Open VLD zit gevangen in de regering-Leterme, en steeds meer liberalen vrezen dat die lijdensweg tot 2011 zal duren. Hun laatste redmiddel is meteen hun grootste vrees: de terugkeer van Guy Verhofstadt.
De Vlaamse liberalen hebben het de laatste weken niet onder de markt. Dag na dag berichten de kranten over het einde van het liberale systeem, en de bankencrisis heeft coalitiepartner CD&V een tweede adem gegeven. Ondertussen maken de liberale ministers geen al te beste beurt: Karel De Gucht en Patrick Dewael zijn elk in hun eigen schandaal verstrikt geraakt, het asielbeleid van Annemie Turtelboom wordt constant door de oppositie – en nu ook door de federale ombudsman – onder vuur genomen en Vincent Van Quickenborne is amper zichtbaar. In de Vlaamse regering leven de liberale ministers Marino Keulen en Dirk Van Mechelen dan weer op gespannen voet met Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V), die zich plots begint te bemoeien met de benoeming van de burgemeesters in drie faciliteitengemeenten.
Twee weken geleden stapte Noël Slangen ook nog eens op als algemeen directeur van de partij. Officieel om zijn communicatiebureau te redden, in de praktijk omdat hij net iets te vaak in verband wordt gebracht met vermeende belangenvermenging. Ondertussen strooien CD&V’ers overal rond dat hun coalitiepartner Open VLD op vervroegde federale verkiezingen aanstuurt, en sommige liberalen – om niet te zeggen: Karel De Gucht – lijken er alles aan te doen om die indruk nog te versterken.
Het is voor de Open VLD dan ook bang uitkijken naar de volgende peilingen. Volgens een interne poll zou de affaire met de omstreden politiebenoemingen de partij al een verlies van een paar procent hebben gekost, en volgens de peilingen van een oppositiepartij zijn de Vlaamse liberalen ondertussen zelfs in vrije val.
Nochtans begon 2008 veelbelovend voor de Open VLD, want voor het eerst in jaren leek iedereen één lijn te trekken. ‘Onze partij is geen puinhoop meer die dringend moet worden opgeruimd’, zei Europees Parlementslid Annemie Neyts in het voorjaar. Vandaag zijn de Open VLD’ers een pak minder optimistisch. Inhoudelijk zitten de mandatarissen nog wel op dezelfde golflengte en de band tussen de partijtop en de basis is veel beter dan tijdens de hoogdagen van Paars, maar toch draait de partij niet zoals het zou moeten. ‘We worden dan ook constant aangevallen’, zegt Kamerfractieleider Bart Tommelein. ‘Dat is voor een deel onze eigen verantwoordelijkheid, want we hebben een paar inschattingsfouten gemaakt. Daarnaast willen sommigen ons heel bewust schade berokkenen. Wellicht vonden ze dat het te goed ging met de Open VLD.’ Andere parlementsleden geloven dat hun partij de huidige regressie uitsluitend aan zichzelf te danken heeft. ‘Het is dan ook niet gepast om ons als calimero’s te gedragen’, zegt een vooraanstaande liberaal. ‘We kunnen noch onze politieke tegenstrevers noch de media de schuld geven voor de crisettes rond Dewael en De Gucht, onze manke communicatie of de heisa rond Slangen.’
AANGEBRANDE KOPSTUKKEN
Het begon pas echt bergaf te gaan met de Open VLD toen minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael in september uit zijn evenwicht werd gebracht door de storm rond een aantal gecontesteerde benoemingen bij de politie. Dewael vond dat hij recht in zijn schoenen stond en dus niet hoefde op te stappen, maar sindsdien wordt hij in elk artikel wel een paar keer ‘politiek dood’ genoemd.
Amper had Dewael zijn eerste rehabilitatie-interviews gegeven of de Open VLD kreeg alweer een nieuw schandaal te verwerken: een gerechtelijk onderzoek naar vermeende handel met voorkennis waar minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht bij betrokken zou zijn. Zijn vrouw en zwager hadden immers Fortisaandelen verkocht enkele uren voor de bankverzekeraar werd ontmanteld. Net als Dewael is De Gucht ervan overtuigd dat hij geen enkele fout heeft gemaakt. ‘Onze ministers beseffen blijkbaar niet dat ze zich op zo’n moment een beetje bescheidener zouden moeten opstellen’, zegt een vooraanstaande liberaal. ‘Karel had moeten toegeven dat zijn vrouw die aandelen beter niet had verkocht, maar zoiets krijgt hij niet over zijn lippen. Meer nog: hij gaat dan meteen in de aanval in andere dossiers.’
Volgens zijn partijgenoten is het dan ook geen toeval dat De Gucht net nu zo fel van zich afbijt in verband met Congo. Dat president Joseph Kabila niet meer met hem wil praten sinds zijn al te eerlijke uitspraken over het Congolese beleid, lijkt hem amper te deren. Dat minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel (MR) en zijn vader, Europees commissaris Louis Michel (MR), wél met de Congolezen praten, is voor hem echter een brug te ver. ‘Deloyaal en inefficiënt’ noemde De Gucht hun aanpak. ‘Met die frontale aanval wil Karel in de eerste plaats laten zien dat hij geen aangeschoten wild is en nog altijd ongezouten zijn mening durft te zeggen’, aldus een vooraanstaande liberaal. Hoewel de meesten van zijn partijgenoten bijzonder veel respect voor hem hebben, begint zijn eigengereidheid sommigen danig op de zenuwen te werken. ‘Karel slaat meestal spijkers met koppen’, zegt Kamerlid Luk Van Biesen. ‘Maar soms speelt zijn ego op, en dan sluit hij meer deuren dan hij er openmaakt. Neem Congo: zolang we geen troepen sturen om Kabila af te zetten, blijft hij de man met wie we moeten praten. Dat is voor iedereen de logica zelf, maar niet voor Karel.’
De Gucht had nog maar net uit de doeken gedaan hoe het precies zat met de Fortisaandelen van zijn schoonmoeder of het was Noël Slangens beurt om tekst en uitleg te geven over het contract van zijn bedrijf Groep C met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). Uiteindelijk werd dat omstreden contract verbroken en stapte Slangen op als algemeen directeur van de Open VLD. ‘Het vertrek van Slangen is voor onze partij een verlies maar tegelijkertijd ook een bevrijding’, zegt een parlementslid. ‘Om te beginnen op financieel vlak, want hij verdiende zéér goed zijn boterham bij ons. Maar vooral omdat hij het niet kon laten om zelf constant in de schijnwerpers te gaan staan. Slangen hoefde geen verantwoording af te leggen, noch aan de kiezers noch aan de mandatarissen, en toch werd hij in één adem genoemd met de kopstukken van onze partij. Dat is geen gezonde situatie.’
Nu de overige leden van het triumviraat (Dewael, De Gucht, Somers) wat aangebrand zijn en Noël Slangen is opgestapt als algemeen directeur, zit partijvoorzitter Bart Somers steviger in het zadel dan ooit tevoren. Maar het beeld dat de buitenwereld van hem krijgt, is een pak minder positief. Al wekenlang host Somers immers van hot naar her om brandjes te blussen die anderen hebben aangestoken. ‘Een partijvoorzitter zou nochtans onbevangen en onbevlekt door de fouten van anderen zijn boodschap moeten kunnen brengen’, zegt een parlementslid. ‘Op dit moment is dat allerminst het geval.’
WAAR IS DE UITGANG?
Een handvol aangebrande kopstukken is niet de kern van het probleem. Had de partij de wind in de zeilen, dan zouden dergelijke schandaaltjes veel makkelijker overwaaien. Maar sinds een paar maanden zit de mot erin. ‘Om te beginnen hebben we de gevolgen van de implosie van het kartel CD&V/N-VA zwaar onderschat’, zegt een Vlaams Parlementslid. ‘Zolang CD&V aan de N-VA was geklonken, konden wij ons op communautair vlak vrij comfortabel in hun wiel nestelen. Toen het kartel barstte, dachten we: oef, nu hoeven we ons niet Vlaamsgezinder meer voor te doen dan we zijn. Alleen stonden we er niet bij stil dat ook CD&V zich bevrijd voelde en weer volop voor het politieke centrum kon gaan.’
Rond diezelfde periode barstte ook de financiële crisis los. Aanvankelijk bleek dat een geschenk uit de hemel te zijn voor premier Yves Leterme (CD&V), die tot op dat moment allesbehalve daadkracht en efficiën-tie had laten zien. Bovendien bleef iedereen maar herhalen dat het liberale systeem tegen zijn eigen grenzen was aangelopen. ‘Het liberalisme wordt tegenwoordig haast gelijkgesteld met de financiële crisis’, zegt Luk Van Biesen. ‘Ten onrechte natuurlijk, maar probeer dat maar eens aan de mensen uit te leggen. Het is dan ook erg belangrijk dat we als liberale partij met een degelijk en duidelijk antwoord op de financiële crisis op de proppen komen.’
Ook de Fortissaga speelde de Vlaamse liberalen niet in de kaart. Tijdens de onderhandelingen verzette de partij zich tegen de verkoop van Fortis België aan BNP Paribas, maar uiteindelijk moest ze toch bijdraaien om te vermijden dat de regering zou vallen. Tijdens zijn verweer in het parlement herhaalde Karel De Gucht een paar weken geleden nog eens expliciet dat hij die overname geen goede zaak vond.
De kwintessens is natuurlijk dat de Vlaamse liberalen zich nog altijd niet goed in hun vel voelen in de regering-Leterme. Ze komen amper uit de verf en zijn het vooral met veel dingen oneens. ‘Samen met de MR vormen wij de grootste politieke familie van dit land. Toch zijn er, vooral aan Franstalige kant, kleinere formaties die denken dat ze ons hun wil kunnen opleggen. Daar verzetten wij ons tegen, ja. Is dat niet normaal?’ zegt Bart Tommelein. Zo zijn de liberalen erin geslaagd om de vliegtaks die ze zelf hebben goedgekeurd na drie weken weer af te voeren. En amper was de krakkemikkige begroting rond of Tommelein eiste alweer een begrotingscontrole. ‘In andere tijden zouden we die begroting nooit hebben aanvaard’, zegt een parlementslid. ‘Maar niemand had het ons in dank afgenomen als we de regering halverwege de bankencrisis hadden laten vallen. Zeker de kiezers niet.’
In de praktijk lijken dergelijke demarches soms verdacht veel op oppositie voeren. ‘We beseffen dat we ons in de regering verkeerd hebben geprofileerd’, zegt een parlementslid. ‘De huidige coalitie is niet meer dan een verstandshuwelijk, dat weet iedereen. Maar het was fout om constant te herhalen dat we daar niet zo blij mee zijn. Dat heeft onze geloofwaardigheid aangetast.’
Nogal wat Vlaamse liberalen – vooral backbenchers uit de Kamer en de Senaat – zouden de regering het liefst verlaten. Alleen kunnen ze de uitgang niet vinden. ‘Een paar weken voor het begin van de bankencrisis heb ik nog gezegd dat we beter uit de regering konden stappen als we geen garanties kregen voor een paar sociaaleconomische eisen’, zegt Kamerlid Herman De Croo. ‘Ik had toen het gevoel dat de meerderheid van het partijbestuur het met me eens was. Maar toen barstte de crisis dus los, en vandaag zou het waanzinnig zijn om het land zomaar te laten vallen.’ Op dit moment zou het ook een daad van zelfverminking zijn om een federale stembusgang af te dwingen. ‘En dat weten onze coalitiepartners maar al te goed. De facto worden we dus gegijzeld door Leterme I’, zegt een liberaal zwaargewicht. Net als veel van zijn partijgenoten gelooft hij dat de regering-Leterme ondanks alles aan zal blijven tot 2011, en dat is niet meteen een aantrekkelijk vooruitzicht. ‘Het enige wat we dus kunnen doen, is deze regering uitzweten’, aldus Van Biesen. ‘Maar we mogen ons niet nog een paar jaar lang op de vlakte houden, want dat zal onze achterban niet pikken. Bovendien werkt die tactiek niet. Kijk maar naar de SP.A. Die heeft zich tegen het einde van Verhofstadt II van de regering proberen te distantiëren en is daar later electoraal voor afgestraft.’
De Open VLD heeft nog een paar maanden de tijd om de plooien weer glad te strijken voor de campagne voor de Vlaamse en Europese verkiezingen losbarst. Daarbij is het belangrijk dat de partij weer een eigen plek verovert in het politieke landschap, maar ook dat de federale ministers hun geloofwaardigheid terugwinnen. ‘Tijdens de tweede paarse regering waren wij de sterkhouder omdat iedereen het erover eens was dat de Open VLD de beste ministers leverde’, aldus Van Biesen. ‘Nu zijn onze federale ministers aangeschoten wild, en worden ze niet meer als sterkhouders beschouwd. Die perceptie moeten we omkeren.’
REDDER DES VADERLANDS
En lukt dat niet, dan is er altijd nog Guy Verhofstadt. Nogal wat liberalen hebben immers heimwee naar de hoogdagen van Paars en dan vooral naar het leiderschap van de voormalige premier. ‘Na de verkiezingen van vorig jaar dacht het gros van het partijkader dat Verhofstadt een jaar later weer helemaal terug zou zijn en het heft weer in handen zou nemen’, zegt Luk Van Biesen. ‘Maar het is dus anders gelopen. Sommigen menen nu achter elke beslissing zijn invloed te ontwaren, maar dat is volgens mij sterk overtrokken.’
Dát Verhofstadt in het voorjaar naar het voorplan terugkeert, staat buiten kijf. Vorig jaar nam hij als enige liberaal de schuld op zich voor de verkiezingsnederlaag van zijn partij en trok hij gelaten de woestijn in. Vandaag ergert hij zich blauw aan de aanpak van Yves Leterme én aan de gang van zaken bij de Open VLD. ‘Guy heeft zich lange tijd afzijdig gehouden’, zegt een intimus. ‘Maar hij kan het niet langer aanzien. Hij vindt dat de partij compleet verkeerd bezig is en dat hij het aan zichzelf verplicht is om de partijtop daarop te wijzen.’ Zo gaf Verhofstadt het triumviraat de dringende raad om alleen akkoord te gaan met een degelijke begroting zonder belastingverhogingen. Naar verluidt was hij dan ook in alle staten toen hij te horen kreeg welke rammelende begroting zijn partij mee had goedgekeurd.
Voorlopig ziet het ernaar uit dat Verhofstadt straks de lijst voor de Europese verkiezingen zal trekken, maar ook een comeback in de nationale politiek valt niet helemaal uit te sluiten. ‘Als de financiële crisis tegen het voorjaar zogoed als beslecht zou zijn, dan ben ik voorstander van samenvallende verkiezingen’, aldus Herman De Croo. ‘Dan zou Guy Verhofstadt op verschillende fronten kunnen meespelen. Het is toch opvallend hoe populair hij is geworden terwijl hij al een jaar lang haast onhoorbaar en onzichtbaar is. Daaruit leid ik af dat een deel van de kiezers heeft ingezien dat ze zich op 7 juni 2007 hebben vergist. En daar ligt het kapitaal dat Verhofstadt dezer dagen in stilte aan het opbouwen is, en met hem de Open VLD.’
Toch zou een rentree in de nationale politiek niet zonder risico zijn. Om te beginnen is het lang niet zeker dat de populaire Verhofstadt het in de stembus daadwerkelijk van Leterme zou winnen. Bovendien is het twijfelachtig of hij wel zou kunnen wat Leterme nu al meer dan een jaar lang tevergeefs probeert. ‘Natuurlijk jeukt het om Verhofstadt terug te halen’, zegt een parlementslid. ‘En als de Open VLD nog lang onder druk blijft staan, zal de neiging om hem als een soort deus ex machina op te voeren nog toenemen. Alleen mogen we niet vergeten dat zelfs de zaligverklaarde Verhofstadt na de verkiezingen weer razendsnel een politicus van vlees en bloed zal worden.’
En dat is nog niet alles. Want als Verhofstadt zijn opwachting maakt in de Wetstraat, neemt hij onvermijdelijk ook de partij weer over. ‘Na zijn vertrek voelde het triumviraat zich echt bevrijd’, zegt een liberaal. ‘Halen ze hem nu terug om van zijn electorale kracht gebruik te maken, dan zal hij binnen de kortste keren weer de grote roerganger van onze partij worden.’
Verhofstadt is in de ogen van veel Open VLD’ers dus vooral een laatste redmiddel. Of zoals een liberale oudgediende het zegt: ‘Als onze ministers er echt niet in slagen om weer boven de schandalen uit te stijgen tegen de volgende verkiezingen, hebben we nog altijd ons geheime wapen: Guy Verhofstadt. Die zal zonder problemen de concurrentie neersabelen. Zowel binnen als buiten de partij.’
DOOR ANN PEUTEMAN