In 1993 kwam in Antwerpen de eerste regionale televisiezender in de ether. Nu, veertien jaar later, heeft iedere Vlaamse regio zijn eigen tv-station. Een ongekend succesverhaal, en toch ziet de toekomst er ook onzeker uit. Knack maakte een ronde van Vlaanderen langs alle hoofdredacties: staat regionale televisie op de drempel van een Grote Revolutie?
In het begin van de jaren negentig doken hier en daar de eerste regionale televisies op. Een imitatie van de wildgroei van de vrije radio’s in de jaren tachtig. Piraterij pur sang. Toenmalig minister van Cultuur Patrick Dewael besliste om juridisch orde op zaken te stellen. Door het Mediadecreet van 1993 werd Vlaanderen rigoureus voor de toekomstige zenders verkaveld, en alleen onafhankelijke vzw’s kregen een uitzendlicentie. Die moesten zorgen voor volstrekte pluraliteit en totale bescherming tegen politieke inmenging. In het begin garandeerden nogal wat betrouwbare ‘namen’ uit de mediawereld de onafhankelijkheid. Maar regionale televisie is ook ontstaan uit de sociaal-culturele sector. Oud VRT-producer Jan van Broeckhoven stond aan de wieg van de Antwerpse ATV. ‘Op studiedagen over vorming groeide het verlangen om een kwalitatieve regionale televisie op te richten. In 1986 werd de vzw een feit en in 1993 zijn we in de ether gegaan.’
Netelig punt was het feit dat de centen uit een commerciële vereniging of een regionale mediamaatschappij moeten komen. Sommige vzw’s werken samen met grote mediaconcerns als Roularta, Concentra, De Persgroep en enkele hebben een eigen ‘vereniging’. Die moet de poen binnenbrengen.
Hoofdredacteur Jan De Troyer van TV Brussel countert in de toren van het majestueuze Flageygebouw de verwijten die hij van collega’s vaak moet incasseren. ‘Wij zijn een buitenbeentje omdat in de eerste plaats een politiek initiatief aan de basis ligt van het ontstaan van TV Brussel. Tien jaar geleden kwam men tot de conclusie dat TV Bruxelles flink werd bekeken, maar dat er nimmer of nooit een Vlaams politicus aan bod kwam. Vanuit de Vlaamse Gemeenschap is besloten om flink tegengas te geven. Het spreekt dat een Vlaamse zender in een overwegend anderstalige stad als Brussel niet met commerciële middelen kan overleven. 85 procent van onze werking komt uit subsidies, waarvan twee derde van de Vlaamse Gemeenschap. We zijn zonder meer de door de staat meest gesponsorde zender. Daar wil ik absoluut niet moeilijk over doen. Men vergeet makkelijk dat ook andere regionale zenders geld krijgen van de overheid. De gemeente en de provincie schuiven euro’s toe. Akkoord, daarvoor moeten ze specifieke programma’s maken, maar dat geld vult toch hun kas.’
Op de sites van de regionale televisies pronken journalisten graag met het ‘streekgevoel’. Is dat niet het nieuws uit de schaduw van de kerktoren? ‘Dat wordt natuurlijk niet graag toegegeven, maar je hebt sowieso meer greep op de situatie als je aan een kleiner geheel kunt werken. Ik ken de wereld waaruit ik verslag breng door en door. Dat geeft me een veilig gevoel’, zegt Dirk De Weert van Ring-TV. Toen hij nog voor de openbare omroep werkte, was Halle-Vilvoorde voor hem zo goed als onbekend terrein. ‘Het is pas door hier te beginnen werken dat je de streek leert kennen en er meer affiniteit mee krijgt. Dat wij-gevoel waarmee je in Limburg, West-Vlaanderen en Antwerpen grote sier maakt, dat bestaat in deze streek helemaal niet. Toegegeven, voor ons blijft dat een moeilijke noot om te kraken.’
‘Wij ruiken de adem van de kijkers. Soms moet je tegen een geur van knoflook bestand zijn, maar meestal is dat een troef. Als ik vanavond naar huis rij, is de kans groot dat iemand aan mijn deur komt bellen’, poneert hoofdredacteur Frank Gevaert van WTV/Focus. ‘Ik zal niet ontkennen dat West-Vlamingen heel terughoudend zijn. Ze werken hard en zijn ondernemend, maar ze kunnen het niet uitstaan als je te veel in hun potten kijkt. Als WTV/Focus-journalist moet je die attitude niet alleen begrijpen maar ook doorvoelen.’ Aan de ontbijttafel van Frank Gevaert deelt een mix van West-Vlamingen de cornflakes. ‘Zelf ben ik van Oostende van geboorte, ik woon al lang in Brugge en ik woon samen met iemand uit de streek Roeselare-Kortrijk. Noem dat geen bloed-en-bodemverhaal. In die drie regio’s vind je telkens een andere mentaliteit. Dat betekent absoluut niet dat wij met oogkleppen door het leven gaan. Die verschillen verrijken ons.’
Voor chauvinisme moet je in Antwerpen zijn, denkt een mens. Hoofdredacteur van ATV Hans Hellemans valt daar niet op te betrappen: ‘Ja, Antwerpen is de grootste stad van Vlaanderen. Toegegeven: daar profiteren wij uitgebreid van door uit een veel grotere vijver van interessante mensen en initiatieven te kunnen vissen dan de regionale televisiestations op het platteland. Vergeet niet dat wij ook heel het arrondissement Antwerpen bereiken. Niet alleen de echte Sinjoren liggen ons na aan het hart. We brengen ook regionaal nieuws met bredere accenten.’
TITANENSTRIJD
Volgens de ATV-chef bestaat er een fundamenteel verschil tussen de regionale televisie van vandaag en die van tien jaar geleden. ‘Dat zullen we binnenkort aan den lijve ondervinden. VTM en VRT zijn de laatste tijd erg actief op het regionale vlak. Er dreigt een titanenstrijd die we moeten winnen. Zeker als de digitale televisie in zwang raakt. De VRT koopt hele regionale ploegen op – journalist, cameraman, geluidsman, monteur – en pakt binnenkort uit met het ultramoderne systeem LINK, dat de verslaggeving vanuit de regio’s nog zal verge- makkelijken. Voor ons is het dubbel opletten. We zijn onszelf flink aan het herdefiniëren: is wat we deden oké, wat doen we nu en hoe ziet onze toekomst eruit?’
Hoofdredacteur Wim de Meyer van WTV/Focus meent dat door het simpele feit dat regionale televisie bestaat, VTM en VRT ook veel meer aandacht besteden aan het regionale. En volgens De Weert zijn de nationale zenders hoe langer hoe meer ook in dorpen en steegjes actief, niet alleen wat het journaal betreft, maar ook in de programmatie eromheen. ‘ Man bijt hond, Koppen, Afrit 9… Dat is een terrein dat bij onze opstart exclusief voor ons was.’
Raakt men zo in een impasse? ‘Er zijn momenten en dagen dat ik op de VRT ook nieuwsitems over Antwerpen zie’, zegt Hellemans. ‘Het wordt altijd maar moeilijker voor ons om nog een originele invalshoek te vinden. En ik moet toegeven: als er nóg meer aandacht wordt besteed aan het regionale bij de VRT, dan is er een probleem voor ons. Ze hebben duidelijk meer technische mogelijkheden. Maar wij hebben ook enkele sterke troeven. We brengen vijftien à zestien items die heel sterk van elkaar verschillen. Daarin schuilt wellicht onze kracht. Nu en dan zit er in ons nieuws een fait divers. Dat kan zelfs een nieuw restaurant in Antwerpen zijn als het echt de moeite waard is. Ik zie dat bij de VRT nog niet zo vlug gebeuren.’
Op de VRT relativeren ze hun offensief. Bjorn Verdoodt van de VRT-communicatie legt uit ‘dat wij vooral via Radio 2 ons mannetje in het regionale nieuwsveld zullen staan. Op het vlak van televisie liggen er geen opzienbarende plannen klaar. Oké, belangrijk regionaal nieuws haalt natuurlijk Het journaal, Terzake et cetera. Maar om nu te zeggen dat er een masterplan klaar ligt? Néé.’
Een van de vragen die de regionale hoofdredacteuren kwelt, gaat over het al dan niet inschakelen van videojournalisten. Besparing: een cameraman en een monteur. ‘De BBC heeft 900 mensen opgeleid om videojournalist te worden. Als zelfs zo’n voorloper van de kwaliteitsjournalistiek dergelijke stap zet, waarom zouden wij dan achterblijven?’ vraagt Philip Hilven van TV Limburg zich luidop af. Collega’s als Hans Hellemans schermen nog met het argument dat sommige onderwerpen zich niet lenen om door een videojournalist te worden gedraaid. Kan een journalist zonder veel pardon én cameraman én monteur zijn? Hoofdredacteur Wim de Meyer van WTV/Focus nuanceert: ‘Monteren, dat kunnen ze best aan. Ze hebben het interview gemaakt en weten dan precies waar ze accenten moeten leggen. Maar nu ook nog eens de camera hanteren? Ik denk dat je dan te veel vraagt van je journalist.’ Blijvend voer voor discussie.
En discussies zullen de volgende jaren domineren. Jan van Broeckhoven kijkt van een afstand geamuseerd toe: ‘Ondertussen weet de bevolking wat regionale televisie concreet betekent. Ze heeft het product rustig kunnen evalueren en zonder ernstige studies in de hand kunnen we wel zeggen dat wij in onze opdracht geslaagd zijn. We hebben ook kunnen zien dat het commercieel allemaal zeer de moeite loont. Zoals voor alle televisiemedia ligt de toekomst in de digitalisering. Dáár breekt men zich in elk redactielokaal nu het hoofd over. Gelukkig ben ik God de Vader niet, maar ik sluit grote revoluties niet uit. Misschien komt de tsunami. Misschien blijft het bladstil. Kom over tien jaar maar eens terug.’
BREAKING NEWS
De echtgenote van Patrick Janssens treft om drie uur ’s nachts in de badkamer haar man levenloos aan. Hoe lang duurt het vooraleer ATV van dat uiterst pijnlijke feit melding maakt? Hoofdredacteur Hellemans zucht veelbetekenend: ‘Eerst komt het bericht op onze website. En we proberen onze kijkers constant naar die site te verwijzen. We hebben ook een breakingnews-service met enkele honderden abonnees. Maar je moet natuurlijk zo vlug mogelijk in je eigen programmatie inbreken. In het geval van de plotse dood van onze burgemeester kun je uit archiefbeelden putten voor een eerste, relatief kort beeldverslag en zouden we een uur later in de ether moeten zijn.’
ATV werkt voorlopig zonder echte nachtploeg, al zijn een videojournalist en een cameraman wel stand-by. ‘Eén journalist begint om acht uur in de ochtend, maar we merken dat de kijkpieken vooral ’s avonds liggen. We proberen daarop in te spelen. Maar bij heel groot Antwerps nieuws speculeren we ook bij ons personeel op de gezonde journalistieke reactie. Een half uur na het bekendmaken van het droevige nieuws zouden normaliter de journalisten elkaar hier voor de voeten moeten lopen.’ Bij Ring-TV moet je wel een uurtje wachten vooraleer het meest hete nieuws uitgezonden wordt. ‘In het slechtste geval kan dat tot anderhalf uur oplopen’, vertelt Dirk de Weerdt. ‘Wij hebben het voordeel dat we met Videohouse werken. Ze zitten hier onder hetzelfde dak en als er technisch iets misloopt, is dat binnen de vijf minuten opgelost. Enkele jaren geleden hebben we op nieuwjaarsdag ‘ingebroken’ toen er op heel wat plaatsen overstromingen waren. Met drie, vier mensen zijn we ’s middags aan de slag gegaan en om zes uur ’s avonds hadden we een volwaardige uitzending van een kwartier. Allemaal nieuwe beelden! En dat op een dag waarop blijkbaar niemand werkt’, glundert De Weert. Volgens de hoofdredacteur van Ring-TV is dat ook net wat het vak zo leuk maakt: ‘Op een verwaaide dag komt om vier uur een hypernerveuze arbeider bij ons binnengelopen met de mededeling dat zijn werkgever Renault de deuren sluit. Niemand was op de hoogte. We zijn met een ploeg naar de parking van het autobedrijf gereden en toen werd het duidelijk dat het menens was. Om halfzeven hadden wij een vol kwartier nieuws over Renault. Dan sla je je wel eventjes op de borst.’ Een echte kick, maar je wordt het best geen junk: ‘Niet elke week valt zoiets te happen. Niet omdat we liever in onze hangmat liggen, maar omdat dat financieel niet haalbaar is.’
JUK VAN DE COMMERCIE
Nogal wat betweters beweren dat regionale zenders hinken onder het juk van de commercie. Dat zou de achilleshiel van de regionale televisie zijn. Wie drie reclamespots heeft besteld, zou met de fluwelen handschoen worden behandeld. Niets is minder waar, zweren de hoofdredacteurs op de zieltjes van hun geliefden. Lucie De Zutter van AVS: We werken samen met een reclameregie, maar op inhoudelijk vlak heeft die niks te zeggen. Noppes.’ AVS is ook een van de weinige zenders die niet aan een mediaconcern gebonden zijn. Daar is De Zutter wat trots op. ‘Natuurlijk moeten we soms onze borst nat maken. Het is een verhaal van ups en downs. Als het echt misgaat, hebben wij geen financieel vangnet. Maar zo werken we al jaren. In alle vrijheid de tering naar de nering zetten!’
De scheiding tussen commercie en redactie is ook voor Dirk De Weert van Ring-TV essentieel: ‘Als je daarvoor zou plooien, kun je beter de boeken dichtdoen.’ Bij WTV/Focus is het Roularta dat voor de centen zorgt. Soms hommeles? De hoofdredacteurs Wim de Meyer en Frank Gevaert reageren bliksemsnel: ‘Nog nooit een mailtje, fax of telefoontje van de bazen gekregen. Iedereen kent zijn terrein en men vangt niet elkaars vliegen af. Volgens ons werkt die situatie verrassend paradoxaal: hoe groter het concern, hoe groter de onafhankelijkheid.’
Heeft hoofdredacteur Jan Peeters van RTV het dan heel makkelijk, of juist uitzonderlijk moeilijk? Hij is zowel algemeen direcgteur van de vzw als topmanager en hij komt daarenboven uit een uitgesproken CD&V-nest. ‘Dat laatste zorgt ervoor dat ik dubbel zo goed op de regels van de deontologie let. Het klopt, ik ben een uitzondering door op twee directiestoelen te zitten. Het is echter duidelijk: de vzw is bij ons de grote baas. De commerciële poot werkt volledig in functie van de vzw. Elke euro overschot – sommigen noemen dat winst – wordt bij ons opnieuw geïnvesteerd. Ofwel in mensen en programma’s ofwel in materiaal. Alles maar dan ook alles hebben we met eigen middelen betaald. Zonder leningen. Zonder verplichtingen.’
Voor financieel onafhankelijk beheer moet men zich soms radicaal engageren. Peeters geeft een voorbeeld uit de praktijk: ‘Bekend in de streek is het verhaal van Van de Ven. Dat was een sterke adverteerder, maar op een blauwe maandag sijpelt er een verhaal over gesjoemel op de redactie binnen. Ja ja, er werd gedreigd spotjes terug te trekken, maar wij zijn onverbiddelijk voor het nieuwsverhaal gegaan. In mijn eerste toespraak zei ik niet voor niks: “We zijn supporters van de regio, maar we zullen ook streng toekijken en de vinger op de wonde leggen.” We zijn trots op ons ‘Duidingsprogramma’. Daarin doen we werkelijk aan onderzoeksjournalistiek en kijken we niet naar Naam en Faam. Met plaatselijke televisie kun je misstanden ook vlugger corrigeren. Streng maar rechtvaardig, én vegen voor de eigen deur.’
KIJKCIJFERS
Kijkt ú naar uw regionale zender? Echt veel cijfers zijn er niet. Elke zender heeft een onderzoek lopen, maar kan met niets concreets uitpakken. Het is louter gissen en dat is zowel voor de vzw als voor de reclameregie een vervelende zaak. Het staat vast dat er de afgelopen jaren duidelijk minder televisie werd gekeken. Zelfs VRT en VTM moeten willens nillens met die trend rekening houden. In West-Vlaanderen vermoedt men dat 71 procent van de inwoners weleens een keertje per week bij WTV/Focus blijft hangen. Vroeger was dat 80 procent. Vanwaar die daling? Hoofdredacteur Wim de Meyer: ‘Wij denken dat gewenning hier een grote rol speelt.’ Lucie De Zutter van AVS komt uit op 50 procent op weekbasis. ‘Vroeger was dat 70 procent. Ja, de hoogdagen zijn voorbij. Maar het gaat ons niet om een wedstrijdje kijkcijfers. We mógen in onze regio niet weg te denken zijn, want we zijn gecreëerd als complementaire zender van de nationale tv-stations. Weet je dat wij erover denken in de toekomst nog meer lokale televisie te maken? Het lokale nieuws pak je anders aan dan de nationale zenders. Heel eigen accenten lokken de kijkers.’
Concrete kijkcijfers ontbreken bij ATV. ‘We merken aan de respons dat er heel veel mensen kijken. Als een of ander evenement wordt aangekondigd, heeft dat onmiddellijk een groot effect. De kijker is verwend. Je moet constant op zoek naar nieuwe aantrekkingspunten. Toch hebben we ons bestaan kunnen rechtvaardigen. Mooi was het om mee te maken dat de Koning Boudewijnstichting een aantal jaren geleden de regionale televisies uitkoos om per regio een ‘Pluim’ uit te reiken. Ze opteerden voor ons omdat wij “het dichtst bij de bevolking zaten”. Ook de toenmalige Antwerpse burgemeester Leona Detiège zag het nut van de regionale televisie in: zij was altijd bereid om ons te woord te staan. Patrick Janssens gaat anders met de media om dan zijn voorgangster, dus ook met ATV is de relatie anders. Je kunt niet zomaar bij hem binnenvallen.’
Ook bij RTV in de Kempen kunnen ze ons geen recente gegevens voorleggen. ‘Vanaf één mei komt er een nieuw meetsysteem met permanente kastjes. De kijker hoeft er niets voor te doen en de foutmarge wordt tot nihil gereduceerd. We hebben al proeven gedaan en dat zorgt voor heel positieve resultaten’, zegt Jan Peeters. ‘Regionale televisie heeft een heel trouw publiek, dat jonger is dan we dachten. Wij scoren bijvoorbeeld sterk in de kijkersgroep tussen 21 en 45 jaar. Wat een commercieel interessante groep is.’
Ook bij TV Oost proberen ze serieuze peilingen te doen. ‘De laatste telling dateert van drie jaar geleden’, zegt hoofdredacteur Peter Van den Bossche. ‘Met een flinke foutmarge kwamen wij uit op 67 procent dat met interesse naar TV Oost kijkt. Vergeleken met collega’s scoren wij tamelijk hoog. Blijkt ook dat de kijker ons heel wat tijd gunt. Men kijkt van 30 tot 38 minuten. Wat betekent dat men bij de reclame níét automatisch wegzapt. Iets wat onze commerciële dienst bijzonder waardeert.’
DIGITALE REVOLUTIE
Meer dan over de kijkcijfers maken de hoofdredacteurs zich zorgen over de digitale revolutie. Wanneer die precies wordt ingezet is nog een raadsel, maar dat die er komt beseft iedereen. Beluister je dan de zwanenzang van de traditionele zender en van de regionale zender in het bijzonder? ‘Toen internet in zwang raakte, voorspelde iedereen het einde van de krant. Nu over enkele jaren het digitale aanbod een realiteit zal zijn, voorspellen doemdenkers het einde van de algemene televisiezenders. Ik durf grof inzetten op het feit dat wij niet zullen worden weggeveegd’, poneert Wim de Meyer van WTV/Focus. ‘Wellicht wordt het aanbod kleiner en compacter en elk medium zal complementair zijn. Volgens mij zal de doelgroepentelevisie dé toekomst zijn. Daarenboven kan dan een Limburger zonder problemen het WTV/Focus-nieuws – dat hij een beetje kent van zijn jaarlijkse vakantie in De Panne of Oostende – bekijken. Zo zit er ook nog een wingebied voor ons in’, aldus een optimistische hoofdredacteur.
‘Niemand weet wat de digitale toekomst zal brengen. Zelfs bij Telenet kunnen ze daar nog geen helder antwoord op geven’, poneert Dirk De Weert van Ring-TV. ‘Dat de kijker met zijn personal decoder minuut per minuut zijn menu zal samenstellen, dat kan ik moeilijk geloven. Die klikt om acht uur zijn televisie aan en zegt: “Presenteer me iets dat me interesseert.” Zolang je zoiets kunt voorschotelen, speel je jezelf niet uit de markt.’
‘Met de komst van de digitale televisie en het internet – dat nog steeds door nieuwe mensen wordt ontdekt – is die hele notie van de beperkte zendgebieden voor regionale zenders eigenlijk knettergek’, verduidelijkt Jan De Troyer van TV Brussel. Op die manier is Vlaanderen zichzelf schade aan het berokkenen. Hier moet een krachtig signaal uit het politieke veld komen.’
De Troyer zou niet graag van reclame-inkomsten afhankelijk zijn. Het is niet onmiddellijk zijn zorg, want TV Brussel draait grotendeels op overheidsgeld, maar hij denkt graag even mee met de collega’s. ‘Je moet alternatieven zoeken. Webcasting zal volgens mij veel belangrijker worden én advertising via het web zal meer geld moeten binnenbrengen. Ik vrees helemaal niet dat de regionale zenders klappen zullen krijgen. De laatste tien jaar – kijk maar eens naar de BBC – is het de tendens dat de generalistische zenders afkalven en de nichezenders zich versterken. Oké, ze worden niet reuzengroot, maar er komen er alsmaar meer bij. Met een boutade kun je zeggen dat er een zender is voor de karpervissers, de biljartspelers en de vogelpikkers. Mensen worden alsmaar meer individualistisch en hun belangstelling meer en meer gespecialiseerd. De nichespeler zit uitstekend binnen de digitale televisie omdat de keuzemogelijkheden haast onbeperkt zijn en de mensen heel graag het gevoel hebben dat ze zélf kunnen kiezen.’
De meeste redacties zijn bemand met tien tot vijftien journalisten. Vroeger was een journalist een verloren gelopen filosoof, een germanist die allergisch was voor krijt of een socioloog die zijn lezers een geweten wou schoppen. Nu hebben de journalisten communicatiewetenschappen gestudeerd en zijn ze vaak na hun stage blijven hangen. ‘Je pikt de talenten er zo uit’, zegt Hellemans van ATV. ‘Maar de tijd dat heel hun leven uit hun vak bestond, is voorbij. Ze denken ook in overuren, vakantie, ontspanning… Ik dateer uit een andere tijd, maar ik heb begrip voor hun verzuchtingen. Wel gaan mijn tenen krullen als ik merk dat een journalist de hele dag heeft zitten googelen en dan met een tevreden trekje om de mond om zes uur stipt naar huis gaat. Nieuws moet je brengen. En liefst primeurs.’
Peter Van den Bossche van TV Oost denkt dat digitale tv veel geroepenen zal lokken, maar wellicht iets te weinig uitverkorenen. Zit men niet aan de vooravond van een grote ontgrenzing? ‘Met digitale televisie kan iedereen een zender opstarten. In grote steden verwacht ik een dergelijk effect.’ Ook de hoofdredacteur van ATV is die mening toegedaan: ‘Neem het superartistieke Zuid van Antwerpen. Daar hangen zoveel creatieve bijtjes rond dat het me niet zou verbazen dat daar plots een TV-Zuid mét kwaliteit uit de grond wordt gestampt. Misschien gaan sommigen nog verder: een tv-station over én voor de eigen straat. Dat kan boeiender zijn dan je op het eerste moment zou denken.’
Bij AVS vinden ze dat Geert Bourgeois, de minister van Media, het een en ander in een nieuwe wettekst moet gieten: ‘In Oost-Vlaanderen zijn wij met z’n tweeën actief. We gaan vanzelfsprekend samenwerken, maar het zou makkelijker zijn als dat vanuit de Vlaamse regering geregeld wordt. Het zou ook mooi zijn indien de politici ons wat tegen al dat digitale geweld zouden beschermen’, besluit Lucie De Zutter. ‘Ik zeg graag: moedig samen voorwaarts!’
DOOR JAN HAERYNCK