – een soort uitgebreide Champions League – en Charleroi verkoos aan te treden in de Euroleague, een dissidente vereniging van Europese (top)clubs die een eigen competitie opzette, om daaruit meer geld te genereren. Zo werden in België Bree én dus ook Ieper opgevist uit de lijst van ploegen die zich officieel als kandidaat-reserve gemeld hadden.
Ieper haalde elke ronde maar met de hakken over de sloot. Al in de poule, die de gekwalificeerden voor de achtste finale moest aanwijzen, stond de West-Vlaamse ploeg dicht bij de uitschakeling. Twee matchen voor het einde verloor ze zwaar van het Franse Straatsburg. Alleen winst in de slotmatch tegen een andere Franse ploeg, Le Mans, zou Ieper naar de volgende ronde helpen. Ieper verloor, maar ging toch door omdat Straatsburg diezelfde avond verrassend ten onder ging bij het Spaanse Malaga, de ploeg van de Belgische spelverdeler Jean-Marc Jaumin.
BLOEDSTOLLEND SLOT
Met de hakken over de sloot ook in die achtste finale: thuis niet verder dan een gelijkspel tegen het Spaanse Cáceres, maar uit dankzij een sterke verdediging ook een gelijkspel afgedwongen en na verlengingen toch geplaatst. De kwartfinale dan: nog krasser. Een ruime nederlaag in Italië, tegen Trieste, maar voor eigen volk de zaken rechtgezet in een bloedstollend slot, met de beslissende korf on the buzzer, in de allerlaatste seconde. ‘Een onverwacht succes’, zegt de voorzitter. ‘Het was onze allereerste Europese campagne, een stap in het onbekende. Maar we hebben wat geluk gehad, inderdaad, al moet je ook de kwaliteiten hebben én de spelers.’
De spelers. Wat is daar al niet over gezegd? Ieper zorgde in de transferperiode voor heisa toen het niet alleen Eddy Casteels, de coach van landskampioen Antwerpen, onder contract nam, maar in zijn zog ook negen spelers van de kampioenenploeg. Een geste die men bij Antwerpen niet kon – en nog steeds niet kan – appreciëren.
De voorzitter heeft het waarschijnlijk al honderden keren uitgelegd: ‘Wij hebben geen enkele overtreding begaan, al die spelers waren einde contract. De fout ligt bij het Antwerpse bestuur, dat niemand van hen een contractverlenging had aangeboden. Het had moeten anticiperen en volgens mij weet het dat ondertussen wel. Het is toch normaal dat spelers die met elkaar successen behaald hebben, ook met elkaar willen doorgaan. Voeg daarbij de charismatische figuur van Eddy Casteels en je hebt de verklaring waarom ik in die tijd bijna dagelijks telefoontjes uit Antwerpen kreeg. Ik kréég telefoontjes! Van spelers van Antwerpen, of hun manager, met de vraag of ze bij ons mochten komen spelen. Het was zeker niet ons idee, en ook niet dat van Casteels, om de hele ploeg naar hier te halen. Wij wilden alleen de coach hierheen halen, en dat kon, want Antwerpen had in maart of zo al een contract getekend met Tony Van Den Bosch (bondscoach en op dat ogenblik nog aan de slag bij Houthalen). Ik heb Eddy Casteels wel gevraagd drie spelers van Antwerpen te benaderen: Yves Dupont, Herbert Baert en Michael Huger. En dat heeft een sneeuwbaleffect veroorzaakt. De laatste van wie ik verwachtte dat hij uit Antwerpen zou weggaan, was Roger Huggins. Tot mijn verbazing kreeg ik ook van hem een telefoontje… Voor ons kwam zo’n collectieve overgang goed uit. Zo kon de ploeg onmiddellijk renderen. Wat kun je liever hebben als sponsor?’
MEER LAST DAN LUST
De sponsor… Flanders Language Valley. Sail Trust. Lernout & Hauspie in klare mensentaal. Zij brachten het grootste gedeelte van het totale budget van 70 miljoen frank aan (1,7 miljoen euro), het budget waarmee Ieper van een meeloper ‘een grote’ zou worden in basketland. Het zag er zo mooi uit, zoals het hele L&H-verhaal. Maar sinds december is L&H in vrije val. De basketbalclub niet, nog niet. Want gelukkig was het grootste gedeelte van de sponsorovereenkomst al betaald, tien miljoen frank (248.000 euro) ontbreken nog. In zo’n geval is een Europese halve finale meer last dan lust. ‘Die hele campagne kost ons toch algauw een viertal miljoen frank extra: verplaatsingen, huisvesting voor de bezoekende ploegen en voor de scheidsrechters…Tja, financieel staan we er niet goed voor.’ De voorzitter zegt het bijna berustend. Want totnogtoe heeft de Europese campagne van zijn ploeg, behalve sportieve erkenning, inderdaad nog niet veel opgeleverd.
Basketbal mag dan na voetbal en wielrennen de derde sport zijn in België, noch qua tv-rechten, noch qua publieke belangstelling valt er Europees veel te rapen. ‘Onze kwartfinale, tegen Trieste, speelden we in de grote sporthal Schiervelde, in Roeselare: 1200 toeschouwers, en daarvan nog een heel pak op uitnodiging.’ Al is uit die invitaties misschien wel iets te halen, want Ieper is vanzelfsprekend op zoek naar nieuwe geldschieters om zonder zorgen het einde van het seizoen te halen, eventueel zelfs om volgend jaar op hetzelfde elan verder te kunnen gaan. Maar dat ligt moeilijker dan verwacht: contacten wel, contracten niet. ‘Ik ben ontgoocheld dat we totnogtoe niet de nodige interesse gekregen hebben, in elk geval minder dan we verwacht hadden.’
Al zowat drie maanden praat voorzitter Dewulf met een tiental bedrijven, daaruit wil hij een drietal hoofdsponsors selecteren. Maar hij krijgt de zaken maar niet rond. ‘Waarom? Ik weet het niet. Misschien omdat we in een uithoek van België liggen? Het negatieve aureool van de vorige sponsor? Dat speelt nu in ons nadeel, ja. Maar een kandidaat-sponsor mag wel weten dat zijn geld bij ons niet dient om putten te vullen, zoals bij vele andere ploegen. Wij hebben een prachtig product, en wij kunnen alle vers geld gebruiken voor de uitbouw van de ploeg.’
Rancune tegenover Jo Lernout is er niet. Integendeel. ‘Wij hebben respect voor die mensen. Zowel Jo Lernout als zijn vrouw zijn geweldige supporters, vorige week zijn ze nog meegereisd naar Joegoslavië voor de heenmatch. Zij voelen zich een met de club. Zulke mensen mag je niet afschrijven.’ Maar er is een verschil tussen afschrijven en in moeilijke tijden opnemen. Want sinds kort is Ingrid Ollevier, de vrouw van Lernout – zij maakte hem ook warm voor het basketbal en voor de club – general manager en secretaris van de club. Is dat misschien geen verkeerd signaal naar de buitenwereld ? ‘Afspraken zijn afspraken, die bestuursfunctie was allang beloofd. En bovendien, zij doet dat goed, zeer goed.’
TURBULENT SEIZOEN
71-59 werd het in de heenmatch tegen Vrsac, 12 punten verschil. De eindzege zit er dus nog in. Het zou voor de voorzitter een droom zijn die uitkomt. Een ontlading ook na dit turbulente seizoen, een seizoen dat hij correct wil afsluiten. Totnogtoe zijn de spelers altijd correct betaald, en de complicaties buiten het terrein lijken hun prestaties vooralsnog niet te beïnvloeden. Rik Samaey, jarenlang boegbeeld van het Belgische basketbal en nu gewaardeerd analist en commentator haalde het enkele weken geleden in Sportmagazine nog aan: ‘Niet de financiële onzekerheid vormt het zwakke punt van Ieper, wel mogelijke blessurelast: Huggins en Davis kunnen moeilijk gemist worden.’
Hoewel, coach Casteels was steeds minder tevreden over de prestaties van Davis en zette hem uit de ploeg en zelfs uit de zaal. Maar het meest verontrustende lijkt toch dat de voorzitter het altijd maar heeft over ‘het einde van het seizoen halen’. Verder lijkt men voorlopig niet te kijken. De meeste spelers hebben nochtans contracten van twee, drie jaar. Hun toekomst lijken ze op het veld te moeten verzekeren: een Korac-finaleplaats, een bekerfinale in België, wie weet de landstitel, trekken mogelijk toch nieuwe geldschieters aan. Want, zo zegt Freddy Dewulf ‘van de nieuwe L&H crisismanager Philippe Bodson heb ik nog niets gehoord, nee. Nochtans zou dat wel mogen, want hun sponsorcontract loopt nog één jaar ( Zucht)’.
Kris Croonen