‘Wij krijgen soms op ons bakkes, maar we proberen tenminste’
PVDA-voorzitter Peter Mertens is er het hart van in. Er zijn weinig politici die het zo opnemen voor de verliezers van de globalisering, maar het is extreemrechts dat in Europa en de VS met de stemmen gaat lopen. Links, en al helemaal niet het radicale links dat Mertens voorstaat, komt nog maar moeilijk aan de bak. Hoe moet het verder? ‘We moeten ervan durven te dromen de kiezers van Marine Le Pen en Filip Dewinter weer perspectief te geven.’
‘Politici kennen geen mensen meer die elke dag met schrik naar hun brievenbus lopen’, zegt Peter Mertens. ‘Er zijn nochtans véél van die mensen.’ Mertens, die niet werd verkozen in het parlement maar in 2015 als voorzitter van de PVDA een nieuwe termijn van vijf jaar kreeg, legt momenteel de laatste hand aan zijn nieuwe boek. In Graailand, het leven boven onze stand, de opvolger van de bestseller Hoe durven ze, maakt hij de rekening op van de Belgische en Europese elite.
PETER MERTENS: Politici gaan liever met projectontwikkelaars om. In Antwerpen is Rob Van de Velde (N-VA) er zelfs trots op dat hij met die jongens gaat eten in ’t Fornuis, en zo dingen geregeld krijgt die een administratie zou tegenhouden. Ik heb niets tegen advocaten en notarissen, maar er zouden in het parlement ook wat andere mensen moeten zitten. Dat doorbreekt die ons-kent-onscultuur, waar politici vooral zaakjes regelen voor hun rijke vrienden en waar mensen die hun energiefacturen niet meer kunnen betalen worden vergeten. Een maximumloon van 5000 euro per maand voor politici zou een begin zijn. Dat is lang niet slecht betaald, en dat herinnert hen eraan dat aan politiek doen een nobele opdracht is. Nu zitten er te veel carrièristen in het parlement om geld te verdienen en na hun politieke loopbaan door de draaideur naar het bedrijfsleven te vertrekken. Karel De Gucht (Open VLD) verdedigt tegenwoordig de staalindustrie, en José Manuel Barroso, de vorige voorzitter van de Europese Commissie, is naar de investeringsbank Goldman Sachs verkast.
Het enthousiasme waarmee het parlement Kazachgate en de afkoopwet zal onderzoeken, moet u gelukkig stemmen.
MERTENS: Ze hebben geen keuze. Mensen zouden woedend worden als dat niet werd uitgezocht. Ik hoor politici als Gwendolyn Rutten (Open VLD) graag de lof van de transparantie zingen. De realiteit is dat er in twintig jaar tijd niets veranderd is. Alle schandalen die uitkomen, zijn uitgespit door onderzoeksjournalisten of werden gelekt naar de pers. Er is geen enkele partij die vrijwillig haar achterkamertjespolitiek zal belichten. Neem de andere onderzoekscommissie in het parlement, over Optima. Wie zit daarin? Alle partijen die in de Antwerpse en Gentse schepencolleges te maken hadden met Optima. Ze gaan dus zichzelf onderzoeken, en de PVDA wordt geweerd. Dan moet ik wel een boek schrijven om die elite eens een boenk te verkopen. (lacht)
U bent in goed gezelschap. Donald Trump is met zulke uithalen president van de Verenigde Staten geworden.
MERTENS: Wij gebruiken misschien af en toe dezelfde taal, maar iedereen ziet dat de gelijkenissen daarbij ophouden. We zouden ook gek zijn om de kritiek op de elite aan extreemrechts over te laten. Zij zullen de slachtoffers van de globalisering niet redden. Of de mensen die langdurig ziek zijn en van wie minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) nog eens 10 procent van hun uitkering wil afpakken. Of de één op de vier jongeren die in Antwerpen de school verlaten zonder diploma. Ik ga hen niet opgeven voor Donald Trump of zijn Europese klonen. Trump beweerde dat hij de lobbyisten zou aanpakken, maar verwelkomt ondertussen al de mannen van Goldman Sachs, Big Oil en Big Pharma in zijn regering.
Waarom stemmen zo veel Amerikanen op een miljardair die zelf geen belastingen wil betalen?
MERTENS: Ze hebben voor de molotovcocktail gekozen die ze graag door de vensters in Washington wilden gooien. En wat zei Trump tegen de arbeiders die van de bazen van Ford te horen kregen dat ze harder moesten werken voor minder loon, anders zou hun fabriek naar Mexico verhuizen? Hij dreigde die ceo’s af met een importheffing van 25 procent op alle auto’s die ze nog naar de VS uitvoerden. Hillary Clinton knikte alleen maar braafjes naar die ceo’s. Clinton is een XXL-versie van Gwendolyn Rutten. Trump was de eerste in twintig jaar die daartegen inging, al weet ik ook wel dat hij zo’n importtaks nooit zal invoeren.
Waren zijn kiezers dom?
MERTENS: Ze zijn ongelooflijk kwaad over wat er in Wall Street is gebeurd. Ze zijn de leugens die hen zijn wijsgemaakt over de globalisering en vrijhandel zo zat dat ze nog liever op een grotere leugenaar stemmen.
Links heeft de gewoonte om stemgedrag sociaaleconomisch te duiden. Mensen stemmen voor een racistische, seksistische demagoog, maar zijn eigenlijk bezorgd over sociale ongelijkheid, heet het. Hoe bent u daar zo zeker van?
MERTENS: Ik ben een marxist. Die sociaaleconomische elementen zijn in mijn ogen uiteindelijk doorslaggevend. Angsten gedijen veel beter op een economisch kerkhof, en de Rust Belt (de streek met oude industrie, in het noordoosten van de VS, nvdr.) waar Trump zijn overwinning heeft behaald, is precies dat. Is dat het enige wat speelt? Natuurlijk niet. Een deel van de kiezers van Trump zal ook echt moslims of Mexicanen haten. Dat gebeurt sneller in lokale gemeenschappen die helemaal uit elkaar zijn gevallen.
Zijn er in Vlaanderen genoeg slachtoffers van de globalisering om van de PVDA een succesvolle partij te maken?
MERTENS: De situatie is hier natuurlijk anders. Ik heb genoeg door Griekenland en Portugal gereisd om te zien dat de Europese periferie er veel erger aan toe is dan Vlaanderen. In grootsteden als Antwerpen en Brussel nemen de armoede en de ongelijkheid ook toe, maar wij hebben nog geluk. Wij hebben een sterke middenklasse die de samenleving bij elkaar houdt, een goede sociale zekerheid en – ondanks alles – vakbonden die hun mond nog altijd durven open te trekken. Wij strijden ervoor om die drie zaken te behouden. Ik zit niet te wachten tot de middenklasse in vier jaar tijd wordt verwoest, zoals in Griekenland.
Trump zou onder andere hebben gewonnen door nepnieuws dat via sociale media werd verspreid. Het deed me denken aan de leugens en halve waarheden die over TTIP en Ceta werden verteld.
MERTENS: Er zijn altijd wel pipo’s die om het even wat beweren om TTIP en Ceta zwart te maken. Ze roepen dat zo één akkoord het einde van de wereld betekent, wat natuurlijk overdreven is. Het verzet van Waals minister-president Paul Magnette (PS) was wel terecht. Alles wat in Ceta stond over sociale en ecologische normen was juridisch niet afdwingbaar. Magnette beweert nu dat hij een appendix heeft gekregen die dat wel is. Onze juristen en ook de Europese Commissie hebben daar twijfels bij. In het internationale handelsrecht weegt het originele verdrag altijd zwaarder door dan de bijlagen. In dat geval is er geen letter veranderd en is Ceta nog altijd een grote bedreiging.
U gaat er prat op dat u veel meer onder de gewone mensen komt dan andere politici. Schrikt u weleens van het uitgesproken racisme?
MERTENS: Absoluut. Dat blijft een gigantisch probleem. Racisme groeit ook bij goeie mensen die door pech in een slechte situatie zijn terechtgekomen, en in hun omgeving hebben geleerd om naar beneden te stampen. ‘Waarom krijgt zo’n vrouw met een hoofddoekje een sociale woning en sta ik al tien jaar op een wachtlijst? Waarom krijgen die mannen die juist uit Syrië zijn aangekomen medicijnen en moet ik een verhoogde opleg van 100 euro betalen? En die vluchtelingen komen hier aan en mogen op hotel: wat gaat u daaraan doen, meneer?’ Ik probeer altijd het onderliggende probleem te begrijpen. Wij leren die mensen dat ze niet naar beneden maar naar boven moeten stampen, naar degenen die ervoor zorgen dat zij geen sociale woning hebben en geen betaalbare gezondheidszorg meer krijgen. Racisme is daar geen oplossing voor. Maar het is een moeilijk verhaal om te brengen.
Slagen jullie erin om die mensen te overtuigen?
MERTENS: Een derde van onze kiezers kwam van het Vlaams Belang. Ik ben daar heel trots op: wij halen linkse stemmen van vroeger eindelijk terug. In woonblokken in Luchtbal of Linkeroever, waar misschien wel tachtig nationaliteiten naast elkaar leven, proberen we mensen samen te brengen rond acties over dubbelglas of vochtvlekken in het gebouw. Dat lukt dan met zeventien man. Niet veel volk, ik weet het, maar dan zit zo’n rasechte Vlaming met tatoeages die amfibieën kweekt in zijn appartement toch voor de eerste keer samen met een Pakistaanse familie die thee schenkt. We moeten daar hard voor werken, en soms mislukt dat. Als ik daar in een café speech, zitten daar ook weleens VB’ers die te veel gezopen hebben en ruziemaken. We krijgen soms op ons bakkes, maar we proberen tenminste. Groen en SP.A zien we nooit in die wijken. Alleen Vlaams Belang, en soms ook N-VA’ers. Het is raar, maar zij hebben in sommige van die wijken ook een werking uitgebouwd.
Mark Elchardus heeft een eenvoudiger advies voor electoraal succes: op de culturele breuklijn ietsjes naar rechts opschuiven.
MERTENS: En toegeven aan dat racisme? Dat zullen wij nooit doen. Ik zou mezelf niet meer in de spiegel kunnen aankijken.
Staan we kritisch genoeg tegenover de islam, vindt u?
MERTENS: De basisprincipes zoals de scheiding van kerk en staat en de waarden van de verlichting zal ik altijd verdedigen, ook tegen de islamitische fundamentalisten die ze onder druk zetten. Maar moet ik zoals John Crombez (SP.A) de Conventie van Genève opzeggen? No way. De Britse Labourleider Jeremy Corbyn en ik zijn de enige partijvoorzitters die in de jungle van Calais zijn geweest. Wij zijn geen Toscaanse kosmopolieten die niet verder denken dan onze wijngaard in Italië, hè. Het ís niet makkelijk om met zoveel verschillende nationaliteiten samen te leven in dezelfde stad of hetzelfde woonblok. Ik begrijp de frustraties, maar ik zal die niet oppoken. Mensen die zulke identity politics voeren – aan beide kanten – riskeren op termijn een burgeroorlog te ontketenen. De Democraat Bernie Sanders voerde in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen campagne om net boven die verschillen uit te stijgen en zich toe te leggen op economische ongelijkheden. Dat is ook onze corebusiness.
Maar in de vluchtelingencrisis zijn jullie ervoor om iedereen binnen te laten?
MERTENS: Wij zijn niet voor open grenzen. Idealiter had Europa een verdeelsleutel ingevoerd om de vluchtelingen gespreid op te vangen. Maar wie heeft in naam van de war on terror die hele regio gedestabiliseerd? Wie is er in Irak een oorlog om olie en in Libië een oorlog om gas begonnen? Westerse politici. Als daar radijsjes in de grond zaten, hadden ze dat niet gedaan. Natuurlijk moeten we die vluchtelingen nu opvangen. Dat is precies wat de Conventie van Genève ons voorschrijft.
Hier komen ze samen met andere allochtonen in een onderklasse terecht.
MERTENS: Dat is een politieke keuze. We hebben in Europa de middelen om die mensen goed op te vangen en te begeleiden naar werk. We doen het alleen niet, en we besparen vandaag zelfs op die budgetten. De mensen die naar hier komen zijn nochtans niet de kneusjes. Een vluchteling moet over een zeker kapitaal – al is het maar om aan de bandieten onderweg te betalen – en over zekere vaardigheden beschikken om tot hier te raken. Daar zijn heel wat goed opgeleide mensen bij, maar helaas wordt er op de arbeidsmarkt nog heel veel gediscrimineerd. Iemand die Marcel heet, heeft het tien keer makkelijker om te solliciteren dan iemand die Youssef heet.
Youssef is meestal ook wel lager geschoold en spreekt slechter Nederlands dan Marcel.
MERTENS: Ik twijfel er niet aan dat ze allebei evenveel talent hebben. We moeten het er alleen uithalen. Europa moet investeren in jobs voor alle mensen, en in betaalbaar wonen voor iedereen. Anders zullen mensen elkaar aan de onderkant van de samenleving inderdaad vertrappelen.
Zou een flexibilisering van de arbeidsmarkt kunnen helpen om nieuwkomers en andere mensen met weinig kwalificaties aan een baan te helpen?
MERTENS: Zo’n voorstel is onbeschrijflijk belachelijk. We gaan hier toch niet proberen wat in Duitsland is mislukt? Daar werken 7,5 miljoen mensen voor 400 euro per maand. Dat land heeft inderdaad minder werklozen dan wij, maar veel meer mensen die zó weinig verdienen dat de overheid een uitkering boven op hun loon moet geven om hen uit de armoede te houden. Is dat zoveel goedkoper voor de overheid? Ik dacht het niet.
Houden we mensen beter in een uitkering als ze niet genoeg kunnen om tegen de Belgische loonvoorwaarden een job te vinden?
MERTENS: Er zijn gewoon niet genoeg jobs. Ik ben een voorstander van het actief begeleiden van mensen in hun zoektocht naar werk. De manier waarop mensen zich elke week als kleuters moeten bewijzen bij de VDAB is vernederend, maar het blijft een goed idee om mensen te begeleiden en te betrekken bij de arbeidsmarkt. Helaas wordt goede begeleiding afgebouwd. Het probleem is nochtans immens. Er zijn vandaag 600.000 werklozen in België, en er zijn zeker geen 600.000 vacatures. Voor de 21 miljoen werklozen in Europa geldt dat des te meer. Door de digitalisering en de robotisering van de economie zal dat alleen maar erger worden. Ik denk dat we net zoals tijdens de eerste industriële golf en de jaren zestig naar een arbeidsherverdeling moeten. We zijn al van een werkweek van 48 of 52 uur naar 38 uur geraakt. Mensen zullen in de toekomst misschien een uur of 30 werken, en plaats-maken voor andere werknemers die anders geen werk meer vinden.
Zo’n voorstel roept weerstand op. Hoe denkt u dat te kunnen uitvoeren?
MERTENS: Het is in elk geval een betaalbaarder idee dan een basisloon voor iedereen. Sommige bedrijven zoals Toyota in Göteborg zijn er nu al mee aan het experimenteren. Mensen die maar zes uur werken zijn productiever dan mensen die een hele dag doorgaan. Het is natuurlijk een idee voor de verre toekomst, maar ik wil zulke nieuwe voorstellen wel in het debat werpen. We moeten ervan durven te dromen om de kiezers van Marine Le Pen (Front National) en Filip Dewinter (Vlaams Belang) weer perspectief te geven.
Over dromen gesproken. Wat zou u in uw eerste honderd dagen doen als u net als Trump verkozen wordt met een meerderheid in Kamer en Senaat?
MERTENS: (denkt even na) Ik zou eerst onze miljonairstaks invoeren. Die raakt alleen de rijkste 2 procent, en zal jaarlijks ongeveer 8 miljard euro opbrengen. Een soortgelijke belasting in Frankrijk zorgde voor een kapitaalvlucht van 0,53 procent, dus daar hoeven we ons geen zorgen om te maken. Met dat geld kun je ongelooflijk veel doen. Ik zou er een investeringsfonds mee oprichten dat investeert in de zorgsector, het onderwijs en hernieuwbare energie, en daarmee duizenden jobs creëert. Daarna begin ik met de sociale partners gesprekken over de arbeidsduurherverdeling. Dat is niet iets wat je zomaar kunt opleggen.
Worden er geen economische sectoren meer genationaliseerd?
MERTENS: Dat had ik ook kunnen antwoorden, ja. Zeker de banken en de energiebedrijven moeten weer in handen van de overheid komen.
SP.A’ers zeggen soms: de PVDA doet nu al meer water bij de wijn dan wij ooit hebben gedaan.
MERTENS: (lacht luid) Zeggen ze dat echt? De socialisten drinken al heel lang alleen nog maar water. Zij hebben er na de Eerste Wereldoorlog voor gekozen om het kapitalisme te helpen beheren en zijn gezwicht voor het kapitaal. Ik heb John Crombez bij zijn verkiezing tot voorzitter een kistje wijn gestuurd zodat hij weer weet hoe dat smaakt.
Wij hebben iets anders gedaan. Wij hebben op ons congres van 2008 besloten dat we de belegen wijn van vroeger niet meer zullen schenken.
Wij zijn echt nog radicaal genoeg. Dat is trouwens het verwijt dat we nog altijd krijgen. Het verschil met vroeger is dat we niet meer pretenderen de waarheid in pacht te hebben. Vroeger wisten wij alles, en moesten we dat in pamfletten van minstens vijf bladzijden opschrijven om het aan de mensen – die uiteraard nog van niets wisten – uit te leggen. Vandaag twijfelen we soms ook.
Waar twijfelt u zoal over?
MERTENS: Over de relatie met Europa, bijvoorbeeld. Alle economische en ecologische analyses dwingen ons eigenlijk om op een Europese schaal te redeneren. Dat is de logica zelve. Maar wat gaat er gebeuren met Europa? Valt het weer uit elkaar, en keren we ons beter af van het Europese project, dat vandaag absoluut niet het onze is? Ik weet het niet. Maar ik ben bang voor de terugkeer van de demonen van voor de Eerste Wereldoorlog. Ik ben bang voor het nationalisme en het superprotectionisme van Marine le Pen en de AfD in Duitsland.
En de socialistische SP in Nederland?
MERTENS: Wij hebben daar inderdaad grote discussies over met onze Nederlandse collega’s, ja. Het idee dat alles opgelost raakt als Den Haag weer alleen kan beslissen, deel ik absoluut niet.
Hebben jullie de ambitie om in 2018 in Antwerpen een beleidspartij te worden?
MERTENS: Nationaal willen we dat niet, maar in Antwerpen is dat zeker de ambitie. Het wordt ongelooflijk moeilijk. Op dit moment is er geen progressieve meerderheid van SP.A, Groen, PVDA en CD&V. Zelfs niet met de versterking van Kris Peeters. We zullen in de volkswijken nog heel wat mensen de Rubicon over moeten helpen, en daar is momenteel dus niemand mee bezig.
Ging Groen-boegbeeld Wouter Van Besien niet met de hele stad praten?
MERTENS: Ik ben hem nog niet tegengekomen. Zo’n inspraakavond in de Arenbergschouwburg zal wel nuttig zijn, maar verkiezingen win je daar in Antwerpen niet mee.
Hebt u eigenlijk al iets gehoord over het linkse front tegen Bart De Wever?
MERTENS: Er zijn gesprekken geweest, maar veel meer dan dat we aan het spreken zijn, is daar niet gezegd. Wij zijn een openlijke voorstander van zo’n front, maar ik denk dat SP.A en Groen zich momenteel laten overtuigen door spindoctors om toch maar niet met ons in zee te gaan en de deur open te houden voor CD&V en Open VLD. Het zij zo. Wij zullen allicht onze 10 procent behouden. Wat er in Antwerpen gebeurt, hangt niet van ons af.
DOOR PETER CASTEELS, FOTO’S DIETER TELEMANS
‘We zouden wel gek zijn om de kritiek op de elite aan extreemrechts over te laten. Zij zullen de slachtoffers van de globalisering niet redden.’
‘Corbyn en ik zijn de enige partijvoorzitters die in Calais zijn geweest. Wij zijn geen Toscaanse kosmopolieten die niet verder denken dan onze wijngaard.’
‘De PVDA heeft de ambitie om in Antwerpen een beleidspartij te worden. Maar een progressieve meerderheid is er nog niet.’