Geert Wilders is de meest besproken politicus van Nederland. Zijn roep om ‘een sterk en beter Nederland, zónder islam’, maakt hem uiterst populair. En gehaat.
‘U plaatst een cordon sanitaire rond mij!’ Wilders had goed gekeken naar het Vlaams Belang. Op de avond van de parlementsverkiezingen in 2006 was hij met zijn nieuwe Partij voor de Vrijheid een van de verrassende winnaars: van niets naar ruim een half miljoen stemmen, goed voor negen zetels in de Tweede Kamer. Hij mocht die avond mee aan tafel met alle kopstukken voor het eerste politieke debat. Veel Nederlandse politici zijn nog altijd niet helemaal bekomen van de rise and fall van Pim Fortuyn en kijken wel uit om populistische collegae zomaar te negeren, laat staan te ‘demoniseren’. Maar Wilders plaatste zichzelf meteen bewust buiten het debat. Sindsdien weigert hij bijna elk televisieoptreden – en al helemaal als hij in debat moet. Veel aanhangers denken dat hij nooit wordt uitgenodigd door de ‘kliek linkse journalisten’. Hetgeen zijn positie als outsider bevestigt. Wilders zegt dan weer dat hij het debat in het parlement voert.
In een uitzending van het tv-programma Reporter zei Gert-Jan Oplaat, Wilders’ voormalige strijdmakker binnen de liberale VVD: ‘Hij manoeuvreert zich in een underdogpositie: “Ik ben de gewone man en ik word niet geaccepteerd in den Haag!” Hij zet zich af tegen de Haagse kringen waar hij zelf al vijftien jaar deel van is. Om zich te profileren.’ Dat lukt, en hoe.
De stijl en strategie van de geboren en getogen Limburger slaan aan. Verschillende peilingen tonen dat de aanhang van de PVV en de politieke beweging ‘Trots op Nederland’ van die andere liberale afvallige, Rita Verdonk, beiden schommelen tussen 10 en 15 Kamerzetels, met forse uitschieters in de afgelopen maanden.
Collega-parlementsleden van andere partijen geven off the record toe dat ze zijn politieke feeling bewonderen. Eind december werd bekend dat Wilders door de parlementaire pers werd verkozen tot ‘politicus van het jaar’ omdat hij het publieke debat in 2007 heeft gedomineerd. Wilders was er oprecht blij mee, een erkenning nota bene door die linkse journalisten die hij vaak zo verafschuwt.
In een commentaar in de Volkskrant schreef Pieter Hilhorst dat Wilders de antipoliticus van het jaar is: ‘Wilders identificeert zich niet met de overheid, maar met maatschappelijke onvrede. (…) Het is getuigenispolitiek. Hij grijpt in feite terug op de Duitse filosoof Carl Schmitt die stelt dat de politiek tot taak heeft een onderscheid te maken tussen vriend en vijand, tussen wij en zij.’
De vijand, dat is de islam. Telkens weer zet Wilders land en politiek op stelten met harde uitspraken: ‘Als je alle haatzaaipassages uit de Koran zou scheuren, hou je een boekje over met de dikte van de Donald Duck (stripblad, nvdr). Gooi het in de prullenbak!’ In de zomer vergeleek hij de profeet Mohammed met Hitler en de Koran – die hij dus ook wil verbieden – met Mein Kampf. Voorts moet er een migratiestop komen voor moslims en moeten moslims zich assimileren, hetgeen in de praktijk volgens Wilders betekent dat ze hun geloof maar moeten afzweren. Zelfs Philip Dewinter zei in eerder genoemd programma dat Wilders ‘misschien iets te ver is doorgeschoten in het evalueren van de Koran. Politici moeten de scheiding tussen Kerk en Staat respecteren.’
Toen minister van Integratie Ella Vogelaar in een interview antwoordde dat ze zich ‘kon voorstellen dat Nederland over enkele decennia naast de joods-christelijke traditie ook een islamitische traditie zou kennen’, noemde Wilders haar in het parlement ‘knettergek!’.
Wilders vindt dat hij alles moet kunnen zeggen en z’n uitspraken zijn ook altijd voorpaginanieuws. Medio januari waren er kleine demonstraties tegen hem in Amsterdam, waar elf demonstranten werden gearresteerd omdat ze afbeeldingen van een pakje sigaretten met de tekst ‘Extremist – brengt u en de samenleving ernstige schade toe’ meedroegen. Wilders bleef consequent en verdedigde hun vrijheid van meningsuiting, al noemde hij de organisatoren ‘een abjecte club’ en hun boodschap ’te walgelijk voor woorden’.
POLITIEKE JUNK
De 44-jarige Wilders – getrouwd met een Hongaarse – werkte al sinds 1990 voor de liberale partij VVD toen hij in 1998 Kamerlid werd. In 2004 stapte hij uit onvrede over de te linkse koers van de VVD op en ging verder als Groep Wilders voor hij in 2006 aan de verkiezingen meedeed met zijn Partij voor de Vrijheid.
Jonathan van Melle, samen met Arthur Blok auteur van de eerste biografie van Wilders ( Veel gekker kan het niet worden): ‘Hij is een politieke junk en een nerveuze controlefreak die de touwtjes strak in handen houdt. Dat kan ook in paniek overslaan. Zijn werk als parlementslid is cruciaal voor hem. Toen hij na verkiezingen bij de VVD even niet meer in aanmerking kwam voor een zetel in de Kamer viel hij echt in een zwart gat, vertellen bekenden van hem. En dus gebruikt hij de angst voor de islam om zijn positie te behouden. Hij is zich bewust van het gevaar – hij krijgt continu bewaking – maar het vreemde is dat hij geen duidelijk einddoel lijkt te hebben. Hij weet ook dat bijvoorbeeld een Koranverbod lastig te realiseren zou zijn.’
Zelf is hij zo slim om een onderscheid te maken tussen moslims en anderzijds de Koran en godsdienst. Maar meent Wilders alles wat hij zegt? Van Melle: ‘Ons beeld is dat hij voor de camera’s toch een heel ander mens is dan privé. Onder vier ogen is hij heel charmant en goedlachs. Voor de camera vaak verbeten en agressief. Zijn uitspraken worden steeds extremer. Dat is deels strategie en effectbejag. De grote vraag is: we hebben nog drie jaar te gaan naar verkiezingen, hoelang houdt hij dit tempo zo vol?’
Waar zijn rabiate anti-islamisme vandaan komt? Een verblijf in het Midden-Oosten, stellen de auteurs. Tegenstanders verklaarden dat hij wellicht werd gepest als kind. Van Melle: ‘Nee hij was een nakomertje en werd eerder erg verwend, zo vertelde hij ons. En hij was redelijk populair.’
Wilders verklaart nadrukkelijk dat Is- raël – na Nederland – zijn favoriete land is. Als 18-jarige werkte hij een tijd in een kibboetsachtige gemeenschap, omdat een ex-vriendinnetje uit Venlo daar woonde. Daar maakte het gewapende conflict grote indruk op de jonge Geert. ‘Ik woonde een half jaar in de Jordaanvallei, en hoe vaak we niet de schuilkelders in moesten als terroristische elementen vanuit Jordanië de grens overkwamen’, zo zei hij in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Sindsdien beschouwt hij Israël als een bondgenoot in zijn strijd tegen het ‘islamofascisme’. Hij was kind aan huis bij Ariel Sharon en heeft bijzonder veel invloedrijke vrienden in het heilige land, dat hij een lichtend voorbeeld noemt. Het boek De kracht van de rede van Oriana Fallaci noemt Wilders zijn ‘bijbel’.
Een andere bondgenoot in zijn verdere eenzame strijd, zijn de Verenigde Staten. Zijn ogen gingen open toen hij op werkbezoek was in de Verenigde Staten. In HP/deTijd zei hij recent: ‘Ik herinner me nog dat ik met een delegatie van de Tweede Kamer in Washington in de residentie van de Nederlandse ambassadeur naar de State of the Union van George W. Bush zat te kijken. Toen had Bush het voor het eerst over the Axis of Evil: Irak, Iran, Noord-Korea. Ik zat daar met onder anderen Jaap De Hoop Scheffer (huidige NAVO-baas) en Maxime Verhagen (huidige minister van Buitenlandse Zaken). De schrik sloeg hun om het hart. Terwijl het voor mij juist iets was van: Fantastisch! Precies zoals ik denk! Ik kreeg er letterlijk kippenvel van.’
Wilders ligt duidelijk op ramkoers. Toen koningin Beatrix in haar kerstboodschap dit jaar iets nadrukkelijker opriep tot meer tolerantie en verdraagzaamheid, voelde Wilders zich persoonlijk aangesproken en riep op hoge poten dat de koningin geen lid meer van de regering zou mogen zijn en louter ceremonieel zou moeten worden. Door een oer-Hollands symbool aan te vallen, nam hij risico. Zelfs de grootste krant van Nederland, De Telegraaf, die je niet van overdreven linksigheid kunt verdenken, schreef in een commentaar: ‘Met deze platte populistische koers helpt de PVV het debat over integratie geen zier verder.’ Ook vele andere rechtse commentatoren lieten Wilders als erfgenaam van ‘de goddelijke kale’ inmiddels vallen.
Maar vooralsnog lijkt het sentiment van wrok van honderdduizenden Nederlanders sterker dan koningsgezindheid. In de strijd tegen de muzelman is Geert hun martelaar.
DOOR HANS VAN SCHAREN